Tag Archives: film

RIP Jane Birkin (1946 – 2023)

Een kind van mijn generatie leerde eerst de stem van Jane Birkin kennen, dan pas haar naam en gezicht.

Je t’aime moi non plus, de film

‘Je t’aime’ hijgt ze fluisterend op “Je t’aime moi non plus” in 1969, ‘ik hou van je.’

‘Ik ook niet,’ antwoordt Gainsbourg.

Het vat de Birkin/Gainsbourg liefdesrelatie mooi samen.

Continue reading

RIP Michael Snow (1928 – 2023)

Wavelength (1967), check the ‘actie’-scènes op 2:57, 17:27 en 28:58

Michael Snow was een Canadees kunstenaar bekend voor zijn film Wavelength (1967).

Het is het soort film waarin zo goed als niets gebeurt. De wavelength uit de titel laat zich vertalen als golflengte en dat is een woord dat mij interesseert als metafoor. Mensen kunnen bijvoorbeeld op dezelfde golflengte zitten, en dit sinds radio ontstond. Als je maar lang genoeg met je auto blijft rijden, en je verzet je knop niet, zal er altijd wel een nieuw radiostation op dezelfde golflengte verschijnen. Maar als je met iemand op dezelfde golflengte zit, hou je er hetzelfde gedachtengoed op na.

Er zijn nog andere metaforen uit de technische wereld die gebruikt worden om interpersoonlijke relaties te beschrijven.

Na Goethe konden mensen ook affiniteit met elkaar hebben, een chemische term. Goethe schreef namelijk een roman die Die Wahlverwandtschaften getiteld was, letterlijk vertaald als electieve affiniteiten maar bij ons in de handel gebracht als gewoonweg Affiniteiten. Een chemische affiniteit is de sterkte waarmee twee moleculen zich aan elkaar zullen koppelen. Tussen mensen kunnen er ook affiniteiten bestaan. En tussen mensen en dingen ook.

Tussen twee mensen kan er een vonk overspringen, een elektrische term. ‘Plots sprong er een vonk over en ik werd op slag verliefd’.

En klikken! Zoals: ‘Het klikte niet tussen ons.’ Klikken komt dan uit de mechanica, stel ik me voor, misschien uit de uurwerkenbouw, ik weet het niet zeker, ik heb het niet verder onderzocht.

Tot zover dat soort metaforen.

Die film Wavelength (1967) is zoals Jeanne Dielman waarover ik me onlangs enigszins opwond, onbekijkbaar.

Robert Stam zei daar in 2005 iets verhelderend over:

‘Werken zoals ‘Jeanne Dielman’ van Chantal Ackerman, ‘Wavelength’ van Michael Snow, ‘The Chronicle of Anna Magdalena Bach’ van Straub en Huillet, en ‘Sleep’ van Andy Warhol’, zei hij, ‘bestaan bijna helemaal uit scènes die zich ontvouwen met de nadrukkelijkheid en traagheid van de gebeurtenissen zelf.’

Robert Stam

Juist.

Hij noemt dat isochronie.

En isochroon is alles wat cinema niet hoort te zijn. Daarom verdraag ik alleen Sleep van Warhol omdat die tot het uiterste gaat en elke pretentie tot narratief opgeeft. Geen compromissen daar, gewoon een slapende man. Niet dat ik Sleep gezien heb, nee, ik lees daar wel graag over, maar kijken? Ho maar.

Nu ik erover nadenk, ook de stasisfilms (films waarin niets gebeurt) van Guy Debord verdraag ik weldegelijk. Ten eerste; gewoon omdat ik erg gefascineerd ben door het extreme van Debord. En ten tweede omdat in films zoals Hurlements en faveur de Sade letterlijk niets gebeurt. Er zijn minutenlange totale witte en totale zwarte shots; bovendien helemaal geluidloos. Extreem dus. Zonder een toegeving. Met een totale minachting van het publiek.

In zekere zin vind ik dat Snow zijn publiek te weinig minacht. Net als Chantal Akerman met haar Jeanne Dielman.

Niettemin.

Rust zacht Michael.

RIP Mike Hodges (1932 – 2022)

Openingssène van Get Carter, met het thema van de soundtrack.

Mike Hodges was een Brits regisseur en schrijver best gekend voor het schrijven en regisseren van Get Carter (1971) waarbij hij zich baseerde op een pulproman.

De film wordt tot de beste van het Verenigd Koninkrijk gerekend en is vandaag nog erg genietbaar. Allereerst is er Michael Caine, dan is er het totaal gebrek aan gemoraliseer, de soundtrack van Roy Budd en het snelle monteerwerk van John Trumper.

Britt Ekland aan de telefoon met Caine.

