Amadou Bagayoko, de helft van Amadou & Mariam, stierf, vermoedelijk in Mali. Ik leerde het blinde muzikale duo kennen via het verzamelalbum Nova Classics 5 (2004) waar de song “Je pense à toi” op stond.
Val Kilmer stierf. Hij was een Amerikaans acteur vooral bekend om zijn rol in Top gun (1988) maar wij van Dodenstad gaan vooral vanavond voor de zoveelste keer naar de geniale film Top secret! (1984) kijken.
Trailer van Top secret! (1984)
Die parodiefilm bevat op zijn minst drie scènes die je – eens gezien – nog moeilijk kan vergeten. De koe die rubberen laarzen draagt en zogezegd twee mannen moet voorstellen die zich als koe vermomd hebben? De wetenschapper die met een theelepeltje een tunnel graaft en bij voltooiing een volledig afgewerkte, hypermoderne, van verlichting en riolering tweebaansvak-autowegtunnel toont? De nazi-oorlogskamer waar een grote telefoon op de voorgrond staat die plots rinkelt en als de nazi-officier ernaartoe loopt mega-groot blijkt zijn, niet gewoon groot door het ‘forced perspective’? Allemaal in deze film.
Rainy Day Boxing: George Foreman | The Most Powerful Boxer In History
Bokser George Foreman (1949 – 2025) stierf een week geleden. Nu ik erover nadenk vind ik boksen de nobelste aller sporten. En de wreedste. Foreman leidt naar andere boksers. Ik ken er maar twee: Roy Jones Jr. (°1969) met zijn song “Can’t Be Touched” (2004), je vindt er een clip van op YouTube die een compilatie van zijn beste moves bevat; en de onovertroffen Muhammad Ali (1942 – 2016) die ik vooral als dichter en morosoof heb leren appreciëren. Luister bijvoorbeeld naar zijn 1974 speech net vóór zijn gevecht tegen Foreman waar hij bluft dat hij met alligators heeft gevochten een een walvis heeft gevloerd en elders hoe hij vindt dat iedereen maar moet voortplanten binnen zijn eigen huidskleur: parkieten paren toch ook niet met leeuwen? Of hoe hij zich als erover verwonderde dat Jezus blank was.
Linda Williams was een Amerikaanse academica bedrijvig in de filmstudies en auteur van het boek Hard core: power, pleasure (1989), een vroege academische studie van pornografie. Ze schreef ook het essay “Film bodies: gender, genre, and excess” (1991) waarin ze de definitie van de parapluterm ‘body genres’ — de lichaamsgenres dus — uitbreidde met het genre van de melodrama.
‘In Hard core: power, pleasure zette Linda Williams eigenhandig de hele trend van de academische studie van pornografie op de kaart. De publicatie was wat gedurfd, met het beladen woord hardcore in de titel. De omslag zelf zag eruit als een sensationalistische seksroman, met de Miami Beach art deco-belettering uit de jaren tachtig die populair was in de pornofilms die in dit boek worden besproken.’
Met die woorden beschreef Sholem Stein het belangrijkste boek van Williams.
Jack Vettriano was een Schots kunstenaar vooral bekend voor zijn schilderij The Singing Butler (1992).
In 2013 schreef kunstcriticus Jonathan Jones in The Guardian: ‘Vettriano fixeert zich op fetisjistische, stijlvolle objecten en schildert ze met een gladde, lege zwier’ en ‘de wereld van Jack Vettriano is een botte mannelijke fantasie die rechtstreeks uit Money van Martin Amis had kunnen komen’.
Precies. Gelijk heeft hij. Vettriano is een kitschschilder en niet op een interessante manier, zoals bijvoorbeeld bij Odd Nerdrum het geval is.
Vettriano’s dood stond in de kranten. Wat de kranten niet haalde was het schilderij Crude Oil (Vettriano) (2005), een herinterpretatie van het iconische The Singing Butler door Banksy.
Begin deze maand wisselde het werk van eigenaar voor de robuuste som van 5,4 miljoen dollar.
Banksys werk voegt twee figuren in gele gaspakken die een olievat verwijderen toe aan het schilderij van Vettriano. Het werd voor het eerst getoond op de Crude Oils (2005) tentoonstelling en de titel toen was Toxic Beach.
Sandra Harding was een Amerikaanse academica bekend omwille van haar uitlating dat Newtons Philosophiæ naturalis principia mathematica (1687) als een ‘verkrachtingshandleiding’ kan gelezen worden. Ze deed die boude uitspraak in haar boek The science question in feminism (1986, NL: ‘De wetenschapsvraag in het feminisme’).
De gewraakte passage in het werk van Harding die gewag maakt van de ‘rape manual’, de verkrachtingshandleiding dus.
Achteraf had ze spijt van die uitspraak.
Nochtans had ze er wel wat over nagedacht. Het ging haar over de metaforen die Newton bezigde. In haar boek ging de gedachtengang zo:
‘Het begrijpen van de natuur als een vrouw die onverschillig staat tegenover verkrachting of deze zelfs toejuicht, was … is fundamenteel voor de interpretaties van deze nieuwe opvattingen over natuur en onderzoek.’
Harding gebruikt naast de term ‘rape’ (verkrachting), de term ‘torture’ (martelen) in relatie tot het onderzoek van Bacon, Newton en Machiavelli.
In de Verenigde Staten stierf Roy Ayers en op zijn begrafenis hier in Dodenstad draaide ik twee van zijn minder bekende nummers: “Third Eye” uit 1976 van de elpee Everybody loves the sunshine en “Chicago” uit 1983 van de elpee Silver vibrations.
Amanda Kuyper van het NRC schrijft: ‘Om de zoveel tijd ontdekte een nieuwe generatie de lome, groovy souljazz van de Amerikaanse vibrafonist Roy Ayers.’ De adjectieven ‘loom’ en ‘groovy’ zijn goed gekozen.
“Running Away”
Er is een passage in “Running Away” (1977) die ik grijsgedraaid heb, het zijn de diepe toetsenpartijen net voor Ayers aan zijn vibrafoonsolo begint maar die eigenlijk doorheen de hele track lopen, als een baslijn. Ik geloof dat je daar Philip Woo hoort.
David Johansen was een Amerikaans zanger bekend als frontman van het proto-punk ensemble de New York Dolls. Hij was medeschrijver van hun cult hits “Trash” (1973) and “Personality Crisis” (1973).
De Amerikaanse acteur Gene Hackman stierf. Hij is gekend voor rollen in Bonnie and Clyde (1967), The French Connection (1971), The Conversation (1974), Mississippi Burning (1988), Unforgiven (1992) en The Royal Tenenbaums (2001).
De Franse connectie waarvan sprake is in The French Connection (1971) verwijst naar de heroïnesmokkel tussen de VS, Turkije en Frankrijk in de jaren zestig van de twintigste eeuw. Daar is een heel goede docu over gemaakt door de BBC.
De slotscène van The Conversation (1974)
Maar het is de paranoiathriller The Conversation (1974) die ik het meeste koester. Gene speelt er een afluisteraar die bij het slot van de film doorheeft dat hij zelf afgeluisterd wordt, daarop heel zijn appartement opbreekt en er niet in slaagt de apparatuur te vinden.
Daarop begint onze vervreemde luistervink een eenzame saxofoonmelodie te spelen en dat is het einde van de film.
Ook voor de acteur kwam het einde, naar het schijnt in verdachte omstandigheden. Desalniettemin, rust zacht Gene.