Tag Archives: 1951

RIP Bill Viola (1951 – 2024)

The Greeting (1995) by Bill Viola

Per seconde sterven twee mensen. Die komen op de lopende band terecht in het hoofdkantoor, een gigantisch distributiecentrum. Deze week zat daar Bill Viola tussen. Eerst wilden mijn medewerkers hem laten doorrollen, laten verdwijnen in de massa, maar Sholem Stein zei, ‘niet zo snel, jongens.’

Sholem zag ooit The Greeting (1995) en die video was hem bijgebleven, die slow motion opname van de visitatie naar een schilderij van Pontormo. Sindsdien, vertelde hij, was het hem opgevallen hoe Viola een religieuze dimensie in de kunsten had binnengebracht die er lange tijd niet meer ingezeten had, in die mate zelfs dat je hem een religieus kunstenaar kon noemen.

Rust zacht Bill.

RIP Jean-Marie Aerts (1951 – 2024)

Toen Arno twee jaar geleden stierf deed ik daar een beetje smalend over; ik heb namelijk nooit van Arno gehouden. Dat kan aan mijn eigen afgunst liggen maar misschien is er meer aan de hand, want ik benijd immers niet ieders succes en van velen vind ik dat ze net méér bijval verdienen dan hen bij leven ten deel viel.

“Oh My” (2022)

Dat vind ik ook van Jean-Marie Aerts die pas gestorven is en die eigenlijk alleen bekend is voor zijn bijdragen aan T.C. Matic.

Aerts was een achtergrondfiguur, geen schijnwerperzoeker. Hij zat aan de knoppen, mixte, programmeerde, arrangeerde, net als Holger Czukay (1938 – 2017) waar Aerts mee samenwerkte op de plaat Charlatan van T.C. Matik.

“Cool hé jongen” (1982)

Zonder dat ik het wist kwam Aerts het eerst op mijn radar met “Cool hé jongen” (1982) van Kurt Van Eeghem, een track die hij opnam, programmeerde en mede-schreef.

Ook het uitstekend klinkende Westende songs (2005) van Kris De Bruyne leer ik nu kennen.

Maar het aangenaamst verrast ben ik door een recente plaat van Aerts: Domeztik (2022) Daarop staat “Oh My!” en daar heb ik nu toch al een keer of vijf na elkaar naar geluisterd.

DS heeft een mooie necrologie door Peter Vantyghem en Filip Tielens.

DM-lezers moeten het stellen met Gunter Van Assche.

Maar daar gaat het nu niet over.

Rust zacht Jean-Marie.

Sadeana

Watching the film Marquis (1989) for a second time last night, occasioned by the death of Michel Robin, brought the following dictum to my attention:

… qu’importe à sa main créatrice que cette masse de chair conformant aujourd’hui d’un individu bipède, se produise demain sous la forme de mille insectes différents?…”

This appears to be a variation of Sade’s dictum that a “mass of flesh which today constitutes an individual … may be reproduced tomorrow in the form of a thousand insects”.

 Man into Wolf (1951)

In my quest to find the origin of this citation (Justine), I stumbled upon Man into Wolf (1951) by Robert Eisler. That book has a good chapter on Marquis de Sade, and, is in the public domain since this year.

“Paris sleeps in the arms of the Seine”

Following the death of Juliette Gréco, I watched the 1951 French film Sous le ciel de Paris by Julien Duvivier.

https://www.youtube.com/watch?v=Sh_WUKD6lYs&ab_channel=ClassicMoviesMemoriesFrench
 Sous le ciel de Paris 

It’s undervalued film. It begins with an exhilarating fly-over of Paris by night, topped with a voice-over mentioning all these souls in the city for which fate has a thing or two in store.

The ensuing action takes place over a period of 24 hours while many of the participants lives intermingle, making it an early example of hyperlink cinema.