In 1992 bestijgt Sinéad O’Connor het podium van Saturday Night Live en heft de eerste woorden van het lied “War” (1976) van Bob Marley aan.
Ze zingt:
‘Tot de filosofie die het ene ras superieur acht en het ander inferieur uiteindelijk en voor altijd in diskrediet is gebracht en afgezworen is, zal er oorlog zijn. Overal oorlog.
Totdat er geen eersteklas en tweedeklas burgers van welke natie dan ook meer zijn, totdat de kleur van iemands huid van geen groter belang is dan de kleur van zijn ogen zal er oorlog zijn. Overal oorlog.
Totdat de fundamentele mensenrechten gelijk gewaarborgd zijn voor iedereen, zonder aanzien van ras, zal er oorlog zijn.
Tot de dag, dat de droom van blijvende vrede, wereldburgerschap, heerschappij van internationale moraal, slechts een vluchtige illusie zal blijven om na te streven maar nooit bereikt, zal er oorlog zijn. Oorlog.
En tot het onwaardige en onzalige regime dat onze broeders in Angola, Mozambique, en Zuid-Afrika in mensonwaardige slavernij vasthoudt, omver geworpen, volledig vernietigd is, zal er oorlog zijn.
Oorlog in het oosten. Oorlog in het westen. Oorlog in het noorden. Oorlog in het zuiden. Oorlog, oorlog. Geruchten van oorlog.
En tot die dag zal het Afrikaanse continent geen vrede kennen. Wij Afrikanen zullen vechten, we vinden het nodig en we weten dat we zullen winnen omdat we vertrouwen hebben in de overwinning van het goede over het kwade.
Goed over kwaad, ja! Goed over kwaad. Goed over kwaad, ja! Goed over kwaad. Goed over kwaad, ja!’
Op het moment dat de tonen van het woord ‘eeeevvvviiilllll’ uit haar longen schallen, haalt ze een foto van Paus Johannes Paulus II boven en verscheurt hem.
In de tekst smokkelt ze nog een allusie binnen naar de kindermishandeling waar ze zelf slachtoffer van was
Ze roept ‘fight the real enemy’ en verlaat het podium.
Het id hét televisiemoment van 1992 maar ik was het alweer helemaal vergeten.
Rust zacht Sinéad.