Omdat ik er niet in slaag mijn persoonlijke smaak aan de wereld op te leggen, maak ik een studie van smaakmakers. Vlaamse smaakmakers, ik moet ergens beginnen. Zo gebeurt het dat ik voor de tweede keer op de pagina’s van Johan Velter (1956) stuit.
De aanleiding is de dood van Brits regisseur Terence Davies, de man van wie ik maar een film zag, Distant Voices, Still Lives (1988). In dat jaar ging ik nog braaf naar alles ging kijken wat de Antwerpse kunstbioscopen voorschotelden. Niet dat ik veel keus had, de VCR was nog niet uitgevonden.
Mehran Karimi Nasseri was een Iraans vluchteling die van 1988 tot 2006 als staatloze zou leven in de vertrekhal van de Charles de Gaulle luchthaven.
Zijn leven werd verfilmd met Tom Hanks in de hoofdrol.
Men zou zo denken, als men dit allemaal leest, dat Nasseri niet weg kon uit die luchthaven maar eigenlijk was de man geestesziek en wilde hij daar gewoon niet weg. Op het einde van zijn leven, toen hij er al enige jaren niet meer woonde, keerde hij er zelfs terug. Om te sterven zou je kunnen zeggen, alsof je het dramatisch effect ermee zou willen verhogen, maar het is werkelijk wat er gebeurde, hij stierf er.
Je kan je alleen maar afvragen hoeveel keer Nasseri het deuntje “Indicatif Roissy” van Bernard Parmegiani moet gehoord hebben dat tussen 1971 en 2005 elke boodschap van de PA van die hal in die luchthaven voorafging.
Dat “Indicatif Roissy” jingeltje is tegelijkertijd de puurste en meest verbasterde vorm van loungemuziek. Puur omdat het echt in een lounge gespeeld werd en verbasterd omdat het zo high art is dat het geen lounge kán zijn.
In Brazilië stierf de zangeres Gal Costa. Ze werd 77. Ik ben wel wat thuis in Braziliaanse muziek maar met het werk van Costa kwam ik eigenlijk nooit in aanraking. De Dewaele broers postten op hun Facebookmuur een foto[1] met 28 van haar hoezen die zij uit hun platenkast haalden. Mooie foto.
Door een kosmisch toeval was ik net voor Costa’s dood naar Marina Lima beginnen luisteren en nu lees ik op de Wikpiedia-pagina van Costa dat zij verliefd was op Marina. Mooi.
Ik nam me voor de tijd te nemen om het werk van Costa te verkennen maar ik verloor al snel mijn aandacht.
Van die luistersessie bleef “Lost in Paradise” me bij omdat het een van de mooiste composities is op Stillness (1970) van Sérgio Mendes met Brasil ’66 waar Lani Hall zo loepzuiver op zingt.
Geraldine Hunt was een Amerikaanse zangeres bekend van “Can’t Fake the Feeling” (1980), haar enige hit.
Dat lied ging over een vrouw die aanvoelde dat de liefkozingen van haar man of haar vriendje, ik denk niet dat ze door een huwelijksband verbonden waren, niet meer welgemeend waren, dat hij met een andere vrouw in zijn hoofd zat. Je kan dat gevoel niet faken, zei ze tegen hem in dat lied. ‘Jij voelt niet wat ik voel op het moment dat ik je voel,’ waren haar woorden en ik kan me dan toch alleen maar voorstellen dat dat laatste ‘voelen’ over de coïtus moet gaan.
Ik zie het in je ogen Je denkt aan een ander Ik voel het in je aanraking Je houdt alleen jezelf voor de gek
“Can’t Fake the Feeling” (1980)
Dat is best een trieste boodschap maar het lied klinkt heel vrolijk — op de wijze dat Chic vrolijk klinkt — en in andere passages van het lied (elk lied is een gedicht) beschrijft ze zowel hoe hij haar zal missen en zij hem. Maar dat ze gedoemd zijn te uit elkaar te gaan is duidelijk.
Ik herinner me nog hoe ik deze plaat kocht bij ‘dikke Gilbert’, de vader van Lars Cosemans, de man die nu Coffee & Vinyl openhoudt op Antwerpen Zuid.
Hunt had drie kinderen van wie er twee hits scoorden. Freddie James zong op zijn veertiende, in 1979 was dat, de wereld toe met de volgende opbeurende woorden: “iedereen, opstaan en dansen!” en haar dochter Rosalind scoorde in 1982 een hitje getiteld “Murphy’s Law”. U kent die wet van Murhphy wel: als er iets mis kan gaan, dan zal het ook misgaan.
Peter Lamborn Wilson (1945 – 2022), also known as Hakim Bey was an American anarchist author and poet, primarily known for his concept of Temporary Autonomous Zones, short-lived spaces which elude formal structures of control. He also coined the term pirate utopia, released books such as Immediatism (1994) and recorded with Bill Laswell on the album T.A.Z. (1994).
Ellen McIlwaine was an American singer-songwriter and musician best known for her career as a solo singer, songwriter and slide guitarist.
I discovered her via Life:Styles – Kenny Dope (2003) which features her “Jimmy Jean” song, originally released on the album We The People (1973). The congas you hear are, as far as I know, by Cándido Camero.
Her song “Can’t Find My Way Home” is reminiscent of “You Goin’ Miss Your Candyman” (1968) is a song by Terry Callier.