RIP Erwin Olaf (1959 – 2023)

Later reclamewerk van Olaf.

Erwin Olaf was een Nederlands fotograaf die werkte in de traditie van Helmut Newton (1920-2004) en Robert Mapplethorpe (1946-1989).

Maar ook Guy Bourdin (1928-1991) steekt hier zijn prachtige hoofd om de hoek.

En dan zal de vraag rijzen, waar leggen we die fotografen? Zoals de situatie nu is, ligt Newton op het Duitse perk en Mapplethorpe bij de Amerikanen, maar kan ik ze niet beter allemaal samen op een fotografenperk leggen?

Wij kregen namelijk bezoek van Mark Zuckerberg die ons het voorstel deed zijn metaverse in Dodenstad te implementeren. Hij had zoveel sympathie voor ons dat hij de ‘aangevulde realiteit’ gratis wilde leveren. Maar dan nog, lost het ons probleem van gelijkplaatsigheid op? Dodenstad blijft wel een fysieke plek waar je je moet verplaatsen. Het maakt weinig verschil dat boven elk graf pop-ups zullen komen met de voornaamste werken van hij of zij die in het graf ligt.

Olaf?

Wat kan ik zeggen over Olaf? Te weinig naar mijn zin. De eerste foto’s die ik van hem zag? Ik weet het niet meer. Ofwel in The Face, ofwel in i-D ofwel in een Belgisch blad? Geen idee. Het was ook de tijd dat ik postkaarten in musea aandachtig bestudeerde. Zag ik op die manier de ‘masturberende’ jongeman die in plaats van sperma schuimwijn uit een spuitende champagnefles laat komen?

Ik was gisteren onder de indruk van een foto uit de Grief serie uit 2007 maar ook Chessmen (1988) trof mij. 32 foto’s van groteske mensen die stukken van het schaakbord uitbeelden. Allemaal tableaux vivants. Zwart-wit. Het kan zijn dat dat mijn eerste indruk van Olaf was. En als ik die foto’s zie, dan moet ik denken aan Joel-Peter Witkin (1939) maar ook aan Jan Saudek (1935).

De Standaard of De Morgen verwees naar Olafs twijfel of hij zijn afspraak met de geschiedenis wel gehaald had.

Wat een mooie metafoor die ‘afspraak met de geschiedenis’, in het Engels zegt men een ‘rendezvous with history.’

Ja, ik vind het citaat, zo staat het er:

‘Ik zou het wel jammer vinden als er geen poging wordt gedaan om na mijn dood te kijken of ik tot de onsterfelijken kan behoren. Maar als dat niet lukt, even goede vrienden.’

Erwin Olaf

Het staat in een stuk dat ene Arno Haijtema in De Morgen publiceerde via hun deal met De Volkskrant.

Hoe herkenbaar, dat streven naar onsterfelijkheid door roem. De vraag is dan altijd hoelang die roem duren zal. De oudste roem is misschien wel die van Alexander de Grote, Jezus en Caesar. Of mis ik iemand? Plato?

Arno citeert ook volgende woorden:

‘Wat ik het liefst wil laten zien, is een perfecte wereld met een barst erin’.

Erwin Olaf

Barsten. Mooi. Denkt men aan barsten, dan denkt men ook altijd best aan kintsugi, het Japanse proces waar gebarsten of gebroken aardewerk gerepareerd wordt met gouden voegen.

Ik lees op dit moment The art of cruelty (2001) van Maggie Nelson en in het boek wordt de bestaansreden van choquerende, grensoverschrijdende kunst in vraag gesteld. Zeker in het begin van zijn loopbaan was het label shock art op Olaf van toepassing. Is er in de toekomst nog plek voor grensoverschrijdingen in de kunsten? Niet zoals die van de Wiener Aktionismus denk ik, maar wel nog voor de geësthetiseerde zoals die van Olaf.

Rust zacht Erwin.