Een nieuwe dode. Helemaal uit Jamaica. Aston “Family Man” Barrett was bassist, bandleider voor Bob Marley en arrangeur en producer van diens albums en in die zin een radertje in het universum dat Dodenstad rond mensen als Lee Perry breit.
Vroeg werk waarop je hem kan horen is “Liquidator” (1969).
Jahsonic beweert dat de meest gerenommeerde track waarop je Astons bastonen horen kan “Baby I Love You So” (1974) is, en dan in het bijzonder de dubversie op de B-kant die “King Tubby Meets Rockers Uptown” getiteld was.
Aston vormde lange tijd een ritmesectie met zijn vroeg gestorven broer Carlton; andere bekende ritmesecties zijn reggae-outfit Sly en Robbie, en Bernard Edwards en Nile Rodgers van het muziekensemble Chic.
Benjamin Zephaniah was een Engels schrijver en muzikant vooral bekend voor zijn ‘dub poetry’, zijn dubgedichten dus.
Dubgedichten zijn een genre van ‘spoken word’ waarin o.a. door de kolonisatie veroorzaakte sociale onrechtvaardigheid aangeklaagd wordt.
Die gedichten worden voorgedragen bovenop instrumentale reggae- en dubliederen.
Binnen dat genre bracht Zephaniah “Rasta” (1983).
Andere gedenkwaardige stukken dub poetry zijn “Inglan Is a Bitch” (1980) van Linton Kwesi Johnson (°1952) en “Dis Poem” (1986) van Mutabaruka (°1952) .
Het genre is zwaar op de hand en de meeste composities laten zich maar een keer om de vijf jaar comfortabel beluisteren. Zelfs de hits klinken al snel afgezaagd.
Rond dezelfde periode werd elders in de Afrikaanse diaspora vrolijker geklaagd in composities zoals “Atomic Bomb” (1978) van William Onyeabor.
Lord Creator was een in Trinidad geboren Jamaicaans singer-songwriter vooral gekend voor de compositie “Kingston Town” (1970) die UB40 in 1989 wereldbekender maakte dan de Lord zelf.
Rust zacht Kentrick, want dat was je echte voornaam.
Black Stalin was een calypsozanger van Trinidad en Tobago. Hij was gekend voor zijn liedjesteksten die zich tegen de Europese koloniale onderdrukker uitspraken.
In Jamaica stierf toetsenspeler Tyrone Downie. Tenminste, ik ga ervan uit dat Downie daar stierf maar hij kan ook ergens anders gestorven zijn.
Hij was vooral bekend omwille van zijn werk bij Bob Marley and the Wailers maar bracht ook wat solowerk uit. Zo is er een single met een instrumental van de “Slaving” riddim. Een ‘riddim’ is een melodie en een ritmepatroon. De Jamaicanen springen daar creatief mee om en een bepaald ‘riddim’ wordt soms tot meer dan honderd keer geherinterpreteerd. Bekende riddims zijn “Sleng Teng”, “Stalag”, “Diwali”, “Real Rock”, “Mad Mad” en “Full Up”.
Copyright?
Niet zo belangrijk in Jamaica.
Als u wil weten van wie de “Slaving” riddim juist is, moeten wij u het antwoord schuldig blijven.
Robbie Shakespeare was a bass player who, with his partner Sly Dunbar, formed the most influential reggae rhythm section between the mid-1970s and the mid-1980s.
I found out about Robbie’s death in De Standaard in which Karel Michiels wrote a knowledgeable obituary. Michiels had struck me before when writing about the death of Bunny Wailer. When I came home I googled him. I found out he is a reggae musician in his own right and performs under the name Jah Shakespeare.
What is my history with Sly and Robbie?
I think a friend of mine had a tape of Taxi Gang (a Sly and Robbie moniker) with her when I traveled to Indonesia, Malaysia and Thailand in the early 1990s.
When I collected records during the late 1990s and early 2000s, I found a copy of “Don’t Stop the Music”, a track which they recorded under the moniker Bits & Pieces, a cover of the disco song.
And then there is “Boops (Here To Go)” (1987) produced by Bill Laswell. This I first heard in Tom Tom Club in Antwerp. When I tried to find it in the internet era, it took me some time, thinking the lyrics were, “civil check, arms open wide” in stead of “Si boops deh. With arms open wide”.
Compass Point houseband
Besides all this, the duo are central to what is perhaps my favorite recording studio. I am referring to Compass Point, where Sly and Robbie were central to the house band Compass Point All Stars. Everybody played there, perhaps most central to my universe, Serge Gainsbourg.
The Padlock EP
And, to conclude: Robbie also did the bass line on that unforgettable record Padlock EP (1983) by Gwen Guthrie, produced by Larry Levan.
Ernest Wilson was a Jamaican singer; known for interpreting such songs as “I Know Myself” (1974), a Channel One production and “Undying Love” (Studio One, 1968), released on in an extended mix on Studio One Showcase Vol. 1 (1999).