RIP Pascal Mercier (1944 – 2023)

In Franse encyclopedieën blijven kunstenaars leven. Ze sterven niet. Dat wil zeggen, men gebruikt ‘is’ i.p.v. van ‘was’ in elk lemma van een bekend persoon, dood of levend.

Jeremy Irons speelt de leerkracht klassieke talen die net zoals De man die de treinen voorbij zag gaan (1938), het boek van Simenon dat in de roman expliciet vermeld wordt.

Dus op de Franse Wikipedia ‘is’ Pascal Mercier (1944 – 2023) nog steeds:

‘… een Zwitsers schrijver bekend voor zijn Europese bestseller ‘Nachttrein naar Lissabon’ (2004). ‘Nachttrein’ vertelt het verhaal van een 57-jarige saaie Zwitserse classicus-prof die bij het vroege begin van de zoveelste-duizendste werkdag plots een meisje van zelfmoord redt, het fictieve boek ‘Een goudsmid van woorden’ in handen krijgt, daar totaal van in de ban geraakt, ineens zijn hele leven achterlaat, een nachttrein naar Lissabon neemt en alles te weten komt over dat fictieve boek en zijn schrijver…’

De burgemeester van Dodenstad heeft dat boek leren kennen toen hij een afspraak maakte by Uitgeverij Vrijdag om een boek van Joanie de Rijke van de ontmijningsdienst over te nemen.

Rudy liet mij toen het boek zien dat het goudhaantje van de uitgeverij was, Nachttrein.

Er is ook een film uit 2013. Die is niet goed.

Zo lees je in de roman: ‘ze haalt een viltstift uit haar jaszak, [doet] twee stappen, [buigt] zich voorover naar Gregorius en [schrijft] een reeks getallen op zijn voorhoofd.’

In de film echter, staat die vrouw op de brug om zelfmoord te plegen en er wordt niet op voorhoofden geschreven.

Als je naar de film kijkt krijg je onmiddellijk heimwee naar Vanessa Paradis in de van-de-brug-spring-scène van het prachtige La fille sur le pont (1999).

Nachttrein doet denken aan De wereld van Sofie (1991) en Schaduw van de wind (2001), boeken waarover de tegenstanders misprijzend beweren dat ze aan een kinderachtige behoefte voldoen; dat het diepzinnige kleuterliteratuur is, gemaakt om te behagen.

Men zal op de bres springen, en de Burgemeester van Dodenstad zal hen in hun sprong vergezellen, om het boek te verdedigen tegen dat soort elitaire breinpraatjes met de woorden:

‘u bent gewoon jaloers, u wil ook zo meeslepend kunnen schrijven, maar u kan dat niet, een verhaal dat leest als een trein en tegelijkertijd zoveel filosofisch concepten op tafel legt … doe dat maar eens na. En die filosofische concepten, weet u, die kan u naar believen als kantklos helemaal ontrafelen, of gewoon als een mooi bolletje wol in het verhaal laten liggen, het zal de vaart van het verhaal niet schaden, dat maakt dit boek zo heerlijk.’

nobrow apologeten aller landen

Een tegenstander zal op het laatste moment opperen, ‘Alain de Botton, dat begrijp ik nog maar toch niet Mercier?’

Wij zullen hem door wat geroep en gekakel de mond snoeren, hoewel wij ook zot van de Botton zijn. Maar vandaag zijn wij van oordeel dat het hier de begrafenis van Mercier is. Dat is dus geen dag om met met andere schrijvers af te komen. Wij zullen wel over die anderen praten als hun uur gekomen is, op hun uitvaart.

Rust zacht Pascal. Of Peter, want je heette eigenlijk Peter.