Tag Archives: 1943

RIP Sly Stone (1943 – 2025)

David Toop is vandaag gastdoodgraver bij Dodenstad en hij deed de uitvaart van Sly Stone en Brian Wilson. Hij hield het verrassend kort.

“Let Me Have It All” van Sly door Sly

‘Ik werd wakker en ontdekte dat Brian Wilson op 82-jarige leeftijd was overleden, slechts een paar dagen nadat Sly Stone overleed, ook 82, en in beide gevallen zou je kunnen zeggen dat dat een lange 82 was, veel samengeperst in het eerste van drie delen van hun leven en dan de naweeën. Natuurlijk heb ik nagedacht over de mysterieuze manier waarop ze allebei verstrikt raakten in mijn (onze) emotionele en creatieve leven, maar ik heb mezelf ook de vraag gesteld waarom ze zo belangrijk waren. Die in elkaar grijpende funk die je op zijn hoogtepunt hoort op There’s a Riot Goin’ On, en de modulaire studio/compositiemethode die SMiLE definieerde en ontmantelde; ze stelden allebei nieuwe manieren voor mensen voor om samen te zijn, samen te werken, samen te maken, samen te leven, samen lief te hebben. Het feit dat er nog steeds rellen zijn, herinnert ons er sterk aan dat we ons luisteren regelmatig moeten vernieuwen en intensiveren.’ [Toop’s Facebookpagina 11/6/2025]

“Let Me Have It All” van Sly door Material

Ik heb de ceremonie dan maar van hem overgenomen en oh blasfemie!, ik heb “Let Me Have It All” in de versie van Material gespeeld. Toen daar protest op kwam onder de nabestaanden, heb ik ook het origineel opgezet. Ik doe het hier omgekeerd.

RIP Gwen McCrae (1943 – 2025)

“90% of Me Is You” (1974)

Gwen McCrae was een Amerikaanse zangeres gekend voor nummers zoals “90% of Me Is You” (1974), “All This Love That I’m Givin'” (1979), “Funky Sensation” (1981) en “Keep the Fire Burning” (1982).

Haar stem doet heel erg denken aan die van de ook al dode Loleatta Holloway.

Ik leerde haar kennen via DJ Spinna die het nummer “90% of Me Is You” draaide dat werd geschreven door de Rabelaisiaan Blowfly. Het is een prachtig lied en zegt:

Mijn hart doet niet meer wat ik wil
Omdat 90% van mij uit jou bestaat

En meer van dat.

Rust zacht Gwen.

RIP Mike Ratledge (1943 – 2025)

Joy of a Toy (1968)

Mike Ratledge was een Brits muzikant en medeoprichter van de cultband Soft Machine bij wie hij keyboards en fluit speelde.

Ik vond ooit een foto van Mike samen met een naakte vrouw, de foto was eind jaren zestig genomen op een ‘happening’ van Jean-Jacques Lebel in het Zuiden van Frankrijk, de dag na een opvoering van Het verlangen bij de staart gevat, een stuk dat Picasso in 1941 schreef.

Mike heeft heel wat writing credits op zijn naam staan waaronder die van “Joy of a Toy” (1968), samen met Kevin Ayers, die de titel ervan later zou gebruiken om een onovertroffen elpee te maken.

Van de originele bezetting van Soft Machine leeft alleen Robert Wyatt nog.

Rust zacht Mike.

RIP Peter Sinfield (1943 – 2024)

“21st Century Schizoid Man” (1969)

Peter Sinfield was een Engelse dichter en songschrijver bekend als medeoprichter en tekstschrijver van de rockband King Crimson. Hij schreef de tekst van “21st Century Schizoid Man” (1969) die ik hier voor de aardigheid vertaal :

Kattenpoot ijzeren klauw
Neurochirurgen schreeuwen om meer
Bij de gifdeur van paranoia
De schizoïde mens van de eenentwintigste eeuw

–“21st Century Schizoid Man” (1969)

Die song vindt elke muziekliefhebber wel goed, ook zij die prog maar een koel hart toedragen en dat zijn er nogal wat.

