RIP Toshio Saeki (1945 – 2019)

Filmpje van een Franse galerie die werk van Toshio Saeki toonde naar aanleiding van zijn publicatie Fièvres nocturnes

In Japan stierf illustrator Toshio Saeki.

Een meisje zit in een stoel. Een eenpersoonsstoel. Haar benen zijn naakt. Een been is opgetrokken. Voor haar ligt een opengevouwen boek op een tafeltje. De kaft naar boven. Ze draagt een slipje. In haar slipje grabbelt een mannenhand. De arm van die hand komt uit de zetel. De andere arm — ook vanuit die zetel — grijpt haar borst. Bovenaan de zetel kunnen we nu de trekken van een mannengelaat zien. Er zit een man binnenin de sofa die dit meisje bepotelt.

–ekphrasis van een illustratie van Tosio Saeki

Ik schijn mijn interesse in dit soort onderwerpen een beetje verloren te hebben. Anders was ik wel in 2019 al aan de weet gekomen dat Toshio Saeki stierf.

De bovenstaande scène met die stoel vind ik een van de Saeki’s geilste. Ze is gebaseerd op een kortverhaal van de Japanse schrijver Edogawa Ranpo, “The Human Chair” (1925), een verhaal dat je bij ons kan lezen als “De menselijke stoel”. Je kon het in 1961 kopen in het boekje Griezelverhalen uit Japan van Edogawa Rampo, vertaald door Havank, in een Zwarte beertjes uitgave met een cover van Bruna. Voor 25 Belgische frank haalde je het in huis.

Dit is het plot:

Nadat ze haar man heeft zien vertrekken naar zijn werk, begint een jonge vrouwelijke schrijfster, die we alleen als Yoshiko zullen leren kennen, een grote verzameling brieven te lezen die ze van andere jonge auteurs heeft ontvangen. Dit zijn vaak brieven met voorbeelden van hun werk. Eén brief trekt haar bijzondere aandacht.

Het is een bekentenisbrief. De afzender zegt geen familie of vrienden te hebben, en beweert ‘onbeschrijflijk lelijk’ te zijn. Hij is stoelenmaker, houdt van zijn werk en van alle stoelen die hij maakt. Hij gaat zelfs zover dat hij beweert een soort ongrijpbare band met zijn werk te hebben.

Op een dag, na de voltooiing van een luxueus beklede stoel voor de lobby van een nieuw hotel, beseft hij dat het zijn meesterwerk is. Weigerend er afstand van te doen, vervormt hij de binnenstructuur van de stoel zodanig dat er een mens in kan zitten. In de stoel stopt hij genoeg voedsel en water voor een paar dagen. Nadat hij zijn assistent de opdracht heeft gegeven de stoel op te halen, klimt hij erin. De stoel wordt dan vervoerd naar de lobby van het hotel.

De volgende dagen verblijft hij ‘s morgens en ‘s middags in het meubelstuk. Het is tijdens deze momenten dat hij zijn enige interacties heeft met mensen. Mensen die ervoor kiezen om op de stoel te zitten. Het gaat vaak om welgestelde bezoekers. Hij raakt zeer vertrouwd met de mensen die er regelmatig verblijven. Hij beweert zelfs mensen te kunnen herkennen aan het gewicht en de vorm van hun lichaam en aan hun geur. Hij bekent dat hij verliefd wordt op sommige vrouwen die op hem zitten. Hij verschuift zijn lichaam onder hen om het hen comfortabel te maken en geniet van de opmerkingen die mensen maken over het buitengewone comfort en de luxe van de stoel.

‘s Nachts echter verlaat hij de stoel en ontplooit hij waarlijk criminele activiteiten. Wanneer de hotellobby gesloten is en de gasten slapen, kruipt hij uit de stoel en breekt in de kamers van de gasten in. Hij beweert een groot fortuin te hebben vergaard door deze illegale activiteiten en heeft zijn verblijf van enkele dagen verlengd tot enkele maanden.

Na enkele maanden in de stoel te hebben geleefd, verneemt hij dat het hotel onder nieuw management is geplaatst. De nieuwe beheerders eisen een meer sobere en Japanse esthetiek voor het hotel. De stoel wordt geveild en verhuist naar het huis van een Japanse politieke ambtenaar. In dit deel van zijn brief geeft hij toe dat hij verliefd is geworden op de vrouw van deze ambtenaar. Deze nieuwe vrouw is een liefhebber van literatuur en leest als zodanig vaak op zijn stoel. Hij heeft haar leren kennen als geen ander voor haar. Als privéstoel heeft hij nu intieme kennis van zijn eigenaar.

Hij begint de vrouw, het huis waarin ze woont en haar man in detail te beschrijven. Geschokt realiseert Yoshiko zich dat de vrouw die hij in de brief beschrijft zij zelf moet zijn. Aan het eind van de brief vraagt de schrijver of Yoshiko hem toestaat haar te ontmoeten. Ze kan haar toestemming kenbaar maken door ‘s nachts een brandende kaars te zetten. Van schrik springt Yoshiko van de stoel op en rent naar de andere kant van het huis. Terwijl ze de situatie overdenkt, bezorgt haar dienstmeisje haar de dagelijkse post. Ze vindt een brief van dezelfde stoelenmaker. In de brief vertelt hij haar dat de vorige brief niets anders was dan een manuscript van een voorbeeld van zijn werk, gebaseerd op pure verbeelding en de wetenschap dat zij onlangs die specifieke stoel had gekocht. Vervolgens vraagt hij om een reactie. In de laatste regel van zijn brief verklaart hij dat hij van plan is het verhaal “De menselijke stoel” te noemen.

Plot van De menselijke stoel van Edogawa Ranpo

Men kan zich afvragen of Edogawa Ranpo Le Sopha (1742) van de Franse schrijver Crébillon gelezen had, het verhaal dat ik beschreef in mijn De geschiedenis van de erotiek met de volgende woorden:

De Sofa gaat over een ziel die in een vorig leven vervloekt werd en getransformeerd is in een sofa. [Het verhaal] is eigenlijk een parodie op Duizend-en-een-nacht.’ Een verteller ‘vertelt dat hij zich – in een vorig leven als vrouw – bijzonder indolent heeft getoond, waarna hij vervloekt en getransformeerd werd tot sofa. Hij kan enkel zijn menselijke gedaante terugkrijgen “wanneer twee mensen elkaar, met [hemzelf] als gelegenheid, hun eerste vruchten van wederzijdse affectie schenken.”‘

Zowel “De menselijke stoel” als De sofa zijn zeer brave kost in vergelijking met de rest van oeuvre van Saeki. Het is verrukkelijk gruwelijk zoals Roland Topor dat ook kan zijn maar bij Topor is het nooit echt zinnelijk en dat is bij Saeki wel het geval. De Japanners hebben een woord voor dit soort geile gruwel : ero guroEro staat voor erotisch. En guro voor grotesk. Het zijn twee mijner favoriete sensibiliteiten.

Rust zacht Toshio Saeki.