Tag Archives: American music

RIP Andy Bey (1939 – 2025)

Andy Bey was een Amerikaans zanger.

“Round Midnight”

In “Round Midnight” (1944, 1965) hoor je hem met zijn twee zussen, ze zingen over het middernachtuur, wanneer het leven helemaal vreselijk wordt voor eenzame zielen. Andy was zwart en kwam als gay uit de kast. Zijn compositie “Celestial Blues” (1973) was geproducet door die andere cultheld Bill Fischer (1935 – 2023). Hij coverde Nick Drake’s “River Man” (1969, 1998) en zong op “I’ve Had a Little Talk” (1972) van Horace Silver (1928 – 2014) waar een man een gesprekje aangaat met zijn diverse lichaamsdelen (maag en longen en zo) met de belofte dat hij ze goed zal behandelen.

Andy’s werk werd fel gesmaakt door de Gilles Peterson generatie. Zijn zus Salome stierf in 2020. Geraldine Bey, van 1935, leeft nog. Rust zacht Andy.

RIP David Thomas (1953 – 2025)

De componist en zanger David Thomas van Pere Ubu sterft.

Pere Ubu met “Breath” (1989) in Night Music, een programma gepresenteerd door David Sanborn

Het is donderdagavond 24 april en op Klara draait Bart Vanhoudt “Over My Head” van Pere Ubu van de plaat The Modern Dance (1978) op zijn programma Klara Shift.

Zelf leerde ik de Amerikaanse zanger veertig jaar eerder kennen via de radiomakers Luc Janssen (°1954) en Gerard Walhof (°1956).

Terwijl ik het oeuvre van Thomas beluister, blader ik in het boek Wie is Herman Brusselmans en waarom? (1997), waar ik lees:

‘De zanger van Pere Ubu zit rochelend en stinkend uit alle hoeken en gaten van zijn lichaam in Hotel Mercure te Den Haag zijn zielige, overbodige leven te overdenken.’

Er is natuurlijk die stem, die wat wegheeft van het gekakel van David Byrne op “Psycho Killer” (1977), een nummer waar ik het nog altijd moeilijk mee heb en dat niet voor niks geparodieerd werd als “Psycho Chicken” (1980). Er is de gelijkenis met het maffe van The Residents. Het doet me ook wat denken aan Mark E. Smith van The Fall die ook zo’n overslaande stem heeft en en ook de zang van Tom Verlaine op de elpee Marquee Moon dwarrelt mijn herinneringen binnen.

Wie mooi over die stem geschreven heeft, en dat al vrij vroeg deed, namelijk in 1981, was de Amerikaanse muziekschrijver Jon Pareles die het had over een stem die opwaarts naar een radeloze sopraan wiebelt en dan weer afdaalt naar een eenzame tenor:

‘In de weinig voor de hand liggende stad Akron, Ohio, bijvoorbeeld, begon Pere Ubu al in 1975 vorm te krijgen. In het begin schreef de groep dreunende, surrealistische composities die op de leest van de Velvet Underground geschoeid waren; later begonnen ze overlays van willekeurige industriële noise toe te voegen; toen, op de een of andere manier, begon de noise in de liedjes te sijpelen en begonnen de liedjes te muteren. Op de beste albums van Pere Ubu, New Picnic Time en Dub Housing, wiebelt de stem van leadzanger David Thomas naar boven naar een radeloze sopraan en naar beneden naar een eenzame tenor met de band achter hem in en uit lopend, soms opgaand in statische elektronica, soms keihard rockend.’

Kijk vooral naar de clip hierboven. Die lichaamstaal. De man was een fenomeen.

Oh, als je iemand als David begraaft, moet je er rekening mee houden dat je niet voor je diensten betaald zal worden want rijk zal de componist en zanger met zijn werk niet geworden zijn. Er is die stem maar ook de onderwerpen waarover Pere Ubu zingt: zelfmoordpiloten in “30 Seconds over Tokyo” (1975) en de Endlösung in “Final Solution” (1976). Er hing iets in de lucht in die periode, dat ik zo een-twee-drie nu omschrijf als het nihilistisch moreel faillissement van de New Wave, geheel ten onrechte natuurlijk, want men zal mij zeggen dat het er net een reactie tegen is, maar in elk geval, je vindt het ook in de bandnaam Butthole Surfers, kontgatsurfers dus, die toegegeven, enige jaren later kwam.

Back to business; waar gaan we David Thomas begraven? Weet je waar ik hem leg? Naast Tom Verlaine.

Rust zacht David.

RIP Roy Ayers (1940 – 2025)

In de Verenigde Staten stierf Roy Ayers en op zijn begrafenis hier in Dodenstad draaide ik twee van zijn minder bekende nummers: “Third Eye” uit 1976 van de elpee Everybody loves the sunshine en “Chicago” uit 1983 van de elpee Silver vibrations.

Amanda Kuyper van het NRC schrijft: ‘Om de zoveel tijd ontdekte een nieuwe generatie de lome, groovy souljazz van de Amerikaanse vibrafonist Roy Ayers.’ De adjectieven ‘loom’ en ‘groovy’ zijn goed gekozen.

“Running Away”

Er is een passage in “Running Away” (1977) die ik grijsgedraaid heb, het zijn de diepe toetsenpartijen net voor Ayers aan zijn vibrafoonsolo begint maar die eigenlijk doorheen de hele track lopen, als een baslijn. Ik geloof dat je daar Philip Woo hoort.