Rust zacht Peter.

RIP Jean Knight (1943 – 2023)

Mr. Big Stuff (1971) door Jean Knight

Jean Knight was een Amerikaanse zangeres bekend van het nummer “Mr. Big Stuff” (1971) dat ze zong maar niet schreef.

In tegenstelling tot wat de Afro-Amerikaanse mythologie zou kunnen doen vermoeden, is de stuff van Mr. Big Stuff niet zijn fallus maar zijn auto, zijn chique kleren en alle andere rijkdommen waarover hij beschikt.

Jean van haar kant is niet onder de indruk: ‘het is niet omdat jij wat met je bezittingen komt pronken dat ik mijn liefde aan jou kan schenken.’

Dat is wel zo verstandig van haar.

Rust zacht Jean.

RIP Thom Bell (1943 – 2022)

“People Make the World Go Round” (1972) by Thom Bell and Linda Creed, first performed by The Stylistics

Thom Bell was een Amerikaans componist, songschrijver, producer, arrangeur, pianist, en zanger die centraal stond in de ontwikkeling van de Philadelphia soul van de jaren zeventig. Hij was het creatieve brein achter de Delfonics, de Stylistics, en de Spinners.

“People Make The World Go ‘Round” (1999) by Innerzone Orchestra, cover van bovenstaande.

Je kan hem kennen van composities zoals “Ready or Not Here I Come (Can’t Hide from Love)” (1968), “La-La (Means I Love You)” (1968), “Didn’t I (Blow Your Mind This Time)” (1970), “People Make the World Go Round” (1972), “I’ll Be Around” (1972), and “Can’t Give You Anything (But My Love)” (1975) .

Maar je kan hem ook evengoed helemaal niet kennen natuurlijk want discoproducers zoals ‘Thom Bell, Gamble & Huff, Holland/Dozier/Holland, Jimmy Jam & Terry Lewis, Patrick Adams of Michael Zager’ worden nog altijd gemarginaliseerd, schreef Brian Chin in 1997.

En in 2000 wees David Haslam erop dat ‘het traditionele jaren-zestig-discours bolstaat van de waardeoordelen en het werk van de Velvet Underground verkiest boven dat van Motown, de productievaardigheden van Brian Wilson boven die van Norman Whitfield en de maatschappelijke relevantie van John Lennon boven die van James Brown.’

Rock boven pop dus. En ook rock boven soul en gelijk welk ander genre. Dat is ‘rockisme’.

Nu geloof ik wel dat er sinds die tijd een en ander veranderd is. In 2000 kwamen Frank Broughton en Bill Brewster met hun boek Last Night a DJ Saved My Life en in 2004 kwam Love Saves the Day van Tim Lawrence.

Daarna, of gelijktijdig ermee, kwam het rockisme versus poptimisme debat op gang en kreeg de obsessie met ‘authenticiteit’ een serieuze knauw.

Rust zacht Thom.

RIP Christine McVie (1943 – 2022)

“Everywhere” (1987) van Fleetwood Mac

Christine McVie was een Britse muzikante en songschrijver bekend als zanger en keyboardspeler bij de band Fleetwood Mac.

Ze schreef voor hen “Everywhere” (1987) en “Little Lies” (1987).

Dat zijn voor mij geen favoriete nummers als je ze vergelijkt met bijvoorbeeld “Hypnotized” (1973) dat ik enkele weken nog grijs draaide.

Los daarvan is mijn relatie met Fleetwood Mac best ingewikkeld. Een beetje zoals die met Dire Straits.

Maar dan word ik herinnerd aan “Dreams” (1973) en ben ik weer helemaal verguld. Of ik twijfel. Is dat de schuld van Stevie Nicks?

Ik zwijg.

Rust zacht Christine.