Martial Solal was een Frans muzikant en componist die in de wereld van de jazz bedrijvig was. Misschien was Martial wel het best gekend omwille van zijn soundtrack voor Jean-Luc Godards film À bout de souffle (1960), waar van ik, Jahsonic, hoofddoodgraver van Dodenstad, “New York Herald Tribune” de mooiste track vind; misschien wel omdat het iets van de sfeer van de vroege soundtracks van Jacques Tati oproept.
Jerry Lee Lewis was een Amerikaans zanger, songschrijver en pianist die bekend werd voor zijn songs “Whole Lotta Shakin’ Goin’ On” (1957) en “Great Balls of Fire” (1957).
Voorts was hij nog berucht omdat hij met zijn dertienjarige nicht trouwde.
Over dat “Great Balls of Fire” nummer bestaat een grappige anekdote. Die kan je lezen in Mystery Train (1975) van Greil Marcus. Ze is echt gebeurd want het werd per ongeluk opgenomen in de studio. Lewis zit samen met labelbaas Sam Phillips in de Sun Studio. Ze staan op het punt “Great Balls of Fire” op te nemen. Plots daagt het bij Lewis waar die tekst voor staat. Die vuurballen, waar had hij dat nog gehoord? “Grote ballen van vuur, dat was een beeld uit de Pinksterkerk, dat betekende de Dag des Oordeels en nu wilde Sam Phillips dat Jerry Lee dat beeld in een vuile mop veranderde, het te bezoedelen. Jerry Lee zei nee.”
Lewis zong het lied uiteindelijk wel en mocht hij Nederlands gesproken hebben, en Vlaanderen het centrum van de Westerse wereld was, dan had het zo geklonken:
Je schudt mijn zenuwen en je rammelt met mijn hersenen Te veel liefde maakt een man gek Je hebt mijn wil gebroken Maar wat een kick Lieve hemel, grote ballen van vuur!
–“Great Balls of Fire” (1957)
In 1989 al – toen de brave man pas 54 was – achtte men de tijd rijp zijn leven te verfilmen. In de scène die ik me herinner, zit Jerry (Dennis Quaid) met zijn dertienjarig kindbruidje (Winona Ryder) achter in de kerk. Vooraan in de kerk, in die typische megalomane Amerikaanse preekstijl, staat de infame evangelist Jimmy Swaggart (Alec Baldwin), bezweet en geagiteerd.
Swaggart beschrijft het leven van twee neven. De ene (hijzelf) nam de moeilijke, vuile weg om het werk van Christus te doen. Hij zou daar later in de hemel voor beloond worden. De andere (Lewis) zegt hij, “nam de brede straat, geplaveid met goud, om miljoenen discipelen te hypnotiseren, met de zonde die de muziek van de duivel is. Rock and roll is als een geverfde vrouw. En hij kon haar charmes niet weerstaan.”
Keith Tippett was a British jazz pianist and composer who appeared and recorded in many settings, including a duet with Stan Tracey, duets with his wife Julie Driscoll), solo performances, and as a bandleader, and appeared on three King Crimson albums.
YouTube has the full album of You Are Here… I Am There (1970)
Onaje Allan Gumbs was an American pianist, best-known for having played with the fine fleur of American jazz.
As I prefer all roads to lead to Rome, and Rome is my book, the death of Onaje Allan Gumbs must inevitably lead to Strata-East Records, more specifically to Charles Sullivan’s album Genesis (1974) on which mister Gumbs played piano.
Among Tyner’s most critically acclaimed albums is Trident (1975).
On that Trident album there is a musical composition called “Impressions” which features a bassline by Ron Carter which was sampled throughout the “The Choice Is Yours (Revisited)” (1991) by Black Sheep. The sample is well-known in hip hop midst because in fact it is the spine of that song. It is also in the Jahsonic 1000.
The song “Impressions” is an interpretation of Coltrane’s composition Impressions (1962).