Ron Carroll was een Amerikaanse DJ, zanger, songschrijver en producer die actief was in het housemuziekwezen en daar songs medeschreef als “I Get Lifted” (1994) een song waarvan ik de lichtheid meer dan draaglijk vind. Ron was erg zwaarlijvig en erg zwaarlijvige mensen worden jammer genoeg nooit echt oud.
Robert Redford was een Amerikaans acteur, regisseur, producer en sekssymbool.
De uitvaart was een mislukking, ik had me slecht voorbereid en de tekst die ik bracht was een verhakkelde Wikipediapagina. Ik moest afwisselend denken aan de necrologisten van dienst bij de Belgische pers, hoe Geert Van der Speeten en Rob van Scheers vast hun necrologieën op voorhand schrijven, en aan de ongelofelijk goed geschreven film Butch Cassidy and the Sundance Kid die ik de avond tevoren zag. Met name kon ik de schooljufscène maar niet uit mijn hoofd zetten waar ik — totaal op het verkeerde been gezet — met een mengeling van verwondering en seksuele opwinding naar had gekeken.
trailer
In die scène zien we hoe Redford zijn pistool op een vrouw richt en haar dwingt zich uit te kleden.
Hermeto Pascoal was Braziliaan, componist, veelspeler en fluitist. Hieronder vindt u een heel geestig filmpje van een waterconcert waar iedereen op flessen en fluiten speelt.
Het waterconcert uit ‘Sinfonia Alto da Ribeira’ (1985)
Ik vind dat clipje op de pagina ‘Jazz is dead’, wat mij doet denken aan het ‘bon mot’ van Frank Zappa die ooit zei: ‘jazz is not dead, it just smells funny.’
Het clipje komt uit de film Sinfonia Alto da Ribeira (1985) van Ricardo Lua.
Giorgio Armani sterft en ik kijk ter voorbereiding van de uitvaart naar het fragment van American Gigolo (1980) waarin Richard Gere na het snuiven van een lijn coke zijn hemden, dassen en broeken — allemaal van Armani heb ik me laten vertellen — ter keuze uitstalt op de tonen van “The Love I Saw in You Was Just a Mirage” (1967) van Smokey Robinson.
U zal meneer Armani na de begrafenis kunnen groeten op het modeperk, waar ik de laatste jaren ook de dienst verzorgde van Paco Rabanne (1934–2023), Vivienne Westwood (1941–2022), Pierre Cardin (1922–2020), Karl Lagerfeld (1933–2019), Hubert de Givenchy, (1927–2018) en André Courrèges (1923–2016).
Gérard Chaliand was een Belg en specialist in geopolitiek, terrorisme en andere vormen van onregelmatige oorlogsvoering. Hij was aanwezig op het congres Le tiers-mondisme en question (1986) waar ook de nu nog levende evenveel gevierde als vermaledijde Pascal Bruckner (Tranen van de blanke man) aanwezig was. Tiers-mondisme wordt vertaald als thirld-worldism en derderwerldisme.
Je kan makkelijk recente online video’s vinden van Chaliand die meer verhelderend zijn dan die van Geert Noels of Jonathan Holslag. Voor de lieden ter linkerzijde: Chaliand en Bruckner zijn noodzakelijke aanvullingen voor uw lezing van Pankaj Mishra maar dat doet hier weinig ter zake want rust zacht Gérard.
Het is maar een paar stappen van Terence Stamp naar de rest van Necropolis, u neemt links naar de Amerikaanse literatuur en u ziet van ver de tombe van Edgar Allan Poe die daar een centrale plaats inneemt.
In de Frans-Italiaanse omnibusfilm Histoires extraordinaires (1968) speelt Terence Stamp de uitgebluste acteur Toby Dammit die na wat roekeloos racen met een Ferrari zijn hoofd verliest. Het verhaal is gebaseerd op “Never Bet the Devil Your Head” (1841) van Poe maar die basis is wel heel magertjes want de enige overeenkomst is het letterlijk verliezen van het hoofd middels een gespannen ijzeren kabel.
