Tag Archives: RIP

RIP Loretta Lynn (1932 – 2022)

“The Pill” (1975)

Loretta Lynn (1932 – 2022) was een Amerikaanse zangeres die actief was in de countrymuziek.

Ze scoorde heel wat hits binnen het genre en wie weet ook daarbuiten.

Coal Miner’s Daughter (1980)

Men maakte met Coal Miner’s Daughter (1980) een leuke film over haar leven met Sissy Spacek als Loretta en Tommy Lee Jones als haar man.

Ik koos voor haar nummer “The Pill” (1975) over een vrouw die de pil ontdekt en haar man vertelt dat het maar eens gedaan moet zijn met haar door middel van jaarlijkse baby’s aan het huis te kluisteren.

Minirokjes, shortjes en niementjes van dal.
Ik haal al die jaren in
Want nu heb ik de pil

Miniskirts, hot pants and a few little fancy frills
Yeah I’m makin’ up for all those years
Since I’ve got the pill

–“The Pill” (1975) by Loretta Lynn

Goed gezegd Loretta, en nogmaals wordt hier de cruciale rol die anticonceptiva voor vrouwen hebben gespeeld in de feministische strijd. Vooral dat die pil ongemerkt kon genomen worden, lijkt me nu ik deze woorden neerschrijf, een sterk punt van het product. En die mannen maar blijven proberen. ‘Nee schatje, sorry weer niet gelukt’, zei zo’n vrouw dan die stiekem de pil pakte.

RIP Coolio (1963 – 2022)

“As I walk through the valley of the shadow of death” zingt Coolio op zijn plaat “Gangsta’s Paradise” en die woorden komen uit het Oude Testament en zijn ook de titel van deze foto van Roger Fenton: Valley of the Shadow of Death (1855)

Coolio (1963 – 2022) was een Amerikaans rapper vooral bekend omwille van zijn hit “Gangsta’s Paradise” (1995), een nummer dat “Pastime Paradise” (1976) van Stevie Wonder sampelde en interpoleerde.

Gunter Van Assche van De Morgen liet in zijn overlijdensbericht het woord deerniswekkend vallen i.v.m. Coolio’s verschijning in Big Brother Celebrity, ik vind dat woord van toepassing op de hele carrière van de ongetwijfeld brave man.

Bij zo’n overlijden ga ik altijd op zoek naar ‘what’s in it for me?’, ‘wat heb ik eraan’?

En dat antwoord vond ik alras.

De openingswoorden van “Gangsta’s Paradise” klinken namelijk zo:

As I walk through the valley of the shadow of death
I take a look at my life and realize there’s not much left

“Gangsta’s Paradise” (1995)

Klinkt die ‘valley of the shadow of death’, die ‘vallei van de schaduw des doods’ ons niet bekend in de oren? Ja, dat doet ze zeker.

Het is de titel van een geweldige foto van Robert Fenton, een foto uit 1855 die een weg toont in een verlaten, onbegroeide en onherbergzame valleilandschap. Die weg ligt bezaaid met kanonskogels.

Fenton noemde zijn foto naar een passage uit de Oudtestamentische Psalmen en de tekst luidt zo:

“Al ging ik ook in een dal van de schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij.”

Psalm 13

Maar John Bunyan heeft ook een heel mooie passage over die vallei van de schaduw des doods.

Die Engelse versie kent u allicht.

De Nederlandse vrije vertaling van vader Carel Steven Adama van Scheltema allicht niet.

“Nog blijft hem de Vallei van de schaduw des Doods te doortrekken, het duister, eenzaam oord met al zijne ontzettende schrikbeelden. Twee mannen ontmoeten hem bij den ingang en smeeken hem als hij zijn leven liefheeft, terug te keeren.”

John Bunyan: uit zijn leven en naar zijne geschriften (1889)

U vindt deze woorden in John Bunyan: uit zijn leven en naar zijne geschriften (1889).

RIP Coolio

RIP Louise Fletcher (1934 – 2022)

Verpleegster Ratched vernedert een jonge Brad Dourif in One Flew Over the Cuckoo’s Nest.

Louise Fletcher was een Amerikaanse actrice vooral bekend van haar rol als Nurse Ratched, de even ongenaakbare als gevoelloze hoofdverpleegster in One Flew Over the Cuckoo’s Nest (1975) van Miloš Forman, gebaseerd op de anti-psychiatrische roman met dezelfde titel van Ken Kesey.

Fletchers rol in Cuckoo’s Nest is een voorbeeld van de de sadistisch gevangenisbewaarster verhaallijn die tot haar volste expressie kwam in exploitatiefilms zoals Ilsa, de wolvin van de SS (1974).

