Tag Archives: 2025

RIP Alan Bergman (1925 – 2025)

Drie jaar geleden stierf de echtgenote. Vandaag haar man.

Alan Bergman was een Amerikaans tekstschrijver die met zijn vrouw Marilyn wereldhits zoals “The Windmills of Your Mind” (1968), “The Way We Were” (1973) en “You Don’t Bring Me Flowers” (1977) schreef.

“The Windmills of Your Mind” (1968), zweefvliegtuigscène

“Windmills” werd gecoverd door Herman Van Veen als “Cirkels” met de ongelofelijke versregel ‘er bestaat geen medicijn tegen oud en eenzaam zijn’ van Rob Crispijn.

Maar ook, “Windmills” is van de hand van Michel Legrand en de Bergmans werkten vaak samen met Legrand. Als bij toeval luisterde ik enkele dagen geleden nog meermaals naar diens compositie “Di-Gue-Ding-Ding” (1964) die ik leerde kennen op de met onderscheiding geslaagde documentaire The Kid Stays in the Picture (1994) over het leven van hollywoodproducer Robert Evans (1930-2019) die films zoals Rosemary’s Baby (1968), Love Story (1970), The Godfather (1972), en Chinatown (1974) producete, een documentaire die mij voor eens en voor altijd het belang van de producer inpeperde (iedereen heeft het over Roman Polanski’s Chinatown, maar ik spendeerde er vier à vijf jaar aan en Roman maar acht of negen maand’, horen we Robert zeggen).

Nu, ik had het over Michel Legrand (en eigenlijk ben ik al heel ver van het pad af, want we zijn hier samen voor het schielijk overlijden van Alan Bergman) maar nog snel dit: als u zich wil vergewissen van het niveau van Legrand, luister naar de muziek die hij componeerde voor Roads to the South (1978) Joseph Losey; maar vergeef mij; dat doet al niet terzake want rust zacht Alan.

RIP Connie Francis (1937 – 2025)

Connie Francis was een Amerikaanse zangeres gekend voor opnames als “Pretty Little Baby” (1960), “Siboney” (1960) en “Bossa Nova Hand Dance” (1965).

“Siboney” (1965) by Connie Francis

“Siboney” is een song uit 1927 van de hand van Ernesto Lecuona, uit wiens stal ook “Tabou” (1935) kwam.

Maar dat doet hier niets ter zake want rust zacht Connie.

RIP Richard Foreman (1937 – 2025)

De Amerikaans theatermaker Richard Foreman stierf afgelopen januari al maar krijgt nu pas zijn plaats in Dodenstad.

Strong Medicine (1981)

Dat zit zo: als Tom Wouters mij de Engelse schrijver Jocelyn Brooke (1908 – 1966) onder de aandacht brengt, merk ik op dat er via Brooke een link binnenkomt van de andere Britse cultschrijver Ronald Firbank (1886 – 1926), Brooke schreef een biografie over Firbank, en een tweede, maar dan in combinatie met die van Betjeman.

Als ik Firbank onder de loep neem, merk ik dat hij vermeld wordt in het sleutelessay “Notes on “Camp”” (1964) van Susan Sontag, twee keer zelfs. Als ik een van die passages herlees, staat die vlak naast het zinnetje ‘stag movies seen without lust’, ‘pornofilms die zonder lustgevoelens bekeken worden’. Ik klik door naar ‘stag movies’ en kom opnieuw uit bij Gerald Rabkin, co-auteur is van Dirty Movies (1976); ik ga dat straks bij De Slegte bestellen, er staat nog een exemplaar in het centraal magazijn.

Als ik vervolgens Rabkin nader onderzoek, blijkt hij bovendien iets te maken te hebben gehad met de in januari overleden Richard Foreman en ik vind diens verfilming van zijn stuk Strong Medicine (1981) op YouTube. Je zou de titel als paardenmedicijn kunnen vertalen, bedenk ik me. Ik kijk er fragmenten van en vind het voldoende interessant om Foreman alsnog een plek in Dodenstad te geven.

