Bij dageraad, mijn doodgraver Jahsonic en ik staan tussen de mausolea van het westen. Voor ons staat de in ochtendnevels gehulde doodskist van John Barth (1930 – 2024).
–‘In 1967 schreef John Barth een stuk met de titel “The Literature of Exhaustion” (1967), zegt mijn doodgraver, ‘hij vond dat de roman als medium uitgeput was en hij wilde die uitputting tot zijn onderwerp maken.’
–‘Zo win je altijd natuurlijk,’ zeg ik.
–‘U onderschat Barth. Hij was het die mijn aandacht vestigde op Thomas Brownes ongelofelijke dictum:
–‘Iedere mens is niet alleen zichzelf; mensen worden telkens opnieuw geleefd.’
–‘En wie was Browne?’
–‘Schrijver van Religio Medici uit 1643.’
–‘Had hij het over reïncarnatie?’
–‘Dat denk ik niet, baas, hij was een christenmens. Maar voor ons postmodernen was het een heerlijke ontdekking, want het postmodernisme heeft altijd meer beroep gedaan op stereotypen dan op karakters van vlees en bloed.’
–‘Klinkt wat saai.’
–‘Integendeel, baas. Browne beweerde dat er al vele Diogenessen geweest zijn, en evenzoveel Timons.
–‘En jij was ooit?’
–Een Diogenes, wat anders?’
Hij lacht luid en laat de kist zakken.