Tag Archives: RIP

RIP Adriana Asti (1931 – 2025)

Adriana Asti was een Italiaanse actrice gekend voor rollen zoals die in Before the revolution (1964).

“Vivere ancora” (1964) in Before the revolution (1964).

In die film kust ze haar lover op de tonen van “Vivere ancora” (1964) van Gino Paoli. Paoli is ook de zanger van het onvergetelijke “Che cosa c’è” (1964) dat op de soundtrack van de cultfilm Parthenope (2025) staat maar dat nu niets ter zake want, rust zacht Adriana.

RIP Tom Lehrer (1928 – 2025)

Tom Lehrer (1928 – 2025) was an Amerikaanse singer-songwriter en winkundige. Hij ging de geschiedenis in als de auteur van het nummer “Smut” (1965) in het kader van de toenmalige censuurprocessen.

“Smut” (1965)

“Smut” laat zich letterlijk als ‘vuiligheid’ vertalen, maar eigenlijk slaat het op pornografie. Als je Tom zo bezig ziet, dan moet je nog het meest aan een Amsterdams cabaretier denken.

Rust zacht Tom.

RIP Cleo Laine (1927 – 2025)

In Engeland stierf zangeres Cleo Laine.

“All gone” (1963)

Wij spelen tijdens haar teraardebestelling het nummer “All gone” omdat het in de film The servant (1963) voorkwam en zij daar heel zwoel klinkt. Wij hielden van die film. Het nummer is van de hand van haar man John Dankworth (1927 – 2010) die veel muziek schreef. Verder willen wij nog aanstippen dat Cleo ook een versie deed van Pierrot lunaire (1912) van Arnold Schoenberg.

Rust zacht Cleo.

RIP Ozzy Osbourne (1948 – 2025)

“War Pigs” (1970)

We verwelkomen het stoffelijk overschot van Ozzy Osbourne. Hij werd 76 en is bekend als leadzanger van de Engelse band Black Sabbath and songwriter van composities zoals “War pigs” (1970) en “Supernaut” (1972).

“Supernaut” (1972)

De naam van hun band haalden ze van de Italiaanse horrorfilm Black Sabbath uit 1963 van Mario Bava en de titel was hen opgevallen vanuit hun repetitieruimte die zicht bood op een bioscoop aan de overkant van de straat.

Terwijl de bandleden naar de mensen keken die in de rij stonden om de film te zien, merkte een van hen op dat het ‘vreemd was dat mensen zoveel geld uitgaven om enge films te zien’. Daarop schreef hij met Osbourne het nummer “met de titel “Black Sabbath”, geïnspireerd door het werk van horror- en avonturenschrijver Dennis Wheatley.

Rust zacht Ozzy.

RIP Alan Bergman (1925 – 2025)

Drie jaar geleden stierf de echtgenote. Vandaag haar man.

Alan Bergman was een Amerikaans tekstschrijver die met zijn vrouw Marilyn wereldhits zoals “The windmills of your mind” (1968), “The way we were” (1973) en “You don’t bring me flowers” (1977) schreef.

“The Windmills of Your Mind” (1968), zweefvliegtuigscène

“Windmills” werd gecoverd door Herman Van Veen als “Cirkels” met de ongelofelijke versregel ‘er bestaat geen medicijn tegen oud en eenzaam zijn’ van Rob Crispijn.

Maar ook, “Windmills” is van de hand van Michel Legrand en de Bergmans werkten vaak samen met Legrand. Als bij toeval luisterde ik enkele dagen geleden nog meermaals naar diens compositie “Di-gue-ding-ding” (1964) die ik leerde kennen op de met onderscheiding geslaagde documentaire The kid stays in the picture (1994) over het leven van hollywoodproducer Robert Evans (1930-2019) die films zoals Rosemary’s baby (1968), Love story (1970), The Godfather (1972), en Chinatown (1974) producete, een documentaire die mij voor eens en voor altijd het belang van de producer inpeperde (iedereen heeft het over Roman Polanski’s Chinatown, maar ik spendeerde er vier à vijf jaar aan en Roman maar acht of negen maand’, horen we Robert zeggen).

