Philip Pearlstein was een Amerikaans schilder gekend voor zijn naakten. Die naakten waren niet echt ‘mooi’ en met ‘mooi’ bedoel ik de premoderne schoonheid van het mooie vrouwenlichaam of de prachtige zonsondergang.
De naakten van Pearlstein behoorden tot de categorie ‘cult van het lelijke’ die midden 19de eeuw de norm werd in de kunsten. Andere schilders in hetzelfde idioom zijn Stanley Spencer (1891 – 1959) en Lucian Freud (1922 – 2011).
Je zou hier ook Eric Fischl (* 1948) bij kunnen betrekken maar Fischl is toch meer onderdeel van de ‘cult van het mooie’, en dat laatste wil ik hier toch als ‘cult van het schone’ vertalen. Als ik hem tot de kunstenaars die het schone vieren reken, dan doe ik dat vooral op basis van zijn schilderij Bad Boy (1981), een van de hoogtepunten van de 20ste-eeuwse erotische kunst.
Niet alleen waren de naakten van Pearlstein niet ‘mooi’, ze waren ook niet ‘erotisch’. Het is natuurlijk een eigenschap van veel ‘erotische kunst’ dat ze niet echt “erotisch’ is. En met erotisch bedoelen wij hier opwindend. En met opwindend bedoel ik dan weer dat het bepaalde levenssappen laat stromen. Ik heb daarover uitvoerig geschreven in ‘Kan porno kunst zijn?’
Rust in vrede Philip.