Hervé Télémaque was een Frans schilder wiens piepgaatje openging in Haïti.
RIP Ali Birra (1950 – 2022)
In Ethiopië stierf de zanger en muzikant Ali Birra. Hij werd 72. Een van de Éthiopiques verzamelplaten, Éthiopiques 28: Great Oromo Music (2013), is aan zijn oeuvre gewijd.
Van die Éthiopiques serie kan ik u vooral “Yékèrmo Sèw” (1969) en “Yegelle Tezeta” (1972) van Mulatu Astatke en “Erè Mèla Mèla” (1975) van Mahmoud Ahmed aanbevelen.
Rust zacht Ali Birra
RIP Gal Costa (1945 – 2022)
In Brazilië stierf de zangeres Gal Costa. Ze werd 77. Ik ben wel wat thuis in Braziliaanse muziek maar met het werk van Costa kwam ik eigenlijk nooit in aanraking. De Dewaele broers postten op hun Facebookmuur een foto[1] met 28 van haar hoezen die zij uit hun platenkast haalden. Mooie foto.
Door een kosmisch toeval was ik net voor Costa’s dood naar Marina Lima beginnen luisteren en nu lees ik op de Wikpiedia-pagina van Costa dat zij verliefd was op Marina. Mooi.
Ik nam me voor de tijd te nemen om het werk van Costa te verkennen maar ik verloor al snel mijn aandacht.
Van die luistersessie bleef “Lost in Paradise” me bij omdat het een van de mooiste composities is op Stillness (1970) van Sérgio Mendes met Brasil ’66 waar Lani Hall zo loepzuiver op zingt.
Rust zacht Gal Costa
RIP Mimi Parker (1967 – 2022)
Het was Robin Rimbaud die mij op het bestaan en meteen ook op de dood van Mimi Parker wees.
Mimi Parker was een Amerikaanse zangeres, een van de twee delen van de band Low.
Er bestaat een opname van een Tiny Desk Concert van Mimi en haar man.
RIP Gerd Dudek (1938 – 2022)
De Duitse saxofonist Gerd Dudek stierf. Hij werd 84.
Dudek behoort tot de garde van de oude Europese free jazz royalty waar ook de recent overleden Belg Fred Van Hove toe behoorde.
RIP Gerd Dudek
RIP Carmelo La Bionda (1949 – 2022)
In Italië stierf Carmelo La Bionda. Hij was een zanger en songschrijver. Hij werd 73.
Hij maakte samen met zijn broer deel uit van een muzikaal duo dat zich La Bionda noemde, wat ‘De blonde’ betekent. Het was hun echte achternaam.
Het duo maakte discoplaten. Hun grootste hit was misschien “One for You, One for Me” (1978). ‘Eentje voor jou, eentje voor mij’ zongen ze dus. Het is me nooit duidelijk geworden wat ze daar onderling aan het verdelen zijn.
De hoes van de elpee waar die compositie op staat, is een kitscherig oriëntalistisch tafereel dat niet zou misstaan naast een slavinnenmarktschilderij van Jean-Léon Gérôme en waarover Edward W. Said schande zou spreken.
He duo werkte ook onder de naam D. D. Sound en in die hoedanigheid releaseten zij een maxi single die de naam “Café” (1978) kreeg. Die plaat draaide DJ Larry Levan in de legendarische New Yorkse discotheek Paradise Garage.
Een persoonlijke favoriet is misschien “I Wanna Be Your Lover” (1980) over een man die dringend uit de ‘friend zone’ en in de ‘boyfriendzone’ van een vrouw wenst te komen.
RIP Carmelo La Bionda
RIP Douglas McGrath (1958 – 2022)
In New York stierf Douglas McGrath. Hij was 64 en werkte in de filmindustrie. Hij maakte een aantal films die ik niet zag maar waar ik met plezier een samenvatting van zou willen zien.
Hij schreef ook mee aan Bullets Over Broadway (1994), een Woody Allen film die tot diens beste gerekend wordt.
Die wil ik eventueel wel in zijn totaliteit zien. Want ik hou van Allen, en Cusack zie ik graag spelen.
RIP Douglas McGrath
RIP Tyrone Downie (1956 – 2022)
In Jamaica stierf toetsenspeler Tyrone Downie. Tenminste, ik ga ervan uit dat Downie daar stierf maar hij kan ook ergens anders gestorven zijn.
Hij was vooral bekend omwille van zijn werk bij Bob Marley and the Wailers maar bracht ook wat solowerk uit. Zo is er een single met een instrumental van de “Slaving” riddim. Een ‘riddim’ is een melodie en een ritmepatroon. De Jamaicanen springen daar creatief mee om en een bepaald ‘riddim’ wordt soms tot meer dan honderd keer geherinterpreteerd. Bekende riddims zijn “Sleng Teng”, “Stalag”, “Diwali”, “Real Rock”, “Mad Mad” en “Full Up”.
Copyright?
Niet zo belangrijk in Jamaica.
Als u wil weten van wie de “Slaving” riddim juist is, moeten wij u het antwoord schuldig blijven.
RIP Tyrone Downie
RIP Terence Parsons (1939 – 2022)
In de Verenigde Staten stierf de filosoof Terence Parsons. Parsons was vooral bekend omwille van zijn werk rond het onbestaande.