Meneer Foreman, u was misschien alleen wereldberoemd in New York, maar dat doet er nu niet toe, want, rust zacht Richard.

RIP Alvaro Vitali (1950 – 2025)

L’insegnante al mare con tutta la classe (1980)

Alvaro Vitali was een Italiaans acteur en komiek, vooral bekend om zijn rol als Pierino in een reeks Italiaanse komediefilms uit de jaren ‘80.

Dat waren sekskomedies, een genre waar ik een bijzonder zwak voor heb, smoelentrekkerij en al. Over de mannen die er in voorkomen, stuk voor stuk klungelige sukkels, schreef de Italiaanse academicus Giacomo Manzoli:

‘Het lot van de neurotische, van de seksuele revolutie uitgesloten mannen uit de komedies van de jaren 1970 (gespeeld door onder andere Lando Buzzanca, Alvaro Vitali, Lino Banfi en Pippo Franco), was impotentie, castratie, neurose, dodelijke psychische stoornissen of, zeldzamer, homoseksualiteit’.

Desalniettemin, rust zacht Alvaro.

RIP Bill Moyers (1934 – 2025)

Joseph Campbell and the Power of Myth (1988)

Bill Moyers was een Amerikaans journalist van grote bekendheid en een held aan de linkerzijde van het politieke spectrum.

Zelf vond ik het interview met Joseph Campbell over helden uit 1988 opmerkelijk, vooral in de passages waarin het over de moedergodin, de almoeder ging, over de eerbied in primitieve samenlevingen voor de Grote Godin, Moeder Aarde. Over de menselijke vrouw die baart net zoals de aarde planten baart, over vrouwenmagie en aardemagie, over agrarische samenlevingen waarin de Godin de dominante mythische vorm is

Ook gedenkwaardig uit datzelfde jaar is een interview met Tom Wolfe met een passage over de ‘kaboutertheorie’ uit Manufacturing Consent (1988) ‘dat er ergens een kamer is met een met baai bedekt bureau en dat daar een stel kapitalisten zit die aan de touwtjes trekt. Deze kamers bestaan niet. Ik bedoel, ik zeg dit niet graag tegen Noam Chomsky [maar] ik denk dat dit de meest absolute nonsens is die ik ooit heb gehoord. Dit is de huidige mode op universiteiten. Weet je, het is klinkklare nonsens en ik denk dat het niets anders is dan een mode.’

Die mode houdt nog steeds aan.

Maar dat is van geen belang vandaag want rust zacht Bill.

RIP Lalo Schifrin (1932 – 2025)

“Danube Incident” (1969) uit More Mission: Impossible, via de Strictly Breaks compilaties terechtgekomen op de Portishead hit “Sour Times” (1994).

Lalo Schifrin was een Argentijns componist en pianist gekend voor zijn ontelbare soundtracks. Een aantal van zijn composities werden rare groove en jazz-funk classics en de Britse band Portishead scoorde een hit met een sample uit “Danube Incident ” (1969).

“Room “26”” uit Bullitt (1968)

Enkele van de betere tracks zijn “Room “26”” (1968), het eerder vermelde “Danube Incident”, “Scorpio’s View” (1971) en “Unicorn” (1977).

Continue reading

RIP Guillaume Bijl (1946 – 2025)

Guillaume Bijl was een Belgisch kunstenaar gekend voor werk zoals Autorijschool Z (1979) en TV-Quiz Decor (1993), ‘echte’ omgevingen die 99% getrouw door Bijl werden nagebouwd op plekken waar je normaal gezien kunst zou verwachten maar die passend in het in “Kunstliquidatieproject” (1980) door nuttiger ruimtes vervangen werden. In deze context dwingen de termen simulacrum en hyperrealiteit zich op. Ik zal ze niet gebruiken.

Continue reading

RIP Brian Wilson (1942 – 2025)

“Our Prayer” (1969)

Brian Wilson was een Amerikaanse componist bekend als bezieler van The Beach Boys.

