
Jean-François Davy was een Frans filmmaker bekend voor films als het fantastiekvehikel Le Seuil du vide (1971, De drempel van de leegte), de erotische komedie Bananes mécaniques (1973, Mechanische bananen) en de pornodocumentaire Exhibition (1975, Uitstalling).
Exhibition is een filmportret van de pornoactrice Claudine Beccarie (°1945) waarover de door mij gesmaakte Danny Peary, bekend van het onvolprezen Cult movie stars, zegt:
‘[Exhibition met in de hoofdrol] … Claudine Beccarie is een mix van cinéma vérité en geënsceneerde hardcore seksscènes met Beccarie en verschillende andere pornosterren. Alles aan deze film lijkt oneerlijk.’
Als ik me voorneem de film te zien weet ik dat ik me daarvoor naar een pornosite moet begeven. Ik vind en zie hem, in een versie waarvan het geluid en het beeld wel vijf seconden uit elkaar liggen.
Ik vind de film een klein meesterwerkje en het woord oneerlijk helemaal niet op zijn plaats:
‘Ik maak liever dat soort films (pornofilms) dan dat ik een film maak omdat ik de producent geneukt heb.’
Beccarie verwijst naar de fameuze casting couch, de sofa in het kantoor van de regisseur of de producer waar actrices aangespoord werden zich horizontaal te bewijzen aan de Harvey Weinsteins van hun tijd.
Misschien komt volgende dialoog wat onecht over?
Davy: ‘Kun je jezelf ideologisch plaatsen … heb je politieke overtuigingen?’
Beccarie knikt bevestigend maar zegt
‘ik weiger erover te praten omdat ik mijn leven als acteur niet wil mengen met politiek … ik heb mijn ideeën en die zijn voor mij … het is heel persoonlijk.’
Zich naakt tonen en seks hebben met medeacteurs vindt ze niet problematisch om voor de camera te delen, maar haar politieke overtuigingen uit de doeken doen vindt ze te persoonlijk.
Toch eerlijk genoeg?
Men heeft het vaak hoe Beccarie de Franse Linda Lovelace is, u weet wel, de pornoactrice die in Deep Throat (1972) haar clitoris achter in de keel heeft. Lovelace werd later opgepikt door anti-pornofeministes nadat ze haar autobiografie had geschreven in 1980 en met deze woorden getuigd had in 1986:
‘Als je de film Deep Throat ziet, zie je hoe ik verkracht word. Het is een misdaad dat die film nog steeds draait; er was de hele tijd een pistool tegen mijn hoofd gericht.’
Ik herinner me ook een scène waarin Linda voorspelt dat in de toekomst alle films seksscènes zullen bevatten.
Lovelace was best mondig.
Beccarie is dat evenzeer en in Exhibition wordt ze geïnterviewd en ernstig genomen en we maken kennis met haar piepjonge lover, horen over het verraad van haar moeder die haar niet is komen bezoeken in de jeugdinstelling, de verkrachting door ‘een oom’, over seks, naaktheid, schaamte en haar dagprijzen.
De Vlaamse academicus Christophe Van Eecke schreef het stuk “Vulva non grata” (2007) over deze docu. Van Eecke zag ook de vervolgfilms waarin Beccarie de porno-industrie heeft verlaten om op kermissen stripteaseshows te geven.
In tegenstelling tot Lovelace, zal Beccarie nooit porno afzweren.
Maar dat is nu niet relevant, want rust zacht Jean-François.