In de Verenigde Staten stierf de Amerikaanse kunstenaar Carl Andre. Hij was bekend voor twee dingen. Ten eerste Equivalent VIII (1966), een ‘kunstwerk’ bestaande uit een stapel van honderdtwintig vuurvaste bakstenen. Ten tweede zijn huwelijk met kunstenaar Ana Mendieta, wiens videowerk onlangs nog in het Middelheim te zien was. Toen die in 1985 na een ruzie met hem uit het raam van hun appartement op de 34ste verdieping viel en stierf, was hij de hoofdverdachte. Hij werd bij gebrek aan bewijs vrijgesproken.
Ik hou niet zo van zijn werk, en van het minimalisme in de kunsten ben ik sowieso een koele minnaar.
In de gedateerde maar geestige achtdelige televisiedocumentaire The Shock of the New (1980), fileert Robert Hughes de ontologie van Equivalent VIII . Dat hij daar de pissijn van Duchamp niet bij betrekt neem ik hem maar een beetje kwalijk, omdat ik van dat pissijn wél hou.
Hughes zegt:
‘Het wezenlijke verschil tussen een sculptuur als Andre’s Equivalent VIII, 1978, en elk ander kunstwerk dat daarvoor in het verleden bestond, is dat Andre’s reeks bakstenen niet slechts gedeeltelijk, maar volledig afhankelijk is van het museum voor zijn context. Een Rodin op een parkeerplaats is nog steeds een misplaatste Rodin; Andre’s bakstenen op dezelfde plaats kunnen alleen maar een stapel bakstenen zijn.’
–Robert Hughes
Desalniettemin, rust zacht Andre.