The Ocean Fell into the Drop (2017)
Als u rechts neemt, komt u bij de sectie Italiaanse cinema, u herkent het graf van Pier Paolo Pasolini aan het grote kruis. ‘Pasolini was toch geen katholiek?’ ‘Toch wel, hij heeft zich in het vagevuur bekeerd.’ ‘Wat heeft Pasolini met Stamp te maken?’ ‘Hij speelt de hoofdrol in Teorema (1968), die nagenoeg stille film van een man die bij een bourgeois gezin belandt, daar met iedereen seks heeft, en de hele structuur van dat gezin uit elkaar rukt, een thema dat later nog zou verkend zou worden in Francois Ozons Sitcom (1998) en Borgman (2013) van Alex van Warmerdam.
Er is een voor mij herkenbare leegte in de melancholicus Stamp maar dat doet nu niets ter zake want …
Ook dood, en dat gebeurde afgelopen december al, is Ignace Van Isacker (1941 – 2024). Ik fietste deze lente nog op een rusteloze zondagmiddag naar diens Sea art project in Zeebrugge, een serie van blauw geschilderde betonpalen waarvan ik vond dat ik ze moest gezien hebben. Mijn hoofd vol obsessieve gedachten, een vrouwenverhaal.
Ik mocht die betonpalen jammer genoeg niet van dichtbij bekijken, zelfs niet toen ik over de intercom loog dat ik research deed voor een teeveeprogramma van … en ik verzon maar wat ter plekke … Axel Daeseleire. Ik moest dus genoegen nemen met gestolen foto’s door de spijlen van een hek daar in Zeebrugge, nadat ik getwijfeld had of ik zou gate-crashen, ‘t is te zeggen, een binnenrijdende auto zou volgen daar in dat Havengebouw van Zeebrugge, maar omdat ik me de daaropvolgende rel met de securitylieden al kon inbeelden heb ik maar besloten ervan af te zien. Soms kan ik mezelf intomen, zelfs in een balorige bui.
Ongetiteld, 1975, Ignace Van Isacker
Het schilderij van audio jacks hierboven maakt sinds 2023 deel uit van mijn collectie. Ben er gek op. Van Isacker schilderde hyperrealistische series van lenzen, zeilen, vuurtorens, wolkenkubussen, perspex sculpturen, en gekrulde telefoondraden.
Naast Van Isacker was ook Jos de Mey (1928 – 2007) in dat soort realisme actief, ik ben dat werk nog nooit tegengekomen, maar dat doet nu niets ter zake want …
RIP Walter Swennen, lang leve Stefaan Vermuyten (°1959).
Ik moet denken aan Thomas Browne die in Religio medici (1643) zegt:
‘Iedere mens is niet alleen zichzelf; er zijn vele Diogenessen geweest, en evenzoveel Timons, hoewel slechts weinigen van die naam; mensen worden opnieuw geleefd; de wereld is nu zoals hij was in voorbije eeuwen; er was toen niemand, maar er is sindsdien iemand geweest die hem evenaart, en die als het ware zijn herleefde zelf is.’ Borges, in zijn pantheïstische buien, heeft het vaak over dit dictum van Browne.
Eduardo Palmieri was een Amerikaans componist, pianist en bandleider van Puerto Ricaanse komaf, bekend van composities zoals “Lucumí, macumba, voodoo” (1978).
In 1999 zou David Toop in zijn boek Exotica Palmieri beschouwen —en ik parafraseer — als een van de kanalen waarlangs de mystiek van de Afrikaanse diaspora geabsorbeerd werd door de Amerikaanse populaire muziek en beweren dat Lucumi, macumba, voodoo (1978) de complexe erfenis van Afrikaans-Caribische cultritmes […] verkende.