Tag Archives: Germany

RIP Udo Kier (1944 – 2025)

Udo Kier was een Duitse acteur gekend voor zijn karakterrollen, dat wil zeggen dat hij voornamelijk slechteriken, zonderlingen of buitenstaanders speelde. Het spreekt voor zich dat ik daar een bijzondere sympathie voor heb.

Udo is in popcultuurland vooral bekend voor zijn uitspraak in de film Flesh for Frankenstein (1973): ‘Om de dood te kennen Otto, moet je het leven in de galblaas neuken’. Otto is de assistent van dokter Frankenstein, die zoals u weet, in de originele roman uit 1818 met behulp van elektriciteit diverse stukken van stoffelijke overschotten uit slachthuizen, knekelhuizen en dissectiezalen — sommige menselijk, ander dan weer dierlijk — met behulp van elektrische vonken weer tot leven wenst te wekken.

Flesh for Frankenstein

Zelf heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om een van mijn favoriete nobrowscènes opnieuw te bekijken uit de film Docteur Jekyll et les femmes (1981) van de Poolse regisseur Walerian Borowczyk, de scène rond minuut 14 waarin Udo Kier in de rol van Jekyll tijdens een feestmaal zegt:

‘Volgens Kant zijn we vrije en onafhankelijke actoren, unieke verschijnselen. In zijn systeem zijn ruimte en tijd transcendentale begrippen …

Een disgenoot antwoordt:

‘Momenteel leven we in een tijdperk van verlichting. Dat betekent dat we wetenschap niet als apriorisch of aprioristisch beschouwen.’

Docteur Jekyll et les femmes 

Het hele gesprek dat daarop volgt is — hoewel nonsens — mooi en geloofwaardig geschreven; en als ik de credits mag geloven, vloeide het uit de pen van Borowczyk zelf. Het gesprek wordt gemonteerd op flarden van spartelende vrouwen die met messteken om het leven gebracht worden.

Als Frankenstein een herinterpretatie is van een 19de-eeuwse bespiegeling over het tot leven wekken van dode materie, dan is Docteur Jekyll et les femmes een variatie op Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde (1886), het verhaal van een medisch experiment waarin een arts door een chemisch drankje alternerend opgesplitst wordt in zijn goede en kwade zelf. Ik kan me zo het plezier voorstellen dat Kier bij het voorbereiden van zijn rol moet gehad hebben. Trouwens, de soundtrack van deze ‘pulpfilm’ is van elektroakoestische held Bernard Parmegiani.

Je hebt je kunnen verdiepen in Frankenstein en in Jekyll en Hyde en in talloze andere verhaallijnen. Je speelde in tweehonderdtwintig films. Tijd om te rusten Udo.

RIP Lutz Mommartz (1934 – 2025)

“Eisenbahn” (1967)

Lutz Mommartz was een Duits filmmaker ‘bekend’ voor films zoals “Eisenbahn” (1967), wat Duits is voor spoorweg. In die film zet Lutz een camera op een trein die langs het passagiersvenster naar buiten kijkt en het voorbijglijdend landschap registreert.

Het doet me denken aan de jaren ’90 toen er een Duitse televisiezender was die beelden toonde van een camera die in de bestuurderscabine van een trein was gemonteerd. Men noemt dat tegenwoordig slow television.

Fish tank video (VHS, 1993)

In de videotheken van diezelfde jaren ’90 werden videocassettes te huur aangeboden die beelden toonden van een aquarium of van open haarden. Op YouTube staat er nu nog een en die heet Fish tank video (VHS, 1993).

Maar dat doet hier weinig ter zake want rust zacht Lutz.

RIP Percy Adlon (1935 – 2024)

Miss Jasmin fantaseert dat ze levend gekookt wordt.

Voor ik doodgraver werd, was ik koerier, barman, verkoper, informaticus en leerkracht.

Toen Bagdad Cafe (1987) van Percy Adlon uitkwam was ik tweeëntwintig en verliefd. Misschien koerier, misschien barman. Aan het woord hartverwarmend heb ik vandaag een hekel, toch is het de meest trefzekere omschrijving van deze film.

Gisteren heb ik hem opnieuw gezien en ik vond hem even sterk als toen. Oké, Miss Jasmin is een witte redder, en ja, tijdens de opnames van de film is zij in een pot ‘kokend’ water gaan zitten terwijl rond haar dansende ‘wilden’ joelen van de bloeddorst. Dat kan je nu niet meer maken.

Alles speelt zich af aan een truckstop, een typische non-plaats die tot de verbeelding spreekt, dat wist Gainsbourg ook toen hij Je t’aime moi non plus opnam.

Op zo’n truckstop strandt de Duitse toeriste Jasmin. Ze vindt er een overwerkte eigenares, een lichtzinnige dochter, een door Bach bezeten zoon, een krijsend kleinzoontje, een overjaarse hippie-filmdecorschilder en een boemerangende backpacker.

