En in New York overleed de Amerikaanse componist Ned Rorem.
Op diens Violin Concerto (1985, supra) zie je schilderijen van Thomas Hart Benton. Ik vind dat prachtig werk.
En in New York overleed de Amerikaanse componist Ned Rorem.
Op diens Violin Concerto (1985, supra) zie je schilderijen van Thomas Hart Benton. Ik vind dat prachtig werk.
Het was Robin Rimbaud die mij op het bestaan en meteen ook op de dood van Mimi Parker wees.
Mimi Parker was een Amerikaanse zangeres, een van de twee delen van de band Low.
Er bestaat een opname van een Tiny Desk Concert van Mimi en haar man.
Joseph Tarsia was een Amerikaans geluidstechnicus.
Als ik eind jaren negentig platen begin te verzamelen, duurt het niet lang of ik lees bij thuiskomst de kleine lettertjes op de hoezen van mijn oogst. Welk label, wie speelt erop mee, waar wordt het opgenomen, wie doet de hoes? Wie zijn de onbezongen en onbewierookte helden? Wie doet het vuile werk (*) achter de schermen?
Ik was, weet ik nu, op zoek naar metadata.
Ik deed dat platenjagen met een lijst van duizend platen in mijn hand. Letterlijk. Een aantal A4’tjes met maxi-singles die de legendarische deejay Larry Levan ooit in de New Yorkse discotheek Paradise Garage draaide, dus het is niet zo verwonderlijk dat ik de naam Joe Tarsia – de man die eerder deze week overleed – vaak tegenkom want in zijn studio’s, de Sigma Sound Studios, werden de platen opgenomen van Philadelphia International en Salsoul Records, labels waar ik indertijd bijzonder gek op was, vooral dat laatste label dan.
Een naam die ik in die periode ook veel tegenkom is Herb Powers, Jr., en die leeft nog. Hij maakt ‘masters’, dat wil zeggen hij transfereert de muziek die op tape opgenomen is in de studio, op actetaat. En dat acetaat moet dan weer dienen om er vinylplaten mee te persen. Je kan elders op het interweb Herb Powers, Jr. zien uitleggen hoe het opnemen van een ‘master’ in zijn werk gaat. Meer over Herb, als Herb sterft, tenzij ik eerder sterf maar dat is statistisch onwaarschijnlijk.
Terwijl ik dit necrologietje schrijf, luitster ik naar een plaatje dat ene Ava Cherry ooit opnam in Tarsia’s studio. Helemaal niet slecht: “You Never Loved Me” (1980).
(*) Dat vuile werk, dat bedoel ik niet zo, ik bedoel, wie doet mooi werk maar staat niet in de schijnwerpers?.
RIP Joseph Tasia
Geraldine Hunt was een Amerikaanse zangeres bekend van “Can’t Fake the Feeling” (1980), haar enige hit.
Dat lied ging over een vrouw die aanvoelde dat de liefkozingen van haar man of haar vriendje, ik denk niet dat ze door een huwelijksband verbonden waren, niet meer welgemeend waren, dat hij met een andere vrouw in zijn hoofd zat. Je kan dat gevoel niet faken, zei ze tegen hem in dat lied. ‘Jij voelt niet wat ik voel op het moment dat ik je voel,’ waren haar woorden en ik kan me dan toch alleen maar voorstellen dat dat laatste ‘voelen’ over de coïtus moet gaan.
Ik zie het in je ogen
“Can’t Fake the Feeling” (1980)
Je denkt aan een ander
Ik voel het in je aanraking
Je houdt alleen jezelf voor de gek
Dat is best een trieste boodschap maar het lied klinkt heel vrolijk — op de wijze dat Chic vrolijk klinkt — en in andere passages van het lied (elk lied is een gedicht) beschrijft ze zowel hoe hij haar zal missen en zij hem. Maar dat ze gedoemd zijn te uit elkaar te gaan is duidelijk.
Ik herinner me nog hoe ik deze plaat kocht bij ‘dikke Gilbert’, de vader van Lars Cosemans, de man die nu Coffee & Vinyl openhoudt op Antwerpen Zuid.
Hunt had drie kinderen van wie er twee hits scoorden. Freddie James zong op zijn veertiende, in 1979 was dat, de wereld toe met de volgende opbeurende woorden: “iedereen, opstaan en dansen!” en haar dochter Rosalind scoorde in 1982 een hitje getiteld “Murphy’s Law”. U kent die wet van Murhphy wel: als er iets mis kan gaan, dan zal het ook misgaan.
RIP Geraldine Hunt
Jerry Lee Lewis was een Amerikaans zanger, songschrijver en pianist die bekend werd voor zijn songs “Whole Lotta Shakin’ Goin’ On” (1957) en “Great Balls of Fire” (1957).
Voorts was hij nog berucht omdat hij met zijn dertienjarige nicht trouwde.
