Amadou Bagayoko, de helft van Amadou & Mariam, stierf, vermoedelijk in Mali. Ik leerde het blinde muzikale duo kennen via het verzamelalbum Nova Classics 5 (2004) waar de song “Je pense à toi” op stond.
In de Verenigde Staten stierf Roy Ayers en op zijn begrafenis hier in Dodenstad draaide ik twee van zijn minder bekende nummers: “Third Eye” uit 1976 van de elpee Everybody loves the sunshine en “Chicago” uit 1983 van de elpee Silver vibrations.
Amanda Kuyper van het NRC schrijft: ‘Om de zoveel tijd ontdekte een nieuwe generatie de lome, groovy souljazz van de Amerikaanse vibrafonist Roy Ayers.’ De adjectieven ‘loom’ en ‘groovy’ zijn goed gekozen.
“Running Away”
Er is een passage in “Running Away” (1977) die ik grijsgedraaid heb, het zijn de diepe toetsenpartijen net voor Ayers aan zijn vibrafoonsolo begint maar die eigenlijk doorheen de hele track lopen, als een baslijn. Ik geloof dat je daar Philip Woo hoort.
David Johansen was een Amerikaans zanger bekend als frontman van het proto-punk ensemble de New York Dolls. Hij was medeschrijver van hun cult hits “Trash” (1973) and “Personality Crisis” (1973).
In het land van Trump en Musk stierf de Amerikaanse zangeres Roberta Flack.
Ze was bekend voor interpretaties van composities zoals “Killing Me Softly with His Song” (1972) en “Feel Like Makin’ Love” (1974).
“Feel Like Makin’ Love” (1974)
Het is het moment Dat ik zin heb de liefde met je te bedrijven
–“Feel Like Makin’ Love” (1974)
“Feel Like Makin’ Love” (1974)
“Killing Me Softly” heeft een vreemde tekst van de hand van Norman Gimbel:
Mijn pijn tokkelend met zijn vingers Mijn leven zingend met zijn woorden Mij zachtjes doden met zijn lied
–“Killing Me Softly with His Song” (1972)
Flacks naam is verbonden met quiet storm (stille storm) een genre van ballades. Dat doet me dan weer denken aan de flard ‘There’s a quiet storm, and it never felt like this before’ van het nummer “The Sweetest Taboo” (1985) van Sade.
Maar dat doet hier weinig ter zake want rust zacht Roberta.
Gwen McCrae was een Amerikaanse zangeres gekend voor nummers zoals “90% of Me Is You” (1974), “All This Love That I’m Givin'” (1979), “Funky Sensation” (1981) en “Keep the Fire Burning” (1982).
Haar stem doet heel erg denken aan die van de ook al dode Loleatta Holloway.
Ik leerde haar kennen via DJ Spinna die het nummer “90% of Me Is You” draaide dat werd geschreven door de Rabelaisiaan Blowfly. Het is een prachtig lied en zegt:
Mijn hart doet niet meer wat ik wil Omdat 90% van mij uit jou bestaat
Mike Ratledge was een Brits muzikant en medeoprichter van de cultband Soft Machine bij wie hij keyboards en fluit speelde.
Ik vond ooit een foto van Mike samen met een naakte vrouw, de foto was eind jaren zestig genomen op een ‘happening’ van Jean-Jacques Lebel in het Zuiden van Frankrijk, de dag na een opvoering van Het verlangen bij de staart gevat, een stuk dat Picasso in 1941 schreef.
Mike heeft heel wat writing credits op zijn naam staan waaronder die van “Joy of a Toy” (1968), samen met Kevin Ayers, die de titel ervan later zou gebruiken om een onovertroffen elpee te maken.
Van de originele bezetting van Soft Machine leeft alleen Robert Wyatt nog.
Er is maar een nummer van Marianne Faithfull waar ik echt van hou, waarvan het lijkt alsof het voor mij persoonlijk is gemaakt, en dat is “Why D’Ya Do It” (1979).
“Why D’Ya Do It” (1979)
Waarom deed je wat je deed?
Vast werd Marianne tijdens haar 78-jarige leven meer dan eens bedrogen — wie overkwam het nooit? Maar misschien overkwam het Marianne vaker met haar liederlijke levensstijl tijdens de zedenverwildering van de jaren zestig, hobbelend langs de boulevard der gebroken dromen. Hoe het ook zij, toen ze het gedicht “Why D’Ya Do It” (1979) van Heathcote Williams (1941 – 2017) hoorde, wou ze het absoluut op plaat zetten, in haar autobiografie noemt ze het nummer haar Frankenstein.
Elliot Ingber was een Amerikaanse gitaarspeler vooral gekend voor zijn bijdrage aan het stonerslied “Don’t Bogart Me” (1968), waarvoor hij de muziek schreef.
Wij hier in Dodenstad blowen af en toe nog eens graag. We doen het veel minder dan vroeger, in de tijd dat we dit lied leerden kennen en toen we ook hielden van de Cheech en Chong films, vol stonede humor.
“Don’t Bogart Me”, beter gekend als “Don’t Bogart That Joint My Friend” gaat over iemand die teveel trekken neemt van een joint die in een cirkel doorgegeven wordt, die de joint te lang in zijn mondhoek laat hangen, op de manier dat Humphrey Bogart dat deed.
Verder speelde Ingber ook bij Frank Zappa maar nu rust hij vooral.
Was het Luc Janssen van Krapuul de Lux die mij het nummer “No Charge” (1974) van Melba Montgomery heeft leren kennen? Zo herinner ik het me althans.
Het nummer is een ode aan het moederschap. Een jongetje overhandigt zijn moeder een briefje met een lijst met alle klusjes die hij voor haar heeft uitgevoerd. Bij elk item op de lijst staat een bedrag:
‘Voor het maaien van de tuin – vijf dollar; voor het opmaken van mijn eigen bed deze week – één dollar; voor naar de winkel gaan – vijftig cent; en voor het spelen met kleine broer, terwijl jij ging winkelen – vijfentwintig cent; het vuilnis buiten zetten – één dollar; een goed rapport – vijf dollar; voor het harken van de tuin – twee dollar; totaal verschuldigd – veertien dollar vijfenzeventig.’