Jet Black was een Engels drummer en mede-oprichter van de band The Stranglers.
‘De Wurgers’ dus, wat in het Nederlands wel een beetje raar klinkt.
Jet Black was mede-auteur van de compositie “Golden Brown” (1981), een heel bijzondere song. Een soort wals. Er is geopperd dat het over heroine gaat. Goudbruin. Misschien dan in de lijn van de ‘bruine suiker’ (“brown sugar”) waar The Rolling Stones het over hadden?
Irene Cara was een Amerikaanse zangeres bekend voor haar haar interpretatie van het nummer “Fame” (1980) in de gelijknamige film. Ze schreef ook mee aan het nummer “Flashdance… What a Feeling” (1983), een compositie van Moroder en Forsey.
“Fame”
Op de compilaties Disco Rotic I, II en III van begin jaren 2000 zingt ze het nummer “Breakdance”.
Ik geef u “Fame” uit 1980, uit de tijd dat het begon mogelijk te worden ‘famous for being famous’ te zijn. Bekend vanwege de roem. Een aantal jaren eerder, twaalf om precies te zijn, zei Andy Warhol al dat in de toekomst iedereen vijftien minuten roem zou verwerven. Het waren profetische woorden.
Als men vandaag die jongelingen in die “Fame”-videoclip ziet die in de danskledij van die tijd – die beenwarmers! – dan kan men daar alleen maar blijgezind van worden.
Toen ik Cut ‘n’ Mix nog eens uit mijn boekenkast haalde – overigens voor de verkeerde reden, ik dacht er een citaat van Jean Genet in aan te treffen maar het bewuste citaat bleek eigenlijk in Subculture: The Meaning of Style te staan, een ander boek van Dick Hebdige, te staan – werd ik getroffen door het opschrift:
‘But what are roots? Music is shapeless, colourless.’
‘Maar wat zijn roots? Muziek is vormloos, kleurloos.’
George Oban
Het zinnetje is me nooit eerder opgevallen en als ik vervolgens George Oban googelde, bleek dat de brave man afgelopen januari overleden was.
Ooit speelde Oban bas in Aswad, een Britse reggaeband.
Zijn nummer “Crazy Beat” (1985), dat hij opnam als Motion, staat op Bill Brewsters compilatie Tribal Rites die op Eskimo Recordings uitkwam.
In Ethiopië stierf de zanger en muzikant Ali Birra. Hij werd 72. Een van de Éthiopiques verzamelplaten, Éthiopiques 28: Great Oromo Music (2013), is aan zijn oeuvre gewijd.
Éthiopiques 28: Great Oromo Music (2013)
Van die Éthiopiques serie kan ik u vooral “Yékèrmo Sèw” (1969) en “Yegelle Tezeta” (1972) van Mulatu Astatke en “Erè Mèla Mèla” (1975) van Mahmoud Ahmed aanbevelen.
“Lost in Paradise” van Veloso, gezongen door Costa
In Brazilië stierf de zangeres Gal Costa. Ze werd 77. Ik ben wel wat thuis in Braziliaanse muziek maar met het werk van Costa kwam ik eigenlijk nooit in aanraking. De Dewaele broers postten op hun Facebookmuur een foto[1] met 28 van haar hoezen die zij uit hun platenkast haalden. Mooie foto.
Door een kosmisch toeval was ik net voor Costa’s dood naar Marina Lima beginnen luisteren en nu lees ik op de Wikpiedia-pagina van Costa dat zij verliefd was op Marina. Mooi.
Ik nam me voor de tijd te nemen om het werk van Costa te verkennen maar ik verloor al snel mijn aandacht.
‘My little grasshopper … mijn kleine sprinkhaan.’
“Lost in Paradise” (1969)
Van die luistersessie bleef “Lost in Paradise” me bij omdat het een van de mooiste composities is op Stillness (1970) van Sérgio Mendes met Brasil ’66 waar Lani Hall zo loepzuiver op zingt.