Tot een van de eerste sadistische machtswellustelingen van vrouwelijke kunne wordt moeder-overste Sainte-Christine van De Non (1796) van Diderot gerekend.

Louise Fletcher speelde ook een hoofdrol in de redelijk geweldige film Brainstorm (1983) van Douglas Trumbull, die eerder dit jaar overleed.

RIP Louise Fletcher.

RIP Pharoah Sanders (1940 – 2022)

Pharoah Sanders was een Afro-Amerikaans componist en saxofonist. Tot zijn bekendste composities behoren “The Creator Has a Master Plan” (1969) en “Hum-Allah-Hum-Allah-Hum-Allah (Prince of Peace)” (1969). 

“Hum-Allah”

Zelf vind ik vooral die “Hum Allah” van belang omdat ik daar voor het eerst het haast buitenaards gejodel van Leon Thomas hoorde.  

Als mijn herinneringen mij niet in de steek laten maakte ik met Sanders kennis toen ik  “You Got to Have Freedom” (1980) via een Jazz Juice compilatie te horen kreeg. De uithalen op die plaat behoren tot de meest energieke luchtstoten die iemand ooit uit een saxofoon liet opstijgen. Je zou het perfect na “Space is the Place” (1973) van Sun Ra kunnen draaien.  

Er is niet zo heel veel jazz waar ik van hou (net genoeg eigenlijk), maar die van Sanders is er wel bij. 

Hij speelde uiteraard met Bill Laswell samen. 

“Harvest Time” (1977)

Het afgelopen jaar trakteerde YouTube mij heel vaak op “Harvest Time” van zijn elpee Pharoah (1977), een trancy plaat die doet denken aan het werk van hedendaagse sax-furore Colin Stetson en tevens Sanders’ laatste werk met Floating Points voorafschaduwt. 

Sanders met Floating Points

Verder is mij nog naar aanleiding van dit schielijk overlijden opgevallen dat het ‘New Age’-religieuze aspect dat Sanders in zijn muziek binnenbracht zich niet alleen in het Verre Oosten (Karma, 1969) afspeelde maar ook in het Nabije Oosten (Tauid, 1967). Achteraf gezien is dat niet onlogisch, want Sanders is slechts een van de vele jazzmuzikanten die zich in die tijd tot de islam bekeerden, een religie die zich in de jaren negentig in Europa nog niet op de kaart had gezet. 

RIP Pharoah Sanders 

RIP Anton Fier (1956 – 2022)

Anton Fier was een Amerikaans componist, drummer en producer, vooral bekend voor het werk met zijn studiogroep The Golden Palominos.

De Golden Palominos debuutplaat uit 1983

Fier is geaffilieerd met de Bill Laswell-stal en dat is zoals u allicht weet een kwaliteitsgarantie.*

Fier begon zijn loopbaan bij The Feelies voor wiens debuutplaat zijn drumwerk de ruggengraat vormde. ‘Crazy Rhythms’ (1980), zo heette die plaat, is een cult item en de titeltrack is een beweeglijk en geïnspireerd nummer. In 1981 richtte Fier de Lounge Lizards op met John Lurie. Ook die band verliet hij al na de eerste plaat.

Hij speelde daarna onder andere bij en met Herbie Hancock, Gil Scott-Heron, Laurie Anderson, Yoko Ono, Arto Lindsay, Mick Jagger, Electric Eels, Material, Rhys Chatham, Matthew Sweet, Los Lobos, Joe Henry, Jeff Buckley, Pere Ubu, Bob Mould, Richard Hell and the Voidoids, John Zorn en Swans. Niet noodzakelijk in die volgorde.

Fier had gemakkelijk zijn boterham kunnen verdienen als sessiemuzikant maar was daar niet gedwee genoeg voor. Hij was enorm veeleisend en zelfs vanop zijn drumstoel trachtte hij controle te houden over de band en het hele proces.

Om die nood te leningen richtte hij op 25-jarige leeftijd zijn eigen band op, The Golden Palominos. Nu ja, dat was niet echt een band, want hoewel er wel optredens waren, was het toch meer een studioproject met telkens wisselende bezetting. De enige vaste leden naast hemzelf waren bassist Bill Laswell en gitarist Nicky Skopelitis, nog iemand uit de Laswell stal.

