En in New York overleed de Amerikaanse componist Ned Rorem.
Op diens Violin Concerto (1985, supra) zie je schilderijen van Thomas Hart Benton. Ik vind dat prachtig werk.
En in New York overleed de Amerikaanse componist Ned Rorem.
Op diens Violin Concerto (1985, supra) zie je schilderijen van Thomas Hart Benton. Ik vind dat prachtig werk.
In Italië stierf de componist Azio Corghi.
Als ik aan naoorlogse klassieke muziek denk, dan komen afbeeldingen van platenhoezen in mij op. Die zijn vaak erg mooi.
Op de YouTubestroom van dit stuk Consonancias y Redobles (1973) van Corghi wordt Augustus Light (1957) van Hans Hofmann getoond.
Toen ik Cut ‘n’ Mix nog eens uit mijn boekenkast haalde – overigens voor de verkeerde reden, ik dacht er een citaat van Jean Genet in aan te treffen maar het bewuste citaat bleek eigenlijk in Subculture: The Meaning of Style te staan, een ander boek van Dick Hebdige, te staan – werd ik getroffen door het opschrift:
‘But what are roots? Music is shapeless, colourless.’
George Oban
‘Maar wat zijn roots? Muziek is vormloos, kleurloos.’
Het zinnetje is me nooit eerder opgevallen en als ik vervolgens George Oban googelde, bleek dat de brave man afgelopen januari overleden was.
Ooit speelde Oban bas in Aswad, een Britse reggaeband.
Zijn nummer “Crazy Beat” (1985), dat hij opnam als Motion, staat op Bill Brewsters compilatie Tribal Rites die op Eskimo Recordings uitkwam.
Rust zacht George Oban
Keith Levene was een Engels gitarist die ik ooit door wat gericht gegoogel op het spoor kwam.
Hij maakte deel uit van The Clash en van Public Image Ltd, Johnny Rottens project na de Sex Pistols.
Hierboven hoort u hem op “Death Disco” (1978). U kan hem ook zien want hoe gek het ook klinkt, ze kwamen ermee op Top of the Pops.
RIP Keith Levene
Mehran Karimi Nasseri was een Iraans vluchteling die van 1988 tot 2006 als staatloze zou leven in de vertrekhal van de Charles de Gaulle luchthaven.
Zijn leven werd verfilmd met Tom Hanks in de hoofdrol.
Men zou zo denken, als men dit allemaal leest, dat Nasseri niet weg kon uit die luchthaven maar eigenlijk was de man geestesziek en wilde hij daar gewoon niet weg. Op het einde van zijn leven, toen hij er al enige jaren niet meer woonde, keerde hij er zelfs terug. Om te sterven zou je kunnen zeggen, alsof je het dramatisch effect ermee zou willen verhogen, maar het is werkelijk wat er gebeurde, hij stierf er.
Je kan je alleen maar afvragen hoeveel keer Nasseri het deuntje “Indicatif Roissy” van Bernard Parmegiani moet gehoord hebben dat tussen 1971 en 2005 elke boodschap van de PA van die hal in die luchthaven voorafging.
Dat “Indicatif Roissy” jingeltje is tegelijkertijd de puurste en meest verbasterde vorm van loungemuziek. Puur omdat het echt in een lounge gespeeld werd en verbasterd omdat het zo high art is dat het geen lounge kán zijn.
RIP Mehran Karimi Nasseri
Kevin O’Neill was een Brits striptekenaar.
‘Strips’ klinkt een beetje oneerbiedig. Het gaat eigenlijk over ‘graphic novels’.
Hij was vooral bekend van zijn werk aan The League of Extraordinary Gentlemen, het meesterwerk dat Alan Moore in 1999 bedacht.
In de Verenigde Staten overleed Lee Bontecou. Ze werd 91.
Ze was een beeldhouwer. Beeldhouwster zeg ik liever niet. Haar werk van gelast staal had its Giger-achtig.
Rust zacht Lee Bontecou
Hervé Télémaque was een Frans schilder wiens piepgaatje openging in Haïti.
In Ethiopië stierf de zanger en muzikant Ali Birra. Hij werd 72. Een van de Éthiopiques verzamelplaten, Éthiopiques 28: Great Oromo Music (2013), is aan zijn oeuvre gewijd.
Van die Éthiopiques serie kan ik u vooral “Yékèrmo Sèw” (1969) en “Yegelle Tezeta” (1972) van Mulatu Astatke en “Erè Mèla Mèla” (1975) van Mahmoud Ahmed aanbevelen.
Rust zacht Ali Birra
In Brazilië stierf de zangeres Gal Costa. Ze werd 77. Ik ben wel wat thuis in Braziliaanse muziek maar met het werk van Costa kwam ik eigenlijk nooit in aanraking. De Dewaele broers postten op hun Facebookmuur een foto[1] met 28 van haar hoezen die zij uit hun platenkast haalden. Mooie foto.
Door een kosmisch toeval was ik net voor Costa’s dood naar Marina Lima beginnen luisteren en nu lees ik op de Wikpiedia-pagina van Costa dat zij verliefd was op Marina. Mooi.
Ik nam me voor de tijd te nemen om het werk van Costa te verkennen maar ik verloor al snel mijn aandacht.
‘My little grasshopper … mijn kleine sprinkhaan.’
“Lost in Paradise” (1969)
Van die luistersessie bleef “Lost in Paradise” me bij omdat het een van de mooiste composities is op Stillness (1970) van Sérgio Mendes met Brasil ’66 waar Lani Hall zo loepzuiver op zingt.
Rust zacht Gal Costa.