Toen Arno twee jaar geleden stierf deed ik daar een beetje smalend over; ik heb namelijk nooit van Arno gehouden. Dat kan aan mijn eigen afgunst liggen maar misschien is er meer aan de hand, want ik benijd immers niet ieders succes en van velen vind ik dat ze net méér bijval verdienen dan hen bij leven ten deel viel.
Dat vind ik ook van Jean-Marie Aerts die pas gestorven is en die eigenlijk alleen bekend is voor zijn bijdragen aan T.C. Matic.
Aerts was een achtergrondfiguur, geen schijnwerperzoeker. Hij zat aan de knoppen, mixte, programmeerde, arrangeerde, net als Holger Czukay (1938 – 2017) waar Aerts mee samenwerkte op de plaat Charlatan van T.C. Matik.
Zonder dat ik het wist kwam Aerts het eerst op mijn radar met “Cool hé jongen” (1982) van Kurt Van Eeghem, een track die hij opnam, programmeerde en mede-schreef.
Ook het uitstekend klinkende Westende songs (2005) van Kris De Bruyne leer ik nu kennen.
Maar het aangenaamst verrast ben ik door een recente plaat van Aerts: Domeztik (2022) Daarop staat “Oh My!” en daar heb ik nu toch al een keer of vijf na elkaar naar geluisterd.
DS heeft een mooie necrologie door Peter Vantyghem en Filip Tielens.
DM-lezers moeten het stellen met Gunter Van Assche.
Maar daar gaat het nu niet over.
Rust zacht Jean-Marie.