Over dat “Great Balls of Fire” nummer bestaat een grappige anekdote. Die kan je lezen in Mystery Train (1975) van Greil Marcus. Ze is echt gebeurd want het werd per ongeluk opgenomen in de studio. Lewis zit samen met labelbaas Sam Phillips in de Sun Studio. Ze staan op het punt “Great Balls of Fire” op te nemen. Plots daagt het bij Lewis waar die tekst voor staat. Die vuurballen, waar had hij dat nog gehoord? “Grote ballen van vuur, dat was een beeld uit de Pinksterkerk, dat betekende de Dag des Oordeels en nu wilde Sam Phillips dat Jerry Lee dat beeld in een vuile mop veranderde, het te bezoedelen. Jerry Lee zei nee.”
Lewis zong het lied uiteindelijk wel en mocht hij Nederlands gesproken hebben, en Vlaanderen het centrum van de Westerse wereld was, dan had het zo geklonken:
Je schudt mijn zenuwen en je rammelt met mijn hersenen
–“Great Balls of Fire” (1957)
Te veel liefde maakt een man gek
Je hebt mijn wil gebroken
Maar wat een kick
Lieve hemel, grote ballen van vuur!
In 1989 al – toen de brave man pas 54 was – achtte men de tijd rijp zijn leven te verfilmen. In de scène die ik me herinner, zit Jerry (Dennis Quaid) met zijn dertienjarig kindbruidje (Winona Ryder) achter in de kerk. Vooraan in de kerk, in die typische megalomane Amerikaanse preekstijl, staat de infame evangelist Jimmy Swaggart (Alec Baldwin), bezweet en geagiteerd.
Swaggart beschrijft het leven van twee neven. De ene (hijzelf) nam de moeilijke, vuile weg om het werk van Christus te doen. Hij zou daar later in de hemel voor beloond worden. De andere (Lewis) zegt hij, “nam de brede straat, geplaveid met goud, om miljoenen discipelen te hypnotiseren, met de zonde die de muziek van de duivel is. Rock and roll is als een geverfde vrouw. En hij kon haar charmes niet weerstaan.”
RIP Jerry Lee Lewis
Anita Kerr was een Amerikaanse zangeres actief in wat men ‘beautiful music’ noemt. Vocal harmony heet het specifieke genre.
Ze coverde daarbij vooral. Om u de sound voor te stellen: denk Pet Sounds van de Beach Boys. Die plaat heeft dezelfde kwaliteiten als het werk van Kerr, maar Kerr is gespeend van enige vorm van artisticiteit. Kerr is gewoon entertainer. Er is een Rhino compilatie met de titel Come to the Sunshine: Soft Pop Nuggets from the WEA Vaults (2004) die haar nummer “Happiness” (1968) heeft, die track is een goed voorbeeld van haar sound.
Ivy Jo Hunter was een Amerikaans liedjesschrijver vooral bekend als co-auteur van “Dancing in the Street” (1964): ‘summer’s here and the time is right for dancing in the street.’
Zo is dat. Dansen. Dat is wat mensen doen in de zomer.
Hunter schreef ook “Behind a Painted Smile” (1967) met een zekere Beatrice Verdi. Het werd een hit voor The Isley Brothers. Wij leerden het kennen door de versie van Mathilde Santing. Een nummer over iemand die zijn of haar tranen verbergt achter een gezicht van vrolijkheid.
En dan is er “Loving You Is Sweeter Than Ever” (1966) dat Hunter samen met Stevie Wonder schreef voor de Four Tops maar dat wij in 1987 op ons bord kregen in een versie van Madonna-lieveling Nick Kamen.
In 1985 coverden Mick Jagger en David Bowie “Dancing in the Street”. Er bestaat een ‘stille’ versie van de zeer ergerlijke videoclip die bij dat nummer hoorde. In dit stuk YouTube bricolage, werd de muziek van het nummer gestript. Iele, zuchtigere fake stemmetjes werden bovenop een stille clip gemonteerd; ook het geschuifel van hun voeten hoor je, en blaffende honden, tsjirpende krekels en uilen (hoehoe-hoehoe) in de verte. Dat belachelijke gedans van Jagger krijgt een extra dimensie als je het zonder de muziek ziet. En Bowie is haast even onnozel. Heerlijk.
Ivy Jo Hunter leverde ook een kleine bijdrage aan de debuutplaat van Funkadelic. Op het nummer “Mommy, What’s A Funkadelic?” (1970) zou hij keyboards gespeeld hebben. Dat nummer, hoor ik nu ik het nog eens opzet, opent met ASMR-achtige smakgeluiden.
RIP Ivy Jo Hunter.
Loretta Lynn (1932 – 2022) was een Amerikaanse zangeres die actief was in de countrymuziek.
Ze scoorde heel wat hits binnen het genre en wie weet ook daarbuiten.
Men maakte met Coal Miner’s Daughter (1980) een leuke film over haar leven met Sissy Spacek als Loretta en Tommy Lee Jones als haar man.
