De Amerikaanse filosoof Daniel Dennett (1942 – 2024) sterft en het is mijn oudste doodgraver Sholem Stein die mij up to date brengt.
Sholem vertelt over die keer dat hij gered werd door Dennetts weerlegging van de naturalistische dwaling; over hoe de meeste filosofen wel zeggen dat de dame niet echt doormidden gezaagd wordt, maar niemand zegt wat er dan wel aan de hand is; over het grote belang van dé waarheid en over vurig atheïsme.
In Marokko stierf de Amerikaanse componist Richard Horowitz die vooral voor zijn filmwerk bekend werd. Jahsonic, mijn melomane doodgraver, wees mij op een compositie die nogal populair is in het ambient en balearic circuit. De titel is “Marnia’s Tent” en hij staat op de soundtrack van The Sheltering Sky (1990) die hij samen met Ryuichi Sakamoto schreef.
Mijn aandacht ging voornamelijk naar Eros in Arabia (1981) omdat ik nu eenmaal een erotomaan ben.
Patti Astor is gestorven. Ze was bekend voor haar prominente aanwezigheid in de kunstscene in het New York van de jaren zeventig en tachtig. Als men de getuigenissen mag geloven was ze daar koningin van, wereldbekend in NYC.
Peter Higgs sterft en ik word herinnerd aan Elementaire deeltje‘ van Michel Houellebecq en aan The Three-Body Problem van Liu Cixin.
Dat zit zo.
Peter Higgs ontdekte een elementair deeltje dat zijn naam kreeg: het higgsdeeltje. Men noemt het ook het godsdeeltje maar dat heeft Peter nooit leuk gevonden want hij was atheïst.
In dat heerlijke boek Elementaire deeltjes (1998) worden mensen vergeleken met elementaire deeltjes. Na het huwelijk worden man en vrouw één vlees en Michel vergelijkt dat met twee elementaire deeltjes die, eenmaal verenigd, voor altijd een onafscheidelijk geheel vormen.
Ook in de instant klassieker The Three-Body Problem (2008) spelen elementaire deeltjes een rol als wetenschappers wereldwijd tot de vaststelling komen dat die deeltjes zich niet meer op voorspelbare wijze gedragen: de wetenschap is stuk.
The Three-Body Problem is een keerpunt in de cultuurgeschiedenis: het is de eerste keer dat China ‘cooler’ is dan het Westen.
Maar daar gaat het nu niet over.
We zijn hier samengekomen voor het afscheid van Peter. Ik geef Peter een mooi plaatsje, naast Ted Kaczynski, nog zo’n een wiskundeknobbel. Rust zacht Peter.
Keith LeBlanc was een Amerikaanse drummer en muziekproducent gekend voor opnames zoals “No Sell Out” (1983), “Rockchester” (1987), “This Is Stranger Than Love” (1987) en “Put the Needle to the Record” (1987).
Bij dageraad, mijn doodgraver Jahsonic en ik staan tussen de mausolea van het westen. Voor ons staat de in ochtendnevels gehulde doodskist van John Barth (1930 – 2024).
–‘In 1967 schreef John Barth een stuk met de titel “The Literature of Exhaustion” (1967), zegt mijn doodgraver, ‘hij vond dat de roman als medium uitgeput was en hij wilde die uitputting tot zijn onderwerp maken.’
–‘Zo win je altijd natuurlijk,’ zeg ik.
–‘U onderschat Barth. Hij was het die mijn aandacht vestigde op Thomas Brownes ongelofelijke dictum:
–‘Iedere mens is niet alleen zichzelf; mensen worden telkens opnieuw geleefd.’
–‘En wie was Browne?’
–‘Schrijver van Religio Medici uit 1643.’
–‘Had hij het over reïncarnatie?’
–‘Dat denk ik niet, baas, hij was een christenmens. Maar voor ons postmodernen was het een heerlijke ontdekking, want het postmodernisme heeft altijd meer beroep gedaan op stereotypen dan op karakters van vlees en bloed.’
–‘Klinkt wat saai.’
–‘Integendeel, baas. Browne beweerde dat er al vele Diogenessen geweest zijn, en evenzoveel Timons.
Gaetano Pesce stierf. Hij was 84. Een deel van ons kerkhof werd door hem vormgegeven in 2004. Gaetano had daar zelf om gevraagd nadat hij te weten was gekomen dat Ettore Sottsass enkele mausolea had ontworpen.
Pesce was architect en designer en had een even unieke als herkenbare vorm- en beeldtaal. Zo werkte hij vaak met harsen.
Bekend werk van hem is de ligstoel La Mamma (1969), de sofa Tramonto a New York (1980), het Organic Building (1993) in Japan, de Mourmans Gallery (1994) in Knokke en het kleine promo-vaasje Goto (1995).
Pesce krijgt zijn plaats naast het graf van Ettore Sottsass (1917 – 2007) en in de dichte nabijheid van Andrea Branzi (1938 – 2023), Paolo Portoghesi (1931 – 2023) en Piero Gilardi (1942 – 2023). Elk van deze design-baronnen ontwierp zijn eigen mausoleum. De bezoekers, dat is ons opgevallen, zien er bijzonder stylish uit.
Albert Heath was een Amerikaans drummer, de laatste levende van de gebroeders Heath.
Zoals de meeste Gen X melomanen die opgroeiden met vinyl maar overstapten op CD’s (de muzikale fraude van de eeuw), ontdekte ik meneer Heath op de Soul Jazz Love Strata-East (1994) compilatie.
Op die verzameling staat “Smiling Billy Suite Pt.II” (1975) van het album Marchin’ On (1975) van de Heath Brothers.
Ik zag ooit een Franse documentaire waar een man vertelde hoe er twee soorten mensen zijn: de impulsieven en de voorzichtigen.
De impulsieve is bij het begin van zijn leven optimistisch, gelukkig en vrij van angst. Omdat hij vaak zomaar wat doet, zonder er veel over na te denken, loopt hij met regelmaat met zijn hoofd tegen de muur. Daardoor wordt hij naarmate zijn leven vordert en hij een aantal teleurstellingen dient te verwerken, wat angstiger, wat minder optimistisch en ook minder gelukkig.
De voorzichtige begint angstig, vrij pessimistisch en alleen al door het vooruitzicht het leven te moeten aanvatten een beetje bedrukt. Hij zal zijn jobs voorzichtig kiezen, een vrouw binnen zijn bereik het hof maken en zeer rationele beslissingen nemen over wonen, werken en voortplanten. Naarmate hij ouder wordt, zullen de opeenvolgende succes-ervarinkjes hem vrolijker en optimistischer maken.
Tegen de tijd dat ze zestig zijn, zijn de impulsieven en de voorzichtigen even gelukkig en optimistisch. Ze blaken op die leeftijd allebei van evenveel of even weinig zelfvertrouwen.
Such is life.
Was de man die dat zei Daniel Kahneman en die documentaire A la poursuite du bonheur (2008)? Ik weet het niet.
Maar dat is de essentie van Kahneman niet, Kahnemans grootste verdienste is dat hij bewezen heeft dat mensen geen rationele wezens zijn.