Een van mijn trouwste doodgravers is Jahsonic. Ik tref hem vanochtend in de barak, bedroefd.
Op de achtergrond speelt een slepend Afrikaans-aandoend lied.
Continue readingEen van mijn trouwste doodgravers is Jahsonic. Ik tref hem vanochtend in de barak, bedroefd.
Op de achtergrond speelt een slepend Afrikaans-aandoend lied.
Continue readingEen kind van mijn generatie leerde eerst de stem van Jane Birkin kennen, dan pas haar naam en gezicht.
‘Je t’aime’ hijgt ze fluisterend op “Je t’aime moi non plus” in 1969, ‘ik hou van je.’
‘Ik ook niet,’ antwoordt Gainsbourg.
Het vat de Birkin/Gainsbourg liefdesrelatie mooi samen.
Continue readingHet zal wel afgunst zijn maar ik heb altijd een hekel gehad aan Hugo Claus. Nu ja, altijd, zo lang ik me kan herinneren, eind jaren zeventig begin jaren tachtig dus.
Ik weet nog precies hoeveel plezier het me verschafte dat De leeuw van Vlaanderen (1984), door Claus geregisseerd, een hopeloze mislukking bleek.
Het verdriet van België (1983) las ik uiteraard niet.
Vele jaren later, in 2021 was dat, moest ik eens glimlachen om een tekst van Claus, het korte verhaal “Een gezonde gangster” (1954). Ik zag daarin het bewijs dat ik niet per se bevooroordeeld was jegens de man die ik altijd zo’n kwal had gevonden.
Milan Kundera stierf.
Continue readingIn Franse encyclopedieën blijven kunstenaars leven. Ze sterven niet. Dat wil zeggen, men gebruikt ‘is’ i.p.v. van ‘was’ in elk lemma van een bekend persoon, dood of levend.
Dus op de Franse Wikipedia ‘is’ Pascal Mercier (1944 – 2023) nog steeds:
Continue reading‘… een Zwitsers schrijver bekend voor zijn Europese bestseller ‘Nachttrein naar Lissabon’ (2004). ‘Nachttrein’ vertelt het verhaal van een 57-jarige saaie Zwitserse classicus-prof die bij het vroege begin van de zoveelste-duizendste werkdag plots een meisje van zelfmoord redt, het fictieve boek ‘Een goudsmid van woorden’ in handen krijgt, daar totaal van in de ban geraakt, ineens zijn hele leven achterlaat, een nachttrein naar Lissabon neemt en alles te weten komt over dat fictieve boek en zijn schrijver…’
Vicki Anderson was een Amerikaanse zangeres gekend voor haar samenwerking met James Brown. Ze was een deel van de ‘funky people’ waar James zich mee omringde.
In 1967 bracht ze een nummer uit op King Records, een van de labels van Brown als ik me niet vergis, en de lange titel luidde “If You Don’t Give Me What I Want (I Gotta Get It Some Other Place)” (1967).
Drie jaar later dook de titel van dat werk in een ander lied op, namelijk “The Message From The Soul Sisters” (1970), een compositie die toch wel wat bekendheid verwierf op de ‘rare groove’ scene.
Ze was de ex-vrouw van Bobby Byrd en de moeder van Carleen Anderson van “Apparently Nothing” (1991).
Alan Arkin was een Amerikaans acteur die wij ons vooral herinneren als soldaat Yossarian in Catch-22 (1970) en de grootvader in Little Miss Sushine (2006).
Catch-22 is een verfilming van de gelijknamige roman uit 1961 van de Amerikaanse schrijver Joseph Heller. Ik las die roman in China, waar ik veel las.
Een catch is Engels voor een addertje onder het gras. Zo is er in het boek sprake van een regel die zegt dat ieder die niet goed bij zijn verstand is, naar huis mag. Daartegenover staat de volgende regel, de eigenlijke Catch-22: iedereen die naar huis wil, is blijkbaar erg verstandig en komt dus niet in aanmerking voor ontslag uit de dienst.
Het is het typevoorbeeld van de cirkelredenering.
In Little Miss Sushine is Arkin een je-m’en-foutistische, heroïne-snuivende, vuilgebekte doch zeer beminnelijke opa.
Rust zacht Alan.
Lord Creator was een in Trinidad geboren Jamaicaans singer-songwriter vooral gekend voor de compositie “Kingston Town” (1970) die UB40 in 1989 wereldbekender maakte dan de Lord zelf.
Rust zacht Kentrick, want dat was je echte voornaam.
Monte Cazazza was een Amerikaanse muziekmaker en performancekunstenaar gekend voor opnames zoals “Kick That Habit Man” (1982), een permutatiegedicht van Brion Gysin uit 1959.
Cazazza was actief binnen wat men de industriële muziek noemt, een genre genoemd naar het Britse label Industrial Records van midden jaren zeventig, mede-bezield door de ook recent overleden Genesis P-Orridge.
Bij ons heeft Front 242 het monopolie van dat soort muziek. Je kon je in de jaren tachtig verdiepen in die scène door de Re/Search boeken te kopen die in platenwinkels verkocht werden eerder dan in boekenwinkels.
Rust zacht Monte.
Ik heb het gevoel dat ik de Spaanse actrice, danseres en zangeres Carmen Sevilla oneer aandoe door enkel haar flamenco-act in Europa di notte (1959) te tonen maar ik troost mij met de gedachte dat ik bij het overlijden van Gina Lollobrigida net hetzelfde deed. Magere troost. Ik schiet tekort. Maar is het mij daar ook niet om te doen? De kortst mogelijke connectie maken naar mijn universum? En het hart daarvan blijft allerlei lusten.
Continue readingIn de film Tale of a Vampire (1992) komt Julian Sands ongemerkt het café binnen waar Suzanna Hamilton alleen aan een tafeltje zit. Hij gaat tegenover haar zitten maar zij merkt hem niet meteen op. Zij leest een boek.
— ‘Kent u hem?’
— ‘Dichter, romanschrijver, dramaturg, vroege voorloper van het surrealisme, Frans.’
— ‘Dat klopt.’
— ‘Weet u, u bent pas de tweede persoon die ik ontmoet die zelfs maar gehoord heeft van Forneret in Engeland, laat staan hem gelezen heeft.’
— ‘Een van mijn favoriete gedichten van Forneret is “Un pauvre honteux”. Kent u het?’
— ‘Het gaat over een uitgehongerde man die zijn eigen hand opeet.’
— ‘Ja, ik ken het.’
Continue reading