Hij schreef en producete de muziek van songs zoals “God Only Knows” (1966), “Good Vibrations” (1966), “Wouldn’t It Be Nice” (1966) and “Our Prayer” (1969).

“God Only Knows” (1966)

Hij was een getroebleerde ziel. Ik word herinnerd aan het boek Touched with fire (1993), over de relatie tussen monomanie, psychische ziekten en zelfmoord. Hoe schril het contrast tussen het imago van Wilson en de wensdromerige California sound van snelle auto’s, surfen, feesten, daten en kussen en andersoortig voorspel plegen in het rulle strandzand.

Ik word ook plots herinnerd aan hoe Dave Haslam er ooit op wees dat blanke muzikanten zoals Brian Wilson vanuit ‘rockist’ vooroordeel met meer égards behandeld worden dan zwarte doch even getalenteerde muzikanten als Norman Whitfield.

En dat kan wel allemaal zijn maar dat doet vandaag weinig ter zake want rust zacht Brian.

RIP Sly Stone (1943 – 2025)

David Toop is vandaag gastdoodgraver bij Dodenstad en hij deed de uitvaart van Sly Stone en Brian Wilson. Hij hield het verrassend kort.

“Let Me Have It All” van Sly door Sly

‘Ik werd wakker en ontdekte dat Brian Wilson op 82-jarige leeftijd was overleden, slechts een paar dagen nadat Sly Stone overleed, ook 82, en in beide gevallen zou je kunnen zeggen dat dat een lange 82 was, veel samengeperst in het eerste van drie delen van hun leven en dan de naweeën. Natuurlijk heb ik nagedacht over de mysterieuze manier waarop ze allebei verstrikt raakten in mijn (onze) emotionele en creatieve leven, maar ik heb mezelf ook de vraag gesteld waarom ze zo belangrijk waren. Die in elkaar grijpende funk die je op zijn hoogtepunt hoort op There’s a Riot Goin’ On, en de modulaire studio/compositiemethode die SMiLE definieerde en ontmantelde; ze stelden allebei nieuwe manieren voor mensen voor om samen te zijn, samen te werken, samen te maken, samen te leven, samen lief te hebben. Het feit dat er nog steeds rellen zijn, herinnert ons er sterk aan dat we ons luisteren regelmatig moeten vernieuwen en intensiveren.’ [Toop’s Facebookpagina 11/6/2025]

“Let Me Have It All” van Sly door Material

Ik heb de ceremonie dan maar van hem overgenomen en oh blasfemie!, ik heb “Let Me Have It All” in de versie van Material gespeeld. Toen daar protest op kwam onder de nabestaanden, heb ik ook het origineel opgezet. Ik doe het hier omgekeerd.

RIP Foday Musa Suso (1950 – 2025)

Foday Musa Suso was een componist en muzikant van Gambia. Hij heeft op verschillende albums samengewerkt met Bill Laswell, zowel als muzikant als co-producer:

”Muso” uit Watto Sitta

Watto Sitta (1984) werd uitgebracht onder de naam Mandingo en dat zijn Bill Laswell, Jeff Bova en Foday Musa Suso, met Suso als componist en co-producer samen met Laswell. Het album bevat bijdragen van artiesten zoals Herbie Hancock en Aïyb Dieng.

Sound-System (1984) is een album van Herbie Hancock, mede geproduceerd door Laswell, waarop Suso meespeelt op nummers als “Junku” en “Sound System”. Deze tracks combineren elektronische muziek met traditionele Afrikaanse instrumenten. De sound is heel erg gelijkend op die van “Rock It” (1983).

“Early Warning” uit Village Life, op deze track speelt Suso jammer genoeg niet.

En dan is er Village Life (1985), een samenwerking tussen Herbie Hancock en Foday Musa Suso, geproduceerd door Bill Laswell. Het album combineert jazzfusion met Mandé-muziek en werd live opgenomen in de studio zonder overdubs. Op dit album laat men de electronica vallen.

Rust zacht Foday.