De film is van 1971 en de seksuele revolutie raast als een sneltrein door Europa. In deze periode lijkt het erop dat je als vrouw geen enkele rol krijgen kon als je niet bereid was je borsten te laten zien: er is Britt Ekland die ingaat op het telefoonseksverzoek van haar vriendje Carter terwijl zijn vrouw in dezelfde kamer waar hij belt zenuwachtig heen en weer aan het schommelen is in haar schommelstoel terwijl ze naar het ongewogen gezicht van haar man kijkt terwijl aan de andere kant Britt in het bed aan het kronkelen is; er is de vrijpartij met Geraldine Moffat; er is de vrouw die verplicht wordt zich te ontkleden vooraleer ze een dodelijk spuitje krijgt; er is het naakte vrouwenlijk dat uit de rivier gevist wordt.

Drugs zijn ook nooit ver weg. Zo druppelt Caine een of ander goedje in zijn neus als hij per trein op zijn bestemming aankomt.

Terwijl deze film niet tot de verkrachtingswraakfilms gerekend wordt, is hij dat wel. De verkrachting wordt hier verzinnebeeld door een pornofilm waar Caine met tranen in de ogen naar kijkt. Hij ziet hoe zijn nichtje (er wordt gesuggereerd dat het wel eens zijn dochter zou kunnen zijn) in een pornofilm ‘genomen’ wordt.

In een bepaalde scène zegt hij daar beschuldigend over tegen diegene die zijn nichtje voor de camera haalde:

‘Wat zou jij ervan gevonden hebben als het jouw nichtje was dat genaaid werd in die film?’

Get Carter (1971)

Hodges regisseerde heel wat meer. Er was Flash Gordon en ook Pulp, die er erg geestig uitziet.

Rust zacht Mike.

RIP Just Jaeckin (1940 – 2022)

Just Jaeckin was a French film director known for his soft porn films during what is known as the golden age of porn in the 1970s.

He directed Emmanuelle (1974), Story of O (1975) and Lady Chatterley’s Lover (1981).

His film adaptation of Lady Chatterley was produced by Cannon, the story of which is told in Electric Boogaloo: The Wild, Untold Story of Cannon Films (2014).

He can be seen in that documentary from 17:10 for a minute or two.

Electric Boogaloo: The Wild, Untold Story of Cannon Films (2014)

The story of Cannon is interesting, the docu well made.

RIP Bob Rafelson (1933 – 2022)

Chicken salad scene from Five Easy Pieces.

Bob Rafelson was an American film director. I remember him for Head (1968) and Five Easy Pieces (1970).

Five Easy Pieces is famous for its chicken salad scene.

Head, full film.

Head is known for being a hippie film in the style of The Trip (1967), Medium Cool (1969) and Putney Swope (1969).

RIP Lino Capolicchio (1943 – 2022)

Lino Capolicchio was an Italian actor, screenwriter, and director known for performances in such films as Escalation (1968), The Garden of the Finzi-Continis (1970) and The House with Laughing Windows (1976).

Opening scene to Escalation, a film qualifiable as the Italian version of The Trip . Lino is the young man on the bicycle.

RIP Agnès Varda (1928 – 2019)

Agnès Varda was a Belgian-born French film director.

Her films were popular among critics and directors, giving her the status of a cult director.

This is perhaps not the best of times to rid the world of a minor misconception regarding the work of Varda, but it is what I must do after researching her oeuvre following her death.

Agnès Varda made one film about the Black Panther Party, just one. That film was Black Panthers (1968), a color film which can be viewed in its entirety at Archive.org[1].

Another film from that same year is called Huey! and is directed by a certain Sally Pugh. It can be seen in full on YouTube [below] and has nothing to do with Varda, although the general subject matter as well as some scenes overlap.

Nietzsche in film

I’ve taken an interest in biopics.

Researching Nietzsche I stumbled upon the film Beyond Good and Evil (1977) by Liliana Cavani, which follows the intense relationship between Friedrich Nietzsche, Lou Salome and Paul Rée.

The film features the scene in which Lou Salomé reins Nietzsche and Rée in front of her cart[1] (above) as well as the horse scene in Turin [2](Nietzsche saw a horse being flogged, embraced it and collapsed and lived ten more years in a vegetative state).

Another interesting film appears to be Days of Nietzsche in Turin[3], a 2001 Brazilian film.

Referring to the horse incident, the film The Turin Horse[4] asks “what happened to the horse?”.

In director Béla Tarr’s introductory words:

“In Turin on 3rd January, 1889, Friedrich Nietzsche steps out of the doorway of number six, Via Carlo Alberto. Not far from him, the driver of a hansom cab is having trouble with a stubborn horse. Despite all his urging, the horse refuses to move, whereupon the driver loses his patience and takes his whip to it. Nietzsche comes up to the throng and puts an end to the brutal scene, throwing his arms around the horse’s neck, sobbing. His landlord takes him home, he lies motionless and silent for two days on a divan until he mutters the obligatory last words, ‘Mutter, ich bin dumm!’ [‘Mother, I am stupid!’ in German] and lives for another ten years, silent and demented, cared for by his mother and sisters. We do not know what happened to the horse.”

See Friedrich_Nietzsche#Depictions