Lou Deprijck was een Belgisch muziekmaker, zanger en producer gekend voor composities als “Que Tal America” (1977), “Ça plane pour moi” (1977), “Disco Samba” (1978) en “Kingston, Kingston” (1978).
Eind jaren zeventig was zijn bloeiperiode. Vele van zijn platen waren beststellers.
Een artiest – men zegt vandaag liever ‘maker’ – heeft niet te kiezen hoe het nageslacht hem zal herinneren. In de Verenigde Staten stierf Gary Wright en een van mijn doodgravers vertelde me dat de man vandaag niet herinnerd wordt omwille van zijn onirische pop, maar door zijn uitvoering van het Mann /Weil nummer “Comin’ Apart” (1981) dat door housemuziekheld Armand van Helden werd gecoverd als “My My My” (2004).
Bobby Eli was een Amerikaans componist, muzikant, arrangeur en platenproducer.
Hij was stichtend lid ván en gitarist bij MFSB, schreef niet zo gek veel songs maar zijn “Sideshow” (1974) voor Blue Magic verdient de aandacht van de zwartemuziekliefhebber.
Vicki Anderson was een Amerikaanse zangeres gekend voor haar samenwerking met James Brown. Ze was een deel van de ‘funky people’ waar James zich mee omringde.
In 1967 bracht ze een nummer uit op King Records, een van de labels van Brown als ik me niet vergis, en de lange titel luidde “If You Don’t Give Me What I Want (I Gotta Get It Some Other Place)” (1967).
Drie jaar later dook de titel van dat werk in een ander lied op, namelijk “The Message From The Soul Sisters” (1970), een compositie die toch wel wat bekendheid verwierf op de ‘rare groove’ scene.
Ze was de ex-vrouw van Bobby Byrd en de moeder van Carleen Anderson van “Apparently Nothing” (1991).