In de Verenigde Staten overleed Lee Bontecou. Ze werd 91.
Ze was een beeldhouwer. Beeldhouwster zeg ik liever niet. Haar werk van gelast staal had its Giger-achtig.
Rust zacht Lee Bontecou
In de Verenigde Staten overleed Lee Bontecou. Ze werd 91.
Ze was een beeldhouwer. Beeldhouwster zeg ik liever niet. Haar werk van gelast staal had its Giger-achtig.
Rust zacht Lee Bontecou
Hervé Télémaque was een Frans schilder wiens piepgaatje openging in Haïti.
Pierre Soulages was een Frans schilder.
Ik kende hem niet dus ik stond nimmer stil bij zijn werk en dan ga ik er altijd van uit dat ik hem of zijn werk niet zal mogen. Ik ga immers altijd van het slechtste uit.
Bij nader onderzoek blijkt mijn vrees ongegrond. Ik mag zijn werk. Misschien word ik in dat oordeel beïnvloed door de schilderijen van Rothko waarvan ik ook altijd dacht dat ze niks voor mij waren tot ik die grote overzichtstentoonstelling in Den Haag zag.
Maar goed, echt weten of ik het werk van Soulages écht mag weet ik niet, omdat ik nu direct, dit weekend nog idealiter naar een museum zou willen lopen om het in het ‘echt’ te zien.
Kan dat? Waar dan? Ik weet het niet.
Nu moet ik afgaan op internetsites en boeken. Dan liever boeken. Onder mijn laptop ligt een stapel boeken om dat ding op ooghoogte te brengen. Ertussen zit een exemplaar van Art Now (1979). Ik neem het er tussenuit.
Edward Lucie-Smith typeert Soulages in Art Now als iemand wiens ‘kalligrafisch patroon van dikke, zwarte lijnen in meer dan een opzicht aan Kline herinnert’. Hij heeft, nog steeds aldus Lucie-Smith ‘een sappige benadering van verf’ (vertaling van Ida Boelema and Jeroen Boomgaard).
Het schilderij dat in die vroege periode het vaakst gereproduceerd wordt is Painting, November 20, 1956 (1956), dat in het Guggenheim in New York hangt. Het staat in Art Now.
Voor zij die gek van stromingen zijn (ik heb begrip voor u), Soulages wordt in de jaren na WOII gerekend tot het tachisme. Hij is een tachist dus. Tache is Frans voor vlek. Iemand die dus werkt met verfvlekken beoefent het vlekkisme. Het tachisme was eigenlijk de Europese interpretatie van het abstract expressionism, u weet wel, de druipschilderijen van Jackson Pollock. Elders in Europa werd dat actie-schilderen en het abstract schilderen met verfvlekken algauw met de term ‘lyrische abstractie’ aangeduid en ook onder die categorie zal je Soulages vinden.
Henri Michaux wordt ook tot de tachisten gerekend en ik ben gek op Michaux. Dat werk ken ik wel.
Als ik over stromingen lees word ik altijd moedeloos. Kijkt men naar de kunstproductie van een bepaalde periode, dan kan men zich niet van de indruk ontdoen dat iedereen elkaar na-aapte. Dat iedereen probeerde in de pas te lopen. Dat men wilde beantwoorden aan een bepaald verwachtingspatroon. En dan toch tegelijkertijd volhouden dat iedereen zijn eigen ding doet, dat kunst toch de allerindividueelste expressie is, maar dat is uiteraard niet zo. Ach, denk ik dan, het zal den tijdsgeest wel wezen. Bovendien gebiedt de eerlijkheid mij hieraan toe te voegen dat het met dat bedenken van kunststromingen en genres het hardst de spuigaten uitliep in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Daarna was alles gewoon postmodern. En ook dat is kort door de bocht.
RIP Pierre Soulages
Billy Al Bengston was een Amerikaans kunstenaar.
Men verwijst dikwijls naar Bengstons link met de “kustom”-auto-scene en de motorcultuur. Hij was naar het schijnt de eerste om autolak te gebruiken in de hoge kunsten met psychedelische kleuren die vaak mandala-achtige vormen kregen.
Ik geef u een lied van Harold Budd (die stierf onlangs ook): “Three Faces West (Billy Al Bengston’s)” (2005).
Dmitri Vrubel was a Russian painter known for his painting My God, Help Me to Survive This Deadly Love (1990).
Claes Oldenburg was a Swedish-born American sculptor known for soft sculptures such as Giant Soft Drum Set in the first half of his career, and extra large artworks in the second half of his career.
Spent two days on The History of Painting: From the Fourth to the Early Nineteenth Century (1907).
This history of art is a welcome change to the puritanism of the likes of Lübke.
Margaret Keane was an American artist known for her kitschy paintings of subjects with big eyes.
A resurgence of interest in Margaret Keane’s work followed the release of Tim Burton’s biopic Big Eyes (2014).
Paula Rego (1935 – 2022) was a Portuguese-born artist known for such paintings as The Dance (1988), Nursery Rhymes (1989), Dog Woman (1994) and War (2003).
Her masculine women remind me of Fernando Botero, her depictions of loneliness remind me of Jean Rustin and her graphic work of Francisco Goya.
I found her Dog Woman on the internet in the early 2000s and immediately canonized her. Following this post, I will also canonize Jean Rustin.
Ken Kelly was an American fantasy artist in the style of Frank Frazetta.
Kelly is best-known for his rock and heavy metal album cover artwork, as well as his illustrations for American horror magazines.