Nu, ik heb het over Michel Legrand (en eigenlijk ben ik al heel ver van het pad af, want we zijn hier samen voor het schielijk overlijden van Alan Bergman) maar nog snel dit: als u zich wil vergewissen van het niveau van Legrand, luister naar de muziek die hij componeerde voor Roads to the south (1978) van Joseph Losey; maar vergeef mij; want dat doet al niet ter zake, rust zacht Alan.

RIP Connie Francis (1937 – 2025)

Connie Francis was een Amerikaanse zangeres gekend voor opnames als “Pretty little baby” (1960), “Siboney” (1960) en “Bossa nova hand dance” (1965).

“Siboney” (1965) by Connie Francis

“Siboney” is een song uit 1927 van de hand van Ernesto Lecuona, uit wiens stal ook “Tabou” (1935) kwam.

Maar dat doet hier niets ter zake want rust zacht Connie.

RIP Richard Foreman (1937 – 2025)

De Amerikaans theatermaker Richard Foreman stierf afgelopen januari al maar krijgt nu pas zijn plaats in Dodenstad.

Strong Medicine (1981)

Dat zit zo: als Tom Wouters mij de Engelse schrijver Jocelyn Brooke (1908 – 1966) onder de aandacht brengt, merk ik op dat er via Brooke een link binnenkomt van de andere Britse cultschrijver Ronald Firbank (1886 – 1926), Brooke schreef een biografie over Firbank, en een tweede, maar dan in combinatie met die van Betjeman.

Als ik Firbank onder de loep neem, merk ik dat hij vermeld wordt in het sleutelessay “Notes on “Camp”” (1964) van Susan Sontag, twee keer zelfs. Als ik een van die passages herlees, staat die vlak naast het zinnetje ‘stag movies seen without lust’, ‘pornofilms die zonder lustgevoelens bekeken worden’. Ik klik door naar ‘stag movies’ en stuit ok voor een tweede keer in mijn leven op Gerald Rabkin, co-auteur van Dirty Movies (1976); ik ga dat straks bij De Slegte bestellen, er staat nog een exemplaar in het centraal magazijn.

Als ik vervolgens Rabkin nader onderzoek, blijkt hij bovendien iets te maken te hebben gehad met de in januari overleden Richard Foreman en ik vind diens verfilming van zijn stuk Strong medicine (1981) op YouTube. Je zou de titel als paardenmiddel kunnen vertalen, bedenk ik me. Ik kijk er fragmenten van en vind het voldoende interessant om Foreman alsnog een plek in Dodenstad te geven.

Meneer Foreman, u was misschien alleen wereldberoemd in New York, maar dat doet er nu niet toe, want, rust zacht Richard.

RIP Alvaro Vitali (1950 – 2025)

L’insegnante al mare con tutta la classe (1980)

Alvaro Vitali was een Italiaans acteur en komiek, vooral bekend om zijn rol als Pierino in een reeks Italiaanse komediefilms uit de jaren ‘80.

Dat waren sekskomedies, een genre waar ik een bijzonder zwak voor heb, smoelentrekkerij en al. Over de mannen die er in voorkomen, stuk voor stuk klungelige sukkels, schreef de Italiaanse academicus Giacomo Manzoli:

‘Het lot van de neurotische, van de seksuele revolutie uitgesloten mannen uit de komedies van de jaren 1970 (gespeeld door onder andere Lando Buzzanca, Alvaro Vitali, Lino Banfi en Pippo Franco), was impotentie, castratie, neurose, dodelijke psychische stoornissen of, zeldzamer, homoseksualiteit’.

Desalniettemin, rust zacht Alvaro.