RIP Angelo Badalamenti (1937 – 2022)

“Falling” (1989)

Angelo Badalamenti was een Amerikaans componist gekend van zijn samenwerking met David Lynch. Hij schreef de muziek voor Blue VelvetTwin PeaksThe Straight Story, en Mulholland Drive.

“Laura Palmer’s Theme” (1990)

“Audrey’s Dance” (1990)

Zijn best gekende individuele composities zijn “Falling” (1989), met de onlangs overleden Julee Cruise; “Laura Palmer’s Theme” (1990), met groot commercieel succes gesampled in “Go” (1991) van Moby; en “Audrey’s Dance” (1990).

RIP Manuel Göttsching (1952 – 2022)

https://www.youtube.com/watch?v=ys0HyevZpQg&ab_channel=ohral
“E2-E4” (1984) by Manuel Göttsching

Manuel Göttsching was een Duits componist en muzikant vooral bekend omwille van zijn compositie “E2-E4” (1984) die net geen uur duurt en in de jaren ’90 deel ging uitmaken van de prehistorie van techno, nadat zij gesampled was in “Sueño Latino” (1989), een househitje.

“E2-E4” bestaat uit twee bewegingen, elk van een half uur, toen die in 1984 uitkwam, besloeg elke beweging een kant van een vinylplaat.

Het is pas in de tweede beweging dat het gitaarspel van Göttsching begint en vanaf dan evolueert het stuk van new-age naar jazz-funk.

Ik heb veel naar “E2-E4” geluisterd toen ik het als cd kocht ergens rond de eeuwwisseling.

RIP Jet Black (1938 – 2022)

“Golden Brown” (1981)

Jet Black was een Engels drummer en mede-oprichter van de band The Stranglers.

‘De Wurgers’ dus, wat in het Nederlands wel een beetje raar klinkt.

Jet Black was mede-auteur van de compositie “Golden Brown” (1981), een heel bijzondere song. Een soort wals. Er is geopperd dat het over heroine gaat. Goudbruin. Misschien dan in de lijn van de ‘bruine suiker’ (“brown sugar”) waar The Rolling Stones het over hadden?

Rust zacht Brian.

RIP Dominique Lapierre (1931 – 2022)

‘Verbrand Parijs’ beveelt Hitler.

Dominique Lapierre (1931 – 2022) was een Frans schrijver gekend voor boeken als Is Paris Burning? (1965).

De titel verwijst naar een gefrustreerde Hitler die – toen hij doorhad dat hij Parijs wel eens zou kunnen verliezen – de opdracht gaf Parijs af te branden, met de grond gelijk te maken. In de stijl: ‘als ik het niet kan hebben, dan zal niemand het hebben.’

Hij liet bommen plaatsen op alle Parijse bruggen en op heel wat monumenten. Waarom die niet ontploften, weet ik niet.

De film – er is ook een film – is vooral interessant omdat je er heel wat ontvolkte Parijse locaties in kan zien.

RIP Mylène Demongeot (1935 – 2022)

Mylène Demongeot was een Franse actrice die onder andere in de Fantômas trilogie speelde: Fantômas (1964), Fantômas se déchaîne (1965) and Fantômas contre Scotland Yard (1967).

De eerste Fantômas film uit 1964. Mylène Demongeot is Hélène Gurn.

Fantômas heeft op de liefhebber van cultfictie altijd de grootste aantrekkingskracht uitgeoefend en E. du Perron schreef over hem:

“De tegenhanger van Holmes is Fantômas, die, even bovenmenselik als hij, de sprookjeswereld juist in stand houdt, die 32 dikke delen lang iedereen vermoordt waar en wanneer hij maar wil, voor wie geen muren, geen afstanden of lijfwachten bestaan, kortom, die de Boze is in persoon en zijn hellekunst aan de eenmaal gegrepen lezer als een eigen logika opdringt,” een “meesterwerk volgens de surrealisten.”

E. du Perron

Rust zacht Mylène

RIP Tom Phillips (1937 – 2022)

Thames & Hudson interviewde Phillips over A Humument in 2016

Tom Phillips was een Engels kunstenaar vooral bekend omwille van A Humument (1970 – 2005), een vermeerderd (en verminderd) boek dat Phillips voor het eerst in 1970 uitbracht maar waar hij zijn hele leven aan zou blijven verder werken.