Zij, lijder aan schoonmaakwoede, kinderloos maar met een groot zorgend hart, poetst er de watertank — het iconische beeld van de film — en wordt uiteindelijk de mater familias van dat verloren woestijngezelschap.

Rust zacht Percy.

RIP Damo Suzuki (1950 – 2024)

In Duitsland stierf Damo Suzuki, de Japanse zanger die gedurende twee à drie jaar leadzanger bij de Duitse cultband Can was en bij wie hij teksten verzon en zong voor songs zoals “Mushroom” (1971) and “Vitamin C” (1972). Doe geen moeite die teksten te begrijpen, ze zijn als nonsensgedichten, al hebben ze bestaande woorden.

“Mushroom” (1971)

Maar daar gaat het niet om. Can is een ijkpunt in het domein van de artrock — het woord kunstrock heeft nooit ingang gevonden — waar ook Velvet Underground wat potten gebroken heeft.

“Vitamin C” (1972)

Ik leg Damo naast Jaki Liebezeit en Holger Czukay; het wachten is op Irmin Schmidt, zolang kan dat niet meer duren want Schmidt is inmiddels 87 of zo.

Rust zacht Damo.

RIP Frank Farian (1941 – 2024)

Er zijn mensen die achter de knoppen zitten en knopen doorhakken maar de schijnwerpers mijden. Zo iemand was de Duitse zanger en platenproducer Frank Farian die aan de wieg stond van Boney M., No Mercy en Milli Vanilli en hits had zoals “Daddy Cool” (1976).

Farian zocht zangers en schermgezichten bijeen om zijn liedjes aan de man te brengen. Sommige van zijn zangers konden niet eens zingen. Neem de mannelijke hyperkinetische danser Bobby Farrell (1949-2010) bij Boney M. De lage tonen van ‘she’s crazy like a fool, bye bye Daddy Cool’? Die lipsyncte hij.

Gewoon met zijn lippen bewegen dus, hopelijk synchroon met de geluidsband. Frank Farian producete en zong alle zanglijnen, zowel de hoge als de lage, gewoon zelf. Wilde hij liever niet op camera komen, dacht hij op die manier meer platen te verkopen? Ik weet het niet. Platen moeten nu eenmaal gepromoot worden en zelf van televisiestation naar televisiestation reizen om er je liedjes te brengen, dat kan behoorlijk afstompend zijn.

“Baby Do You Wanna Bump” (1975)

Farian verkocht naar het schijnt meer dan 850 miljoen platen maar een van zijn eerste hits, “Baby Do You Wanna Bump” (1975), die stal hij gewoon. Het was plagiaat van Prince Busters compositie “Al Capone” (1964).

“Al Capone” (1964)

Het is een van de vele gevallen van Westerse muzikanten die uit de Afrikaanse diaspora melodieën pikten waarvoor ze de oorspronkelijke auteurs niet vermeldden en die ze dus bijgevolg ook nooit vergoedden.

Desalniettemin, rust zacht Frank.

RIP Konrad Klapheck (1935 – 2023)

Er was een periode waarin Konrad Klapheck voornamelijk machines schilderde: telmachines, schrijfmachines, telefoons, naaimachines, stoomstrijkijzers, fietsen en graafmachines. En een vrachtwagenband.

Veel van die machines worden door Klapheck verwrongen en vervormd zodat ze niet meer in staat zijn hun taak te vervullen. De verhoudingen kloppen niet meer. De schilder saboteert als het ware zijn machines.

Portret van het werk van Klapheck naar aanleiding van een overzichtstentoonstelling in het Museum MORE in Nederland.
Continue reading

RIP Martin Walser (1927 – 2023)

Martin Walser was een Duits schrijver, de laatste van de generatie van Günter Grass en Heinrich Böll. Het was de generatie die zich nog bij de Hitlerjugend kon aansluiten en dat dan ook nog vaak deed omdat iedereen het deed.

Walser geciteerd in de Kritiek van de cynische rede van Sloterdijk.

Walser zal misschien best herinnerd worden om zijn uitspraak over het communisme en het kapitalisme.

Continue reading

Peter Brötzmann (1941 – 2023)

Niemand is onsterfelijk. Dat is waar. De dood is de grote gelijkmaker. Dat is dan weer iets minder waar. Dat weten wij hier in dit niemandsland maar al te goed. In Dodenstad gelden in principe dezelfde regels als in het rijk der levenden. Net zoals bij de levenden zijn sommige doden toch minder gelijk dan anderen.

Machine Gun (1968) van het Peter Brötzmann octet.

Sommige doden ontvangen namelijk bezoek van vreemden. Ik bedoel, niet van naasten. We noemen hen graftoeristen. Of tombetoeristen. Mensen die per se in de buurt willen komen van de held die ze bij leven zo bewonderden. Of iemand die al lang dood is maar die ze toch nog een eerste of laatste groet willen brengen.

Is Peter Brötzmann dan zo iemand?

Continue reading