Tag Archives: music

RIP Charles Blackwell (1940 – 2024)

Mijn doodgraver Jahsonic geeft blijk van een voorkeur voor obscure doden. Doden die achter de schermen werkten toen ze nog leefden. Nooit in het voetlicht traden.

“Boogie Down And Mess Around” (1976)

Zo kwam hij vandaag langs met een verzoek voor Charles Blackwell.

‘Nooit van gehoord,’ zeg ik.

‘U bent niet de enige.’

‘Zegt de naam Joe Meek u iets?’

‘Vaag.’

‘Platenproducer. Jong gestorven. Blackwell werkte voor hem.’

““Johnny Remember Me” was een song waar hij het arrangement voor verzorgde. Naargelang je wereldbeeld een gay torch song of een tienertragedie. Maar er is een niemendalletje uit de discotijd dat ik altijd amusant heb gevonden: “Boogie Down And Mess Around” (1976).

‘Het is goed,’ zegde ik, ‘leg hem maar bij de muzikanten.’

‘Oké baas.’

Rust zacht Charles.

RIP James Chance (1953 – 2024)

James Chance was niet zijn echte naam, maar een mooie naam was het wel. Elke stad heeft in de jaren zeventig en tachtig wel een James Chance maar alleen die van de grote Westerse steden werden bekend. In de Verenigde Staten was dat New York.

“Contort yourself” (1979)

In die culturele hoofdstad van de wereld kreeg een artistieke beweging de naam ‘no wave’ opgeplakt en songschrijver en saxofonist James werd als ‘no-waver’ bekend met het nummer “Contort yourself” (1979), dat in een mix van Kid Creole dansbaar was. ‘Contort yourself’ betekent ‘verwring uzelf’, wees slangenmens.

Continue reading

RIP Françoise Hardy (1944 – 2024)

Iedereen moet eraan geloven, zelfs de koninginnen van het popsterrendom. Hun fans zullen hen nog enkele jaren herinneren nadat het laatste warme bloed in hun harten klotste, maar ook de liedjes die ze zongen zal men vergeten. Of misschien niet, misschien alleen hun stemmen, misschien zijn enkele van hun liederen wel tijdloos en gedoemd om eeuwig gecoverd te worden, net als “Hava nagila”, de oudste alom bekende popsong van dat tegenwoordig weer zo verguisde volk.

Jane Birkin stierf vorig jaar. Dit jaar is het de beurt aan Françoise Hardy.

Hardy was bekend voor composities als “Tous les garçons et les filles” (1962), “Comment te dire adieu” (1968) en “Message personnel” (1973).

“Tous les garçons et les filles”

“Tous les garçons et les filles” (Alle meisjes en jongens) schreef ze toen ze nog geen achttien was en het vertelt over hoe ze nog nooit een wederzijdse verliefdheid heeft meegemaakt en hoe iedereen hand-in-hand loopt en zij moederziel alleen tot eenzame toeschouwer veroordeeld is.

Continue reading

RIP Steve Albini (1962- 2024)

Ergens eind jaren tachtig kwam mijn broer thuis met de elpee Songs About Fucking (1987). Dat denk ik toch. Of kocht ik die plaat achteraf zelf en hoorde ik hem voor het eerst op het VPRO programma waar ook Luc Janssen aan meewerkte nadat hij op de VRT ontslagen was wegens het op antenne laten van een scheet?

“The Model” cover van Big Black

Op die plaat van Big Black stond een cover van “The Model” (1978) van Kraftwerk; de gitaarklanken waren van een scherpe metaalkleur en de teksten gingen van: ‘L-DOPA, fix me alright!’ (‘L-DOPA, maak me beter’) tot ‘he’s a whore’ (‘hij is een hoer’). L-DOPA is een psychiatrisch geneesmiddel tegen bijvoorbeeld het bibberen van Parkinson. Big Black was Steve Albini

Continue reading

RIP Jean-Marie Aerts (1951 – 2024)

Toen Arno twee jaar geleden stierf deed ik daar een beetje smalend over; ik heb namelijk nooit van Arno gehouden. Dat kan aan mijn eigen afgunst liggen maar misschien is er meer aan de hand, want ik benijd immers niet ieders succes en van velen vind ik dat ze net méér bijval verdienen dan hen bij leven ten deel viel.