Hij ‘verbouwde’ of ‘behandelde’ een Victoriaanse roman van ene Mallock, getiteld A Human Document (1892) tot A Humument, ‘an Doc’ weglatend uit de titel. Hij schrapte woorden en zinnen maar voegde ook veel toe. Hij overschilderde pagina’s, telkens woorden uitsparend om zo tot een volledig nieuw boek te komen.

Het is een standaardwerk binnen de appropriatie en in dit geval wordt niemands eigendomsrecht geschonden want de originele roman is al lang in het publieke domein.

Een geweldig werk.

Rust in vrede Tom.

RIP Christine McVie (1943 – 2022)

“Everywhere” (1987) van Fleetwood Mac

Christine McVie was een Britse muzikante en songschrijver bekend als zanger en keyboardspeler bij de band Fleetwood Mac.

Ze schreef voor hen “Everywhere” (1987) en “Little Lies” (1987).

Dat zijn voor mij geen favoriete nummers als je ze vergelijkt met bijvoorbeeld “Hypnotized” (1973) dat ik enkele weken nog grijs draaide.

Los daarvan is mijn relatie met Fleetwood Mac best ingewikkeld. Een beetje zoals die met Dire Straits.

Maar dan word ik herinnerd aan “Dreams” (1973) en ben ik weer helemaal verguld. Of ik twijfel. Is dat de schuld van Stevie Nicks?

Ik zwijg.

Rust zacht Christine.

RIP Hans Magnus Enzensberger (1929 – 2022)

Een portret van Enzensberger in 1961 op een Duitstalige zender.

Hans Magnus Enzensberger was een Duits schrijver en denker.

Ik ontdekte hem in 2008 toen ik zijn essay “Die Aporien der Avantgarde” (1962) las in een Nederlandse vertaling. Ik heb dat boek niet meer dus ik weet niet wie die vertaling deed.

Het stuk maakte wel wat indruk omdat de futiliteit van de avant-garde er uit de doeken gedaan werd. Of tenminste, futiliteit, dat is het juiste woord niet.

Maar Enzensberger durfde wel toen al, begin jaren zestig, het begrip avant-garde te relativeren. Als de regel in de creatieve sector wordt: het moet nieuw zijn, dan vestig je daar een nieuwe traditie mee en traditie is net waar avant-garde mee vecht. Op die manier heft de avant-garde zichzelf op. De postmodernist die ik toen was kon ik daar wel wat mee.

Ook het begrip aporia sprak mij aan. Het komt van ἀ- (niet, de zogenaamde privatieve ‘a’) en‎ πόρος (póros, ‘passage’). Daar waar men niet doorheen komt. Mooi. Het onoverbrugbare, ondoorwaadbare, onpasseerbare.

Eigenlijk is het een van de eerste essays over ‘de dood van de avant-garde’ waar men pas veel later over zou gaan schrijven, toen het postmodernisme kwam. Het stuk bevat een genadeloze analyse van György Lukács kleingeestige verdediging van literair realisme en enkele stimulerende reflecties over de stompzinnigheid van het groeperen van kunstenaars in kunststromingen. Er zit ook een degelijke etymologische en semantische analyse van de term avant-garde bij.

Stefan Hertmans liet naar aanleiding van Enzensbergers dood op zijn Facebooktijdlijn een meter boeken van Enzensberger zien. Een kleine meter, dat wel. Het droeg wel wat bij tot zijn geloofwaardigheid. Van Hertmans dan.

Omdat ik bij Hertmans niet wilde achterblijven ging ik naar de universiteitsbieb maar vond er zo goed als niets. Bij de stadbibliotheek vond ik wel De telduivel (1997), dat heerlijk kinderboek dat wiskunde filosofisch benadert.

Oh ja, Hans Magnus had een broer. Christian. Veel minder bekend maar van hem las ik wel een prikkelend boekje over vuil: Größerer Versuch über den Schmutz (1968), Groot essay over het vuil dus. Die broer stierf in 2009.

Rust zacht Hans.