Richard Roundtree was een Amerikaans acteur bekend voor zijn rol als John Shaft, de hard-boiled privédetective in de blaxploitationfilm Shaft uit 1971.
Inmiddels is dat alweer meer dan vijftig jaar geleden en vandaag is die brok cultuurgeschiedenis enkel nog bekend voor het disco-broedsel “Theme from Shaft” van de hand van Isaac Hayes.
Who’s the black private dick that’s a sex machine to all the chicks? (Shaft) You’re damn right
De historica Natalie Zemon Davis is vooral bekend omdat ze meewerkte aan de Franse film Le retour de Martin Guerre (1982) waarin Gérard Depardieu een boer speelt die op twaalfjarige leeftijd trouwt met een dertienjarig meisje, van zijn bruid wegloopt, vele jaren later terugkeert om de draad weer op te pikken. Al snel wordt hij beschuldigd niet de ware Martin Guerre te zijn, het is een van de eerste gedocumenteerde zaken over identiteitsfraude.
Pas in het internettijdperk zou Davis bewust op mijn radar komen. Ik had toen De literaire onderwereld (1982) van Robert Darnton en Pestdamp en bloesemgeur (1982) van Alain Corbin gelezen.
Carla Bley was een Amerikaanse componiste onder andere gekend voor albums zoals Escalator over the Hill (1971) en Dinner Music (1977).
Escalator over the Hill is een operaproject in de stijl van Kurt Weil en Dinner Music is een lounge-achtige plaat met nummers zoals “Dining Alone”.
“Dining Alone”. Alleen dineren. Ook ik eet vaak alleen. Ik ga dan vroeg zodat ik als eerste bediend word. Daarna keer ik huiswaarts om verder te werken. Geen boodschappen. Geen afwas. Gewoon eten. Een dag vlees. Een dag kip, want elke dag rund eten verhoogt het risico op darmkanker.
Terug naar de muziek.
Carla speelde ook mee op een paar The Golden Palominos elpees. Minstens twee.
Wie denkt met de twee platen hierboven iets over de aard van het werk van mevrouw Bley te kunnen zeggen, dwaalt. Hij moet naar “Lawns” (1987) luisteren van de elpee Sextet uit datzelfde jaar.
Ik leg mevrouw Bley op het jazzperk. Daar arriveerden dit jaar ook Richard Davis, Peter Brötzmann, Carlos Garnett en Wayne Shorter, om er maar een paar te noemen.
Ik maak nooit praatjes met de jazzliefhebbers die er langskomen, ze zijn vaak zo humorloos.
Piper Laurie was een Amerikaanse actrice gekend voor rollen in films zoals The Hustler (1961), Carrie (1976), en Twin Peaks (1990).
In het Stephen King verhaal Carrie speelt ze de godsdienstgekke moeder van dat onfortuinlijke meisje bij wie de stoppen doorslaan nadat ze op het schoolbal een emmer varkensbloed over zich heen krijgt.
Stephen King (°1947) is een van de grootste schrijvers van zijn generatie en ik heb in de jaren tachtig en negentig redelijk wat van hem gelezen. De beste herinneringen heb ik aan The Stand (1978).
Omdat ik er niet in slaag mijn persoonlijke smaak aan de wereld op te leggen, maak ik een studie van smaakmakers. Vlaamse smaakmakers, ik moet ergens beginnen. Zo gebeurt het dat ik voor de tweede keer op de pagina’s van Johan Velter (1956) stuit.
De aanleiding is de dood van Brits regisseur Terence Davies, de man van wie ik maar een film zag, Distant Voices, Still Lives (1988). In dat jaar ging ik nog braaf naar alles ging kijken wat de Antwerpse kunstbioscopen voorschotelden. Niet dat ik veel keus had, de VCR was nog niet uitgevonden.
Een van de nabestaanden heeft weer geklaagd over de uitvaart.
De dode in kwestie was Michael Gambon (1940 – 2023), de Britse acteur.
De klachtenbrief maakte gewag van het feit dat ik het tijdens de plechtigheid de hele tijd over mezelf had gehad en over hoe ik de film The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover (1989) zag toen hij uitkwam, vierentwintig en getrouwd, nog kinderloos.
Dat was bij Cinema Cartoons en ik herinner me nog precies hoezeer ik onder de indruk was. Ik kocht daarna ook de soundtrack van Michael Nyman.
Ik weidde — aldus de klacht — ook te lang uit over de kannibalistische scène in The Cook en sprak te lang over hoe net dát deel van de geliefde van Helen Mirren door Gambon moest opgegeten worden.
In New York stierf de Schotse acteur David McCallum. Hij werd 90 en was bekend van film en televisie. Hoewel ik het nooit gezien heb, heeft The Man from U.N.C.L.E. (1964-1968) me altijd wel aangesproken.
McCallum werkte ook met David Axelrod aan een een nummer dat bijna integraal gesampeld werd door Dr. Dre met gastvocalen van Snoop Dogg. Het zal hem de volgende jaren van de vergetelheid redden.
Lou Deprijck was een Belgisch muziekmaker, zanger en producer gekend voor composities als “Que Tal America” (1977), “Ça plane pour moi” (1977), “Disco Samba” (1978) en “Kingston, Kingston” (1978).
Eind jaren zeventig was zijn bloeiperiode. Vele van zijn platen waren beststellers.