Op het internet lees je mooie getuigenissen van zij die hem gekend hebben. Golden Palomino zangeres Lori Carson over hoe slecht een idee het was om hun relatie ook tot in het romantische uit te breiden; journalist Glenn Kenny over alles wat hij zich Georges Perec-gewijs herinnert van Anton; weer ergens anders lees je dat het typisch was voor Anton dat hij het aardse bestaan achter zich liet door middel van ‘assisted suicide’, wat ik alleen maar kan vertalen als euthanasie om psychische redenen. Die euthanasie werd voltrokken in Moldavia. Waarom daar?

Fier was een moeilijke man, dat zegt zowat iedereen. Men is het er ook over eens dat hij een briljant muzikant was. Dat velen hem echt graag zagen en dat hij dat zelf amper leek te beseffen, dat las ik een keer letterlijk, en vaak tussen de lijnen.

Zelf hou ik vooral van die eerste Golden Palominos elpee uit 1983, die erg Laswell-achtig klinkt.

RIP Anton Fier

(*) Ooit reed ik helemaal terug naar een tweedehandsmuziekzaak in Gent om er alsnog een CD te gaan kopen die ik de dag tevoren besloten had niet te kopen. Mijn eerste Laswell aankoop was dat, sindsdien noem ik mij een laswelliaan. John Zorn en Kieran Hebden reken ik ook tot de laswelliaanse componisten.

RIP Hilary Mantel (1952 – 2022)

Hilary Mantel was een Brits auteur die de laatste jaren vooral in de aandacht kwam omwille van haar historische fictiewerken die zowel door publiek als kritiek geprezen werden.

In mijn universum is ze van belang omdat ze Giulio Camillo uit de kast haalde en onder de aandacht haar lezers bracht.

Giulio Camillo – Mantel noemt hem Guido – ontwierp een geheugenmachine, een method of loci, een geheugenplaatsmethode, een fysiek theatertje bestaande uit schuifjes waarin stukjes informatie geborgen zitten.

“Ik herinner me, zegt hij, ik herinner me Calais, de alchemisten, de geheugenmachine. ‘Guido Camillo bouwt hem voor François, zodat geen koning ter wereld wijzer is dan hij, maar de sukkel zal hem nooit leren gebruiken.”

Zo staat het in haar roman Wolf Hall (2009).

Elke vernoeming van Camillo zal uiteindelijk en onvermijdelijk naar het onovertroffen boek van Frances Yates uit 1965 leiden dat de titel draagt The Art of Memory, het standaardwerk over de geschiedenis van de kunst van het onthouden.

Voor uw amusement geef ik u een gravure uit Utriusque, een boek van Robert Fludd dat Yates in haar The Art of Memory vermeldt.

Uit het werk van Robert Fludd.

Het toont een man in zijaanzicht. Vanuit zijn oog der verbeelding, zijn oculus imaginationis straalt een aantal lijnen die wijzen naar vijf beelden, waaronder een obelisk.

Hij begrijpt de kunst van het onthouden.

U vraagt zich af of iemand die beeldverwijzingen, al die dingen die die man probeert te onthouden, al in kaart heeft gebracht?

Ja hoor, Yates deed het in haar boek dat ik net vermeldde:

“We see a man with a large ‘eye of imagination’ in the fore part of his head; and beside him live memory loci containing memory images. Five is Fludd’s favourite number for a group of memory places, as will appear later, and the diagram also illustrates his principle of having one main image in a memory room. The main image is an obelisk; the others are the Tower of Babel, Tobias and the Angel, a ship, and the Last Judgment with the damned entering the mouth of Hell—an interesting relic in this very late Renaissance system of the mediaeval virtue of remembering Hell by the artificial memory.”

En dat, dames en heren, laat ik even onvertaald omdat ik mij alweer moet haasten naar de volgende dode.

RIP Hilary Mantel.

RIP Vlado Milunić (1941 – 2022)

Het ‘dansende’ huis in kwestie.

Vlado Milunić was een Tsjechisch architect bekend omwille van het gebouw Dancing House (1996) in Praag.

Hij ontwierp die getorste structuur samen met de Amerikaan Frank Gehry.

Het gebouw wordt tot de klassiekers der postmoderne architectuur gerekend.

Ook de haast betekenisloze term deconstructivisme wordt er graag op geplakt.

RIP Saul Kripke (1940 – 2022)

Saul Kripke was een Amerikaans filosoof vooral bekend omwille van zijn boek Naming and Necessity (1980).

Van alle necrologieën die ik de laatste tijd ‘schreef’ – en ik zet ‘schrijven’ hier tussen aanhalingstekens want in essentie is mijn ‘schrijven’ het schrijven met andermans woorden, of het keuzes maken van wat ik erin zet en wat ik eruit laat, van wie ik vermeld en wie ik verzwijg – was deze van Kripke de moeilijkste.

Continue reading