Tag Archives: American music

RIP Jack DeJohnette (1942 – 2025)

Jazzdrummer Jack DeJohnette sterft en ik blader door mijn oude LIFE magazines om te zien of ik iets slims kan zeggen over het begin van zijn carrière.

Uit de elpee Sorcery (1974)

Ja hoor, hier een stuk uit 1967:

‘Jazz verkeert in een crisis. De muziek heeft zijn massale aantrekkingskracht verloren. Er wordt al lang niet meer op gedanst. En ‘new wave’-muzikanten als Ornette Coleman, John Coltrane en Charles Mingus hebben alle regels van harmonie en ritme naast zich neergelegd om vergaande, expressionistische improvisaties naar voren te schuiven, waardoor het puristische publiek nog verder is vervreemd.

Uiteindelijk heeft rock-‘n-roll, het bastaardkind van de jazz, in verschillende, elk uur veranderende vormen – ‘hard’, ‘folk’, ‘blues’ en recentelijk ‘psychedelisch’ – een hele nieuwe generatie luisteraars voor zich gewonnen.

Zonder het jonge publiek is jazz ten dode opgeschreven. Esthetisch en historisch gezien kan het niet worden voortgezet.

[…]

Jack DeJohnette die op de stevige randen van zijn drums slaat, bassist Ron McClure die jammert en brult, Keith Jarrett die met één hand de pianosnaren tokkelt en met de andere het toetsenbord bespeelt, en Lloyd die schor huilt op zijn tenorsaxofoon …’

Nee, toch niet, hier ga ik het op de uitvaart niet over kunnen hebben, het artikel gaat eigenlijk over saxofonist Charles Lloyd. Het zegt dus weinig of niets over DeJohnette zelf. Het zegt iets over de toestand waarin jazz zich in 1967 bevond, hier mooi verwoord door Richard Saltonstall, Jr. maar een paar jaar later nog mooier en veel gebalder samengevat door Zappa toen hij zei: ‘jazz is niet dood, het ruikt alleen een beetje vreemd.’

Even door mijn platenkast met de duim over de ruggen wrijven, welke plaat ga ik tijdens de dienst draaien?

Ik vind deze, Sorcery (1974) [zie boven], een spirituele jazzplaat uit de tijd dat spirituele jazz, wij noemden dat soms ook kozmigroov, populair was.

Rust zacht Jack.

RIP Ron Carroll (1968 – 2025)

“I Get Lifted” (1994)

Ron Carroll was een Amerikaanse DJ, zanger, songschrijver en producer die actief was in het housemuziekwezen en daar songs medeschreef als “I Get Lifted” (1994) een song waarvan ik de lichtheid meer dan draaglijk vind. Ron was erg zwaarlijvig en erg zwaarlijvige mensen worden jammer genoeg nooit echt oud.

Rust zacht Ron.

RIP Eduardo Palmieri (1936 – 2025)

“Lucumí, macumba, voodoo” (1978)

Eduardo Palmieri was een Amerikaans componist, pianist en bandleider van Puerto Ricaanse komaf, bekend van composities zoals “Lucumí, macumba, voodoo” (1978).

In 1999 zou David Toop in zijn boek Exotica Palmieri beschouwen —en ik parafraseer — als een van de kanalen waarlangs de mystiek van de Afrikaanse diaspora geabsorbeerd werd door de Amerikaanse populaire muziek en beweren dat Lucumi, macumba, voodoo (1978) de complexe erfenis van Afrikaans-Caribische cultritmes […] verkende.

Rust zacht Eduardo.

RIP Tom Lehrer (1928 – 2025)

Tom Lehrer (1928 – 2025) was an Amerikaanse singer-songwriter en winkundige. Hij ging de geschiedenis in als de auteur van het nummer “Smut” (1965) in het kader van de toenmalige censuurprocessen.

“Smut” (1965)

“Smut” laat zich letterlijk als ‘vuiligheid’ vertalen, maar eigenlijk slaat het op pornografie. Als je Tom zo bezig ziet, dan moet je nog het meest aan een Amsterdams cabaretier denken.

Rust zacht Tom.

RIP Alan Bergman (1925 – 2025)

Drie jaar geleden stierf de echtgenote. Vandaag haar man.

Alan Bergman was een Amerikaans tekstschrijver die met zijn vrouw Marilyn wereldhits zoals “The windmills of your mind” (1968), “The way we were” (1973) en “You don’t bring me flowers” (1977) schreef.

“The Windmills of Your Mind” (1968), zweefvliegtuigscène

“Windmills” werd gecoverd door Herman Van Veen als “Cirkels” met de ongelofelijke versregel ‘er bestaat geen medicijn tegen oud en eenzaam zijn’ van Rob Crispijn.

Maar ook, “Windmills” is van de hand van Michel Legrand en de Bergmans werkten vaak samen met Legrand. Als bij toeval luisterde ik enkele dagen geleden nog meermaals naar diens compositie “Di-gue-ding-ding” (1964) die ik leerde kennen op de met onderscheiding geslaagde documentaire The kid stays in the picture (1994) over het leven van hollywoodproducer Robert Evans (1930-2019) die films zoals Rosemary’s baby (1968), Love story (1970), The Godfather (1972), en Chinatown (1974) producete, een documentaire die mij voor eens en voor altijd het belang van de producer inpeperde (iedereen heeft het over Roman Polanski’s Chinatown, maar ik spendeerde er vier à vijf jaar aan en Roman maar acht of negen maand’, horen we Robert zeggen).

Nu, ik heb het over Michel Legrand (en eigenlijk ben ik al heel ver van het pad af, want we zijn hier samen voor het schielijk overlijden van Alan Bergman) maar nog snel dit: als u zich wil vergewissen van het niveau van Legrand, luister naar de muziek die hij componeerde voor Roads to the south (1978) van Joseph Losey; maar vergeef mij; want dat doet al niet ter zake, rust zacht Alan.

RIP Connie Francis (1937 – 2025)

Connie Francis was een Amerikaanse zangeres gekend voor opnames als “Pretty little baby” (1960), “Siboney” (1960) en “Bossa nova hand dance” (1965).

“Siboney” (1965) by Connie Francis

“Siboney” is een song uit 1927 van de hand van Ernesto Lecuona, uit wiens stal ook “Tabou” (1935) kwam.

Maar dat doet hier niets ter zake want rust zacht Connie.

RIP Lalo Schifrin (1932 – 2025)

“Danube Incident” (1969) uit More Mission: Impossible, via de Strictly Breaks compilaties terechtgekomen op de Portishead hit “Sour Times” (1994).

Lalo Schifrin was een Argentijns componist en pianist gekend voor zijn ontelbare soundtracks. Een aantal van zijn composities werden rare groove en jazz-funk classics en de Britse band Portishead scoorde een hit met een sample uit “Danube Incident ” (1969).

“Room “26”” uit Bullitt (1968)

Enkele van de betere tracks zijn “Room “26”” (1968), het eerder vermelde “Danube Incident”, “Scorpio’s View” (1971) en “Unicorn” (1977).

Continue reading