Nog twee jaar en hij was honderd geworden. Dat overkomt maar twee mensen op de tienduizend. Norman Jewison was een Canadees regisseur die we ons vooral herinneren als regisseur van In the Heat of the Night (1967), bij ons uitgebracht als De nacht van inspecteur Tibbs.
Een zwarte politieagent (Sidney Poitier) uit het noorden van de VS wordt opgepakt voor een moord in het dan nog erg racistische zuiden. Niemand weet dat hij een flik is.
Als hij bij de commissaris (Rod Steiger) van dat stadje gebracht wordt, zegt die als hij het identiteitsbewijs van Poitier ziet:
‘Virgil? Dat is een grappige naam voor een n***rjongen uit Philadelphia. Hoe noemen ze je daar?’
Waarop Virgil even kwaad als waardig antwoordt:
‘Ze noemen me MISTER TIBBS!’
Als Sidney en Rod vervolgens bij een notoir racistische plantage-eigenaar op bezoek gaan heeft die man — bediend door een zwarte oudere butler die verdacht veel op een huisslaaf lijkt — plots door dat hij verdacht wordt. Hij geeft Tibbs een oorveeg en krijgt prompt een draai rond zijn oren terug. Het is de eerste oorveeg van een zwarte jegens een blanke in de Amerikaanse cinema. Ze slaan allebei met de bovenkant van de hand, daar waar de knoken zitten.
De plantage-eigenaar vraagt aan de commissaris of die het zag. Die antwoordt bevestigend. ‘Wat ga je eraan doen?’ vraagt de plantage-eigenaar. ‘Ik weet het niet,’ antwoordt de commissaris. Een erg grappige dialoog.
‘Er was een tijd dat ik je had kunnen laten neerschieten,’ zegt de racistische plantage-eigenaar, waarop het tweetal vertrekt. De oude man blijft achter met tranen in zijn ogen en een tot een grimas vertrokken gezicht.
In the Heat of the Night is slechts een van de vele films die Jewison regisseerde. De brave man werd nooit zo bekend als zijn films.
Desalniettemin: rust zacht Norman.