Ook de Braziliaanse voetbalspeler Pelé stierf, zo vlak voor het jaareinde.
Normaal gezien geef ik geen aandacht aan voetbal, maar Pelé was een groot voetballer en langs grootsheid en grandeur kunnen wij niet zomaar heen wandelen.
Sport interesseert me maar in drie opzichten: 1) alles wat met doping te maken heeft, 2) alles wat met gender te maken heeft en 3) de politiek van sport.
Neemt niet weg:
Rust zacht Pelé.
PS. Ik was trouwens het jongetje dat op school bij het samenstellen der voetbalploegen altijd als laatste gekozen werd. Samen met mijn vriend Didier. Die was zwart en gay.
Ivy Jo Hunter was een Amerikaans liedjesschrijver vooral bekend als co-auteur van “Dancing in the Street” (1964): ‘summer’s here and the time is right for dancing in the street.’
Zo is dat. Dansen. Dat is wat mensen doen in de zomer.
Hunter schreef ook “Behind a Painted Smile” (1967) met een zekere Beatrice Verdi. Het werd een hit voor The Isley Brothers. Wij leerden het kennen door de versie van Mathilde Santing. Een nummer over iemand die zijn of haar tranen verbergt achter een gezicht van vrolijkheid.
En dan is er “Loving You Is Sweeter Than Ever” (1966) dat Hunter samen met Stevie Wonder schreef voor de Four Tops maar dat wij in 1987 op ons bord kregen in een versie van Madonna-lieveling Nick Kamen.
In 1985 coverden Mick Jagger en David Bowie “Dancing in the Street”. Er bestaat een ‘stille’ versie van de zeer ergerlijke videoclip die bij dat nummer hoorde. In dit stuk YouTube bricolage, werd de muziek van het nummer gestript. Iele, zuchtigere fake stemmetjes werden bovenop een stille clip gemonteerd; ook het geschuifel van hun voeten hoor je, en blaffende honden, tsjirpende krekels en uilen (hoehoe-hoehoe) in de verte. Dat belachelijke gedans van Jagger krijgt een extra dimensie als je het zonder de muziek ziet. En Bowie is haast even onnozel. Heerlijk.
Ivy Jo Hunter leverde ook een kleine bijdrage aan de debuutplaat van Funkadelic. Op het nummer “Mommy, What’s A Funkadelic?” (1970) zou hij keyboards gespeeld hebben. Dat nummer, hoor ik nu ik het nog eens opzet, opent met ASMR-achtige smakgeluiden.
Pharoah Sanders was een Afro-Amerikaans componist en saxofonist. Tot zijn bekendste composities behoren “The Creator Has a Master Plan” (1969) en “Hum-Allah-Hum-Allah-Hum-Allah (Prince of Peace)” (1969).
Zelf vind ik vooral die “Hum Allah” van belang omdat ik daar voor het eerst het haast buitenaards gejodel van Leon Thomas hoorde.
Als mijn herinneringen mij niet in de steek laten maakte ik met Sanders kennis toen ik “You Got to Have Freedom” (1980) via een Jazz Juice compilatie te horen kreeg. De uithalen op die plaat behoren tot de meest energieke luchtstoten die iemand ooit uit een saxofoon liet opstijgen. Je zou het perfect na “Space is the Place” (1973) van Sun Ra kunnen draaien.
Er is niet zo heel veel jazz waar ik van hou (net genoeg eigenlijk), maar die van Sanders is er wel bij.
Hij speelde uiteraard met Bill Laswell samen.
Het afgelopen jaar trakteerde YouTube mij heel vaak op “Harvest Time” van zijn elpee Pharoah (1977), een trancy plaat die doet denken aan het werk van hedendaagse sax-furore Colin Stetson en tevens Sanders’ laatste werk met Floating Points voorafschaduwt.
Verder is mij nog naar aanleiding van dit schielijk overlijden opgevallen dat het ‘New Age’-religieuze aspect dat Sanders in zijn muziek binnenbracht zich niet alleen in het Verre Oosten (Karma, 1969) afspeelde maar ook in het Nabije Oosten (Tauid, 1967). Achteraf gezien is dat niet onlogisch, want Sanders is slechts een van de vele jazzmuzikanten die zich in die tijd tot de islam bekeerden, een religie die zich in de jaren negentig in Europa nog niet op de kaart had gezet.
Van alle necrologieën die ik de laatste tijd ‘schreef’ – en ik zet ‘schrijven’ hier tussen aanhalingstekens want in essentie is mijn ‘schrijven’ het schrijven met andermans woorden, of het keuzes maken van wat ik erin zet en wat ik eruit laat, van wie ik vermeld en wie ik verzwijg – was deze van Kripke de moeilijkste.
Allen Blairman was an American jazz drummer best known for his recording with Albert Ayler and Mal Waldron known. He is known for such recordings as Nuits de la Fondation Maeght (1970) with Albert Ayler.
Two actors died. Both played a role in paracinema.
The first is the Canadian actor Lawrence Dane (1937-2022) who is best-known for his part in Scanners (1981), the Cronenberg film forever famous for its exploding head scene.
Traffic Jam is reminiscent of the eight minute traffic jam scene in Weekend by Truffaut which is based on the infinitely more interesting short story “La autopista del sur” by Julio Cortázar.