Tag Archives: United States

RIP Jonathan Kaplan (1947 – 2025)

Jonathan Kaplan was een regisseur uit de Roger Cormanstal die bekendheid zou genieten om zijn film The Accused (1988) met Jodie Foster over een groepsverkrachting in een bar, de eerste keer dat dat thema in een film aan bod kwam.

Night call nurses (1972)

Maar in de beginjaren van zijn loopbaan maakte hij films voor Roger Corman en regisseerde hij het niemendalletje Night call nurses (1972), de derde in de cyclus van Roger Corman verpleegsterfilms.

Drie jonge verpleegsters werken op de psychiatrische afdeling in een ziekenhuis. Barbara (Patty Byrne) raakt onder de invloed van een charismatische sekstherapeut en wordt gestalkt door een mysterieuze verpleegster. Janis (Alana Hamilton) heeft een affaire met een vrachtwagenchauffeur die verslaafd is aan drugs. Sandra (Mittie Lawrence) raakt politiek geëngageerd door een affaire met een zwarte militant en helpt een gevangene uit het ziekenhuis te ontsnappen.

De trailer ziet u  hierboven.

Rust zacht Jonathan.

RIP Robert Wilson (1941 – 2025)

“Knee 1” (1976)

Robert Wilson was een Amerikaanse theaterregisseur gekend voor stukken als Einstein on the beach (1976) met muziek van Philip Glass. Robert Wilson behoorde tot de Amerikaanse culturele avant-garde elite en mocht dus in Avignon aantreden. “Knee 1” uit die opera is een van de composities in de Jahsonic 1000.

Rust zacht Bob.

RIP Tom Lehrer (1928 – 2025)

Tom Lehrer (1928 – 2025) was an Amerikaanse singer-songwriter en winkundige. Hij ging de geschiedenis in als de auteur van het nummer “Smut” (1965) in het kader van de toenmalige censuurprocessen.

“Smut” (1965)

“Smut” laat zich letterlijk als ‘vuiligheid’ vertalen, maar eigenlijk slaat het op pornografie. Als je Tom zo bezig ziet, dan moet je nog het meest aan een Amsterdams cabaretier denken.

Rust zacht Tom.

RIP Connie Francis (1937 – 2025)

Connie Francis was een Amerikaanse zangeres gekend voor opnames als “Pretty little baby” (1960), “Siboney” (1960) en “Bossa nova hand dance” (1965).

“Siboney” (1965) by Connie Francis

“Siboney” is een song uit 1927 van de hand van Ernesto Lecuona, uit wiens stal ook “Tabou” (1935) kwam.

Maar dat doet hier niets ter zake want rust zacht Connie.

RIP Richard Foreman (1937 – 2025)

De Amerikaans theatermaker Richard Foreman stierf afgelopen januari al maar krijgt nu pas zijn plaats in Dodenstad.

Strong Medicine (1981)

Dat zit zo: als Tom Wouters mij de Engelse schrijver Jocelyn Brooke (1908 – 1966) onder de aandacht brengt, merk ik op dat er via Brooke een link binnenkomt van de andere Britse cultschrijver Ronald Firbank (1886 – 1926), Brooke schreef een biografie over Firbank, en een tweede, maar dan in combinatie met die van Betjeman.

Als ik Firbank onder de loep neem, merk ik dat hij vermeld wordt in het sleutelessay “Notes on “Camp”” (1964) van Susan Sontag, twee keer zelfs. Als ik een van die passages herlees, staat die vlak naast het zinnetje ‘stag movies seen without lust’, ‘pornofilms die zonder lustgevoelens bekeken worden’. Ik klik door naar ‘stag movies’ en stuit ok voor een tweede keer in mijn leven op Gerald Rabkin, co-auteur van Dirty Movies (1976); ik ga dat straks bij De Slegte bestellen, er staat nog een exemplaar in het centraal magazijn.

Als ik vervolgens Rabkin nader onderzoek, blijkt hij bovendien iets te maken te hebben gehad met de in januari overleden Richard Foreman en ik vind diens verfilming van zijn stuk Strong medicine (1981) op YouTube. Je zou de titel als paardenmiddel kunnen vertalen, bedenk ik me. Ik kijk er fragmenten van en vind het voldoende interessant om Foreman alsnog een plek in Dodenstad te geven.

Meneer Foreman, u was misschien alleen wereldberoemd in New York, maar dat doet er nu niet toe, want, rust zacht Richard.

RIP Bill Moyers (1934 – 2025)

Joseph Campbell and the Power of Myth (1988)

Bill Moyers was een Amerikaans journalist van grote bekendheid en een held aan de linkerzijde van het politieke spectrum.

Zelf vond ik het interview met Joseph Campbell over helden uit 1988 opmerkelijk, vooral in de passages waarin het over de moedergodin, de almoeder ging, over de eerbied in primitieve samenlevingen voor de Grote Godin, Moeder Aarde. Over de menselijke vrouw die baart net zoals de aarde planten baart, over vrouwenmagie en aardemagie, over agrarische samenlevingen waarin de Godin de dominante mythische vorm is

Ook gedenkwaardig uit datzelfde jaar is een interview met Tom Wolfe met een passage over de ‘kaboutertheorie’ uit Manufacturing Consent (1988) ‘dat er ergens een kamer is met een met baai bedekt bureau en dat daar een stel kapitalisten zit die aan de touwtjes trekt. Deze kamers bestaan niet. Ik bedoel, ik zeg dit niet graag tegen Noam Chomsky [maar] ik denk dat dit de meest absolute nonsens is die ik ooit heb gehoord. Dit is de huidige mode op universiteiten. Weet je, het is klinkklare nonsens en ik denk dat het niets anders is dan een mode.’

Die mode houdt nog steeds aan.

Maar dat is van geen belang vandaag want rust zacht Bill.

RIP Lalo Schifrin (1932 – 2025)

“Danube Incident” (1969) uit More Mission: Impossible, via de Strictly Breaks compilaties terechtgekomen op de Portishead hit “Sour Times” (1994).

Lalo Schifrin was een Argentijns componist en pianist gekend voor zijn ontelbare soundtracks. Een aantal van zijn composities werden rare groove en jazz-funk classics en de Britse band Portishead scoorde een hit met een sample uit “Danube Incident ” (1969).

“Room “26”” uit Bullitt (1968)

Enkele van de betere tracks zijn “Room “26”” (1968), het eerder vermelde “Danube Incident”, “Scorpio’s View” (1971) en “Unicorn” (1977).

Continue reading

RIP Brian Wilson (1942 – 2025)

“Our Prayer” (1969)

Brian Wilson was een Amerikaanse componist bekend als bezieler van The Beach Boys.

Hij schreef en producete de muziek van songs zoals “God Only Knows” (1966), “Good Vibrations” (1966), “Wouldn’t It Be Nice” (1966) and “Our Prayer” (1969).

“God Only Knows” (1966)

Hij was een getroebleerde ziel. Ik word herinnerd aan het boek Touched with fire (1993), over de relatie tussen monomanie, psychische ziekten en zelfmoord. Hoe schril het contrast tussen het imago van Wilson en de wensdromerige California sound van snelle auto’s, surfen, feesten, daten en kussen en andersoortig voorspel plegen in het rulle strandzand.

Ik word ook plots herinnerd aan hoe Dave Haslam er ooit op wees dat blanke muzikanten zoals Brian Wilson vanuit ‘rockist’ vooroordeel met meer égards behandeld worden dan zwarte doch even getalenteerde muzikanten als Norman Whitfield.

En dat kan wel allemaal zijn maar dat doet vandaag weinig ter zake want rust zacht Brian.