Mijn doodgraver Jahsonic geeft blijk van een voorkeur voor obscure doden. Doden die achter de schermen werkten toen ze nog leefden. Nooit in het voetlicht traden.
Zo kwam hij vandaag langs met een verzoek voor Charles Blackwell.
‘Nooit van gehoord,’ zeg ik.
‘U bent niet de enige.’
‘Zegt de naam Joe Meek u iets?’
‘Vaag.’
‘Platenproducer. Jong gestorven. Blackwell werkte voor hem.’
““Johnny Remember Me” was een song waar hij het arrangement voor verzorgde. Naargelang je wereldbeeld een gay torch song of een tienertragedie. Maar er is een niemendalletje uit de discotijd dat ik altijd amusant heb gevonden: “Boogie Down And Mess Around” (1976).
‘Het is goed,’ zegde ik, ‘leg hem maar bij de muzikanten.’
‘Oké baas.’
Rust zacht Charles.