“Oh My” (2022)

Dat vind ik ook van Jean-Marie Aerts die pas gestorven is en die eigenlijk alleen bekend is voor zijn bijdragen aan T.C. Matic.

Aerts was een achtergrondfiguur, geen schijnwerperzoeker. Hij zat aan de knoppen, mixte, programmeerde, arrangeerde, net als Holger Czukay (1938 – 2017) waar Aerts mee samenwerkte op de plaat Charlatan van T.C. Matik.

“Cool hé jongen” (1982)

Zonder dat ik het wist kwam Aerts het eerst op mijn radar met “Cool hé jongen” (1982) van Kurt Van Eeghem, een track die hij opnam, programmeerde en mede-schreef.

Ook het uitstekend klinkende Westende songs (2005) van Kris De Bruyne leer ik nu kennen.

Maar het aangenaamst verrast ben ik door een recente plaat van Aerts: Domeztik (2022) Daarop staat “Oh My!” en daar heb ik nu toch al een keer of vijf na elkaar naar geluisterd.

DS heeft een mooie necrologie door Peter Vantyghem en Filip Tielens.

DM-lezers moeten het stellen met Gunter Van Assche.

Maar daar gaat het nu niet over.

Rust zacht Jean-Marie.

RIP Richard Horowitz (1949 – 2024)

“Marnia’s Tent” (1990)

In Marokko stierf de Amerikaanse componist Richard Horowitz die vooral voor zijn filmwerk bekend werd. Jahsonic, mijn melomane doodgraver, wees mij op een compositie die nogal populair is in het ambient en balearic circuit. De titel is “Marnia’s Tent” en hij staat op de soundtrack van The Sheltering Sky (1990) die hij samen met Ryuichi Sakamoto schreef.

Eros in Arabia (1981)

Mijn aandacht ging voornamelijk naar Eros in Arabia (1981) omdat ik nu eenmaal een erotomaan ben.

Rust zacht Richard.

RIP Marian Zazeela (1940 – 2024)

En in New York stierf Marian Zazeela, een Amerikaans kunstenaar die werkte met licht.

Pandit Pran Nath + La Monte Young, Marian Zazeela en Terry Riley ergens in 1977 in Rome.

Ze was ook kalligrafist, muzikant, schilder en levenspartner van La Monte Young. Die leeft nog.

Ragas of the Night (1977) by Pandit Pran Nath, Terry Riley, Marian Zazeela & La Monte Young

Rust zacht Marian.

RIP Damo Suzuki (1950 – 2024)

In Duitsland stierf Damo Suzuki, de Japanse zanger die gedurende twee à drie jaar leadzanger bij de Duitse cultband Can was en bij wie hij teksten verzon en zong voor songs zoals “Mushroom” (1971) and “Vitamin C” (1972). Doe geen moeite die teksten te begrijpen, ze zijn als nonsensgedichten, al hebben ze bestaande woorden.

“Mushroom” (1971)

Maar daar gaat het niet om. Can is een ijkpunt in het domein van de artrock — het woord kunstrock heeft nooit ingang gevonden — waar ook Velvet Underground wat potten gebroken heeft.

“Vitamin C” (1972)

Ik leg Damo naast Jaki Liebezeit en Holger Czukay; het wachten is op Irmin Schmidt, zolang kan dat niet meer duren want Schmidt is inmiddels 87 of zo.

Rust zacht Damo.

RIP Aston “Family Man” Barrett (1946 – 2024)

Een nieuwe dode. Helemaal uit Jamaica. Aston “Family Man” Barrett was bassist, bandleider voor Bob Marley en arrangeur en producer van diens albums en in die zin een radertje in het universum dat Dodenstad rond mensen als Lee Perry breit.

“Liquidator” (1969)

Vroeg werk waarop je hem kan horen is “Liquidator” (1969).

“King Tubby Meets Rockers Uptown” (1974)

Jahsonic beweert dat de meest gerenommeerde track waarop je Astons bastonen horen kan “Baby I Love You So” (1974) is, en dan in het bijzonder de dubversie op de B-kant die “King Tubby Meets Rockers Uptown” getiteld was.

Aston vormde lange tijd een ritmesectie met zijn vroeg gestorven broer Carlton; andere bekende ritmesecties zijn reggae-outfit Sly en Robbie, en Bernard Edwards en Nile Rodgers van het muziekensemble Chic.