Ik koos voor haar nummer “The Pill” (1975) over een vrouw die de pil ontdekt en haar man vertelt dat het maar eens gedaan moet zijn met haar door middel van jaarlijkse baby’s aan het huis te kluisteren.
Minirokjes, shortjes en niementjes van dal.
Ik haal al die jaren in
Want nu heb ik de pil
Miniskirts, hot pants and a few little fancy frills
Yeah I’m makin’ up for all those years
Since I’ve got the pill
–“The Pill” (1975) by Loretta Lynn
Goed gezegd Loretta, en nogmaals wordt hier de cruciale rol die anticonceptiva voor vrouwen hebben gespeeld in de feministische strijd. Vooral dat die pil ongemerkt kon genomen worden, lijkt me nu ik deze woorden neerschrijf, een sterk punt van het product. En die mannen maar blijven proberen. ‘Nee schatje, sorry weer niet gelukt’, zei zo’n vrouw dan die stiekem de pil pakte.
Coolio (1963 – 2022) was een Amerikaans rapper vooral bekend omwille van zijn hit “Gangsta’s Paradise” (1995), een nummer dat “Pastime Paradise” (1976) van Stevie Wonder sampelde en interpoleerde.
Gunter Van Assche van De Morgen liet in zijn overlijdensbericht het woord deerniswekkend vallen i.v.m. Coolio’s verschijning in Big Brother Celebrity, ik vind dat woord van toepassing op de hele carrière van de ongetwijfeld brave man.
Bij zo’n overlijden ga ik altijd op zoek naar ‘what’s in it for me?’, ‘wat heb ik eraan’?
En dat antwoord vond ik alras.
De openingswoorden van “Gangsta’s Paradise” klinken namelijk zo:
As I walk through the valley of the shadow of death
“Gangsta’s Paradise” (1995)
I take a look at my life and realize there’s not much left
Klinkt die ‘valley of the shadow of death’, die ‘vallei van de schaduw des doods’ ons niet bekend in de oren? Ja, dat doet ze zeker.
Het is de titel van een geweldige foto van Robert Fenton, een foto uit 1855 die een weg toont in een verlaten, onbegroeide en onherbergzame valleilandschap. Die weg ligt bezaaid met kanonskogels.
Fenton noemde zijn foto naar een passage uit de Oudtestamentische Psalmen en de tekst luidt zo:
“Al ging ik ook in een dal van de schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij.”
Psalm 13
Maar John Bunyan heeft ook een heel mooie passage over die vallei van de schaduw des doods.
Die Engelse versie kent u allicht.
De Nederlandse vrije vertaling van vader Carel Steven Adama van Scheltema allicht niet.
“Nog blijft hem de Vallei van de schaduw des Doods te doortrekken, het duister, eenzaam oord met al zijne ontzettende schrikbeelden. Twee mannen ontmoeten hem bij den ingang en smeeken hem als hij zijn leven liefheeft, terug te keeren.”
John Bunyan: uit zijn leven en naar zijne geschriften (1889)
U vindt deze woorden in John Bunyan: uit zijn leven en naar zijne geschriften (1889).
RIP Coolio
Pharoah Sanders was een Afro-Amerikaans componist en saxofonist. Tot zijn bekendste composities behoren “The Creator Has a Master Plan” (1969) en “Hum-Allah-Hum-Allah-Hum-Allah (Prince of Peace)” (1969).
Zelf vind ik vooral die “Hum Allah” van belang omdat ik daar voor het eerst het haast buitenaards gejodel van Leon Thomas hoorde.
Als mijn herinneringen mij niet in de steek laten maakte ik met Sanders kennis toen ik “You Got to Have Freedom” (1980) via een Jazz Juice compilatie te horen kreeg. De uithalen op die plaat behoren tot de meest energieke luchtstoten die iemand ooit uit een saxofoon liet opstijgen. Je zou het perfect na “Space is the Place” (1973) van Sun Ra kunnen draaien.
Er is niet zo heel veel jazz waar ik van hou (net genoeg eigenlijk), maar die van Sanders is er wel bij.
Hij speelde uiteraard met Bill Laswell samen.
Het afgelopen jaar trakteerde YouTube mij heel vaak op “Harvest Time” van zijn elpee Pharoah (1977), een trancy plaat die doet denken aan het werk van hedendaagse sax-furore Colin Stetson en tevens Sanders’ laatste werk met Floating Points voorafschaduwt.
Verder is mij nog naar aanleiding van dit schielijk overlijden opgevallen dat het ‘New Age’-religieuze aspect dat Sanders in zijn muziek binnenbracht zich niet alleen in het Verre Oosten (Karma, 1969) afspeelde maar ook in het Nabije Oosten (Tauid, 1967). Achteraf gezien is dat niet onlogisch, want Sanders is slechts een van de vele jazzmuzikanten die zich in die tijd tot de islam bekeerden, een religie die zich in de jaren negentig in Europa nog niet op de kaart had gezet.
RIP Pharoah Sanders