Als burgemeester van Dodenstad heb ik natuurlijk niet veel tijd om boeken te lezen. Dat was ooit anders. In 1992 reisde ik drie maanden door Indonesië, Maleisië en Thailand en toen las ik aldoor. Op de bus, op het strand, in bed, alsmaar lezen.
Als je een boek uit had, liet je het gewoon weer liggen, of je probeerde het te ruilen of te verkopen in een winkeltje waar men boeken van reizigers tweedehands verkocht.
Time’s Arrow
In een van die winkeltjes vond ik Time’s Arrow (1991) van Martin Amis, wiens lijk hier vanochtend werd afgeleverd. Wij moeten het nog opbaren maar over de plaats van het graf zijn mijn team en ik het wel al eens.
Het wordt het ereperk. Recht van ons canon der levenden naar het ereperk der doden.
Want zelfs mocht Amis alleen maar Time’s Arrow geschreven hebben, dan nog verdiende hij die plek, want het is nu eenmaal een uitzonderlijk boek. Het verhaal van een op Mengele gebaseerde naziarts wordt verteld in omgekeerde volgorde, niet alleen het verhaal, maar ook elke zin.
Een maaltijd begint bijvoorbeeld met een vuil bord uit de vaatwasser te halen, te gaan zitten, wat te kauwen en een voor een stukken voedsel op je vork te spuwen en die dan op je bord leggen. Dan dat voedsel in potten en pannen leggen, de voedingswaren weer in de koelkast stoppen en het uiteindelijk naar de supermarkt brengen, waar je — de enige troost voor deze trieste gang van zaken — je geld terugkrijgt. Slechts een enkele toegeving deed Amis aan de achterstevoren-heid van deze roman: de zinnen worden van voor naar achter verteld, al de rest gebeurt van achter naar voor.
Een paar jaar na Time’s Arrow las ik nog London Fields (1989) maar toen vergat ik Martin zo’n beetje.
Post 9/11
Tot ik in 2006 een artikel over hem in The Times las. Amis was duidelijk van zijn stuk. De aanleiding waren de verijdelde aanslagen op trans-Atlantische vliegtuigen in 2006. Amis gaf er het islamisme flink van langs en spaarde zelfs de islam zelf en de moslims niet.
‘…het enige wat de islamisten leuk vinden aan moderniteit is moderne wapens … ook demografisch gezien krijgen ze de bovenhand. Een kwart van de mensheid nu en in 2025 een derde … er is een duidelijke drang – heb jij die niet? – om te zeggen, “de moslimgemeenschap zal moeten lijden totdat het zijn zaken op orde heeft. Welk soort lijden? Hen niet laten reizen. Deportatie – en verder … inperking van vrijheden. Fouilleren van mensen die uit het Midden-Oosten of Pakistan lijken te komen … Discriminerende maatregelen, totdat het de hele gemeenschap schaadt en ze hard worden voor hun kinderen. Ze haten ons omdat onze kinderen seks hebben en drugs gebruiken – nou, ze moeten hun kinderen doen ophouden met moorden. Het is een enorme nalatigheid van hun kant.”‘
Straffe taal die hij achteraf relativeerde: het ging over een interview … in een essay zou hij zich nooit zo ongenuanceerd uitdrukken … het betrof een opwelling na de zoveelste terroristische aanslag, of poging tot in dit geval.
De reactie van de marxistische Terry Eagleton was niet mals. Hij noemde Martin Amis een schurk van de British National Party, de partij die het equivalent is van het Vlaams Belang in België en de partij van Geert Wilders in Nederland. Tegelijkertijd bestempelde Eagleton de vader van Martin, de even bekende Kingsley Amis, de man van Lucky Jim, een lompe racist, antisemiet, vrouwenhater, homohater, liberalenhater, zatlap en zelfhater.
De Martin Amis van bij ons
In de neerlandosfeer hebben wij niemand van het kaliber van Martin Amis, niet als romanschrijver (sorry Yves Petry, zelfs jij niet) en ook niet als opiniemaker (sorry Benno Barnard).
Op Klara werd Steven Van Ammel van boekhandel Passa Porta erbij gehaald, die heeft namelijk elke letter van Martin Amis gelezen. De vergelijking met onze eigen literatuurproductie werd jammer genoeg niet gemaakt.
De onwelgevallige commentaren van Amis over het islamisme doen mij denken aan een recent opiniestuk van Tom Naegels. Daarin beweert die dat rechts dan wel de verkiezingen wint, maar links de cultuurstrijd.
Hij dwaalt.
Naegels geeft als voorbeeld Beyoncé die op haar concerten een progressief woke verhaal vertelt. Hij voegt eraan toe: ‘Er bestaan rechtse artiesten, maar die bereiken zelden een groot publiek.’
Hij vergeet Michel Houellebecq en Salman Rushdie die je met een uitgesproken theofoob discours misschien niet ‘rechts’ maar toch moeilijk ‘links’ kan noemen; hij vergeet alle homofobe rappers en reggae-artiesten. Hij vergeet Jordan Peterson en Andrew Tate, misschien geen kunstenaars maar zeker wel cultuuriconen; en hij vergeet dat rechts sowieso niet van kunstenaars houdt.
Wij van Dodenstad malen er niet om. Links, rechts kattevitesse, wij houden gewoon zowel van vrede als van helder denken en wij weten dat op het einde iedereen altijd ten ruste wordt gelegd.
Rust zacht Martin.