Fay Weldon was een Brits auteur vooral bekend om haar boek The Life and Loves of a She-Devil (1983). Bij ons werd dat vertaald als Liefde en levens van een duivelin en er kwam ook een film met Meryl Streep en Roseanne Barr in de hoofdrollen.
‘She-devil’
Via dat woord ‘she-devil’ leerde ik Weldon kennen, toen ik het tegenkwam in het werk van de Gentse schrijver Pierre Louÿs. Het soort duivelinnen dat ik toen in gedachten had waren slechte vrouwen, succubi en heksen.
Maar de duivelin waar Weldon het over heeft is een heel ander type en dat type heeft de feministische literatuur van de laat twintigste eeuw enigszins beheerst.
De hoofdpersonages van Weldons romans zijn vaak dikke en lelijke vrouwen die verwikkeld zijn in de oorlog der seksen. Die eeuwige strijd tussen man en vrouw. Meteen ook de enige oorlog, zoals u weet, waarin elke partij regelmatig in het bed van de vijand belandt.
Afvallige feministe
Voorts blijkt Weldon een ‘afvallige feministe’ in de stijl van Germaine Greer.
Zo lees ik in De Morgen, naar aanleiding van de vertaling van Dagboek van een stiefmoeder (2009) haar terechte twijfels bij de nieuwe samgengestelde-gezinnen-moraal:
En in haar boek Dood van een duivelin (2017) is ze niet mals voor transvrouwen:
‘De man heeft nu de controle over het beste wapen dat altijd was voorbehouden aan de vrouw: het lichaam dat hij benijdde, de stemmingen en fijngevoeligheid. Hij kan haar worden, haar opzuigen, haar in zich opnemen.’
Fay Weldon
Geert Van der Speeten liet nog optekenen dat Weldon in het ‘feministische kamp […] niet graag gezien [was]. Met shockerend bedoelde uitlatingen dat verkrachting eigenlijk niet het ergste is wat een vrouw kan overkomen, of dat vrouwen mannen kleineren zoals mannen vroeger vrouwen kleineerden, werd ze als een verraadster aanzien.’
Gewaagd ja, dat over verkrachtingen. Alleen een vrouw kan zich zo’n uitspraken veroorloven.
Rust zacht Fay.