De man stierf eind juli van dit jaar al. Ik kwam erachter dat hij een onbestaand object geworden toen ik me voor de zoveelste keer in het niet-bestaande verdiepte. De interesse deze keer gewekt na een bezoek aan het Mundaneum in Bergen. Toen stelde ik mij de vraag, mocht men de wereld in een boomstructuur willen gieten, en willen tweedelen middels vertakkingen, zou men zo’n tweedeling niet kunnen beginnen met het ‘echte’ versus het ‘onechte’? Of het materiële versus het immateriële?
Ik stel voor dat we zo tewerk gaan. We zetten in een kamer twee grote manden en schrijven woorden op papiertjes. Die gooien we ofwel in de linkermand ofwel in de rechtermand.
In de linkermand gooien we het ingebeelde, verzonnene, fictieve, imaginaire en denkbeeldige. In de mand aan de rechterkant al wat echt bestaat.
Rechts de dingen – zoals ik al zei – levend of dood: dus banken, stoelen, stootkarren, stiletto’s en stinten. En rhino’s en ringratten. Rozen en rododendrons. Later zullen we de rechtermand leegmaken om die weer te tweedelen: deze keer in het levende en het dode, maar daar vertel ik een andere keer wel eens over.
Het is de linkermand die vandaag onze aandacht vraagt. Op de papiertjes die we erin gooiden staan getallen, woorden (ja papiertjes met het woord ‘woorden’ erop), kleuren, goudbergen, gevoelens, draken, sfinxen, centauren, eenhoorns, zeemeerminnen, vierkante cirkels en ronde vierkanten.
En God natuurlijk.
Waarom begin ik over die tweedeling tussen het echte en het onechte? Omdat zij gelinkt is aan een fundamenteel filosofisch probleem dat de mens als narratief wezen volkomen weet te negeren. Namelijk de problematische aard van een zin als:
De zin is tot een klassieker binnen de filosofie uitgegroeid.
Luisteraars slaan niet tilt als zij deze zin horen. Zij liggen niet aan diggelen van cognitieve dissonantieschok. Wel integendeel. Zij spitsen hun oren, gebiologeerd prevelend, ‘ga verder…’.
Waarom zouden zij tilt moeten slaan? Omdat Holmes nooit in die straat woonde, hij woonde zelfs in Londen niet, sterker nog, Holmes heeft nooit bestaan.
Maar wij luisteren en knikken en verlangen naar meer.
Ik heb afgelopen week het boek van Parsons, Nonexistent Objects (1980), in huis gehaald. Toen ik het begon te lezen, over Pegasus, centauren, Sherlock Holmes, goudbergen, ronde vierkanten en vierkante cirkels, toen ging het me iets te veel over het verschil to be versus to exist, over zijn vs. bestaan dus. Parsons, en dit is een obsessie van de analytische filosofie, wil bovendien alles in formules gieten.
In plaats van gewoon die linkermand samen leeg te maken en te kijken wat voor moois daar allemaal inzit. En vervolgens samen door Meinongs jungle te banjeren. Dat zou toch mooi kunnen zijn? Hij doet het niet, het was zijn rol niet in dit leven.
Daarom las ik tegelijkertijd Het boek van de denkbeeldige wezens (1957) van Borges, mooi vertaald door Annie Sillevis. Borges, de man die van het onbestaande een waar filosofisch feest maakte.
RIP Terence Parsons
RIP Joseph Tarsia (1934 – 2022)
Joseph Tarsia was een Amerikaans geluidstechnicus.
Als ik eind jaren negentig platen begin te verzamelen, duurt het niet lang of ik lees bij thuiskomst de kleine lettertjes op de hoezen van mijn oogst. Welk label, wie speelt erop mee, waar wordt het opgenomen, wie doet de hoes? Wie zijn de onbezongen en onbewierookte helden? Wie doet het vuile werk (*) achter de schermen?
Ik was, weet ik nu, op zoek naar metadata.
Ik deed dat platenjagen met een lijst van duizend platen in mijn hand. Letterlijk. Een aantal A4’tjes met maxi-singles die de legendarische deejay Larry Levan ooit in de New Yorkse discotheek Paradise Garage draaide, dus het is niet zo verwonderlijk dat ik de naam Joe Tarsia – de man die eerder deze week overleed – vaak tegenkom want in zijn studio’s, de Sigma Sound Studios, werden de platen opgenomen van Philadelphia International en Salsoul Records, labels waar ik indertijd bijzonder gek op was, vooral dat laatste label dan.
Een naam die ik in die periode ook veel tegenkom is Herb Powers, Jr., en die leeft nog. Hij maakt ‘masters’, dat wil zeggen hij transfereert de muziek die op tape opgenomen is in de studio, op actetaat. En dat acetaat moet dan weer dienen om er vinylplaten mee te persen. Je kan elders op het interweb Herb Powers, Jr. zien uitleggen hoe het opnemen van een ‘master’ in zijn werk gaat. Meer over Herb, als Herb sterft, tenzij ik eerder sterf maar dat is statistisch onwaarschijnlijk.
Terwijl ik dit necrologietje schrijf, luitster ik naar een plaatje dat ene Ava Cherry ooit opnam in Tarsia’s studio. Helemaal niet slecht: “You Never Loved Me” (1980).
(*) Dat vuile werk, dat bedoel ik niet zo, ik bedoel, wie doet mooi werk maar staat niet in de schijnwerpers?.
RIP Joseph Tasia