Rust zacht Roy.

RIP Roberta Flack (1937 – 2025)

In het land van Trump en Musk stierf de Amerikaanse zangeres Roberta Flack.

Ze was bekend voor interpretaties van composities zoals “Killing Me Softly with His Song” (1972) en “Feel Like Makin’ Love” (1974).

“Feel Like Makin’ Love” (1974)

Het is het moment
Dat ik zin heb de liefde met je te bedrijven

–“Feel Like Makin’ Love” (1974)

“Feel Like Makin’ Love” (1974)

“Killing Me Softly” heeft een vreemde tekst van de hand van Norman Gimbel:

Mijn pijn tokkelend met zijn vingers
Mijn leven zingend met zijn woorden
Mij zachtjes doden met zijn lied

–“Killing Me Softly with His Song” (1972)

Flacks naam is verbonden met quiet storm (stille storm) een genre van ballades. Dat doet me dan weer denken aan de flard ‘There’s a quiet storm, and it never felt like this before’ van het nummer “The Sweetest Taboo” (1985) van Sade.

Maar dat doet hier weinig ter zake want rust zacht Roberta.

RIP Gwen McCrae (1943 – 2025)

“90% of Me Is You” (1974)

Gwen McCrae was een Amerikaanse zangeres gekend voor nummers zoals “90% of Me Is You” (1974), “All This Love That I’m Givin'” (1979), “Funky Sensation” (1981) en “Keep the Fire Burning” (1982).

Haar stem doet heel erg denken aan die van de ook al dode Loleatta Holloway.

Ik leerde haar kennen via DJ Spinna die het nummer “90% of Me Is You” draaide dat werd geschreven door de Rabelaisiaan Blowfly. Het is een prachtig lied en zegt:

Mijn hart doet niet meer wat ik wil
Omdat 90% van mij uit jou bestaat

En meer van dat.

Rust zacht Gwen.

RIP Elliot Ingber (1941 – 2025)

Don’t bogart that joint, my friend

Pass it over to me

–“Don’t Bogart Me” (1968)

“Don’t Bogart Me” (1968)

Elliot Ingber was een Amerikaanse gitaarspeler vooral gekend voor zijn bijdrage aan het stonerslied “Don’t Bogart Me” (1968), waarvoor hij de muziek schreef.

Wij hier in Dodenstad blowen af en toe nog eens graag. We doen het veel minder dan vroeger, in de tijd dat we dit lied leerden kennen en toen we ook hielden van de Cheech en Chong films, vol stonede humor.

“Don’t Bogart Me”, beter gekend als “Don’t Bogart That Joint My Friend” gaat over iemand die teveel trekken neemt van een joint die in een cirkel doorgegeven wordt, die de joint te lang in zijn mondhoek laat hangen, op de manier dat Humphrey Bogart dat deed.

Verder speelde Ingber ook bij Frank Zappa maar nu rust hij vooral.

Doe dat heel zacht Elliot.

RIP Melba Montgomery (1938 – 2025)

“No Charge” (1974) door Melba

Was het Luc Janssen van Krapuul de Lux die mij het nummer “No Charge” (1974) van Melba Montgomery heeft leren kennen?  Zo herinner ik het me althans.

Het nummer is een ode aan het moederschap. Een jongetje overhandigt zijn moeder een briefje met een lijst met alle klusjes die hij voor haar heeft uitgevoerd. Bij elk item op de lijst staat een bedrag:

‘Voor het maaien van de tuin – vijf dollar; voor het opmaken van mijn eigen bed deze week – één dollar; voor naar de winkel gaan – vijftig cent; en voor het spelen met kleine broer, terwijl jij ging winkelen – vijfentwintig cent; het vuilnis buiten zetten – één dollar; een goed rapport – vijf dollar; voor het harken van de tuin – twee dollar; totaal verschuldigd – veertien dollar vijfenzeventig.’

Continue reading

RIP Roy Haynes (1925 – 2024)

Adieu Roy Haynes. Jahsonic is er even niet, hij had me vast allerlei details kunnen vertellen over Haynes als legendarische jazzdrummer. Ik zocht dan zelf maar wat bij elkaar en vond hem nog springlevend met tracks zoals “Snap Crackle” (1962) en “Dorian” (1963). Toch vrees ik dat hem onrecht aandoe door het hier zo kort te houden.

“Snap Crackle” (1962)
“Dorian” (1963)

Desalniettemin, rust zacht Roy.

RIP Lou Donaldson (1926 – 2024)

“Pot Belly”

De Amerikaanse saxofonist Lou Donaldson stierf. Hij was ongeveer van dezelfde generatie en op hetzelfde terrein actief als Grant Green (gitaar) en Donald Byrd (trompet) maar zeemzoeteriger en minder interessant dan die ander twee, maar dat is onbillijk gezeur.

Want er is natuurlijk de compositie “Pot Belly” van Donaldson uit 1970 die door heel wat hiphop acts werd gecoverd. Allereerst door A Tribe Called Quest op de b-kant van hun nummer “Can I Kick it?” (1990) maar ook Portishead gebruikte de ritmesectie voor hun remix van “Going Nowhere” (1993) van Gabrielle.

Een ‘pot belly’ is een vooruitstekend buikje, zoals een peuter dat kan hebben, maar de term wordt gebruikt voor elke buik die niet obees is.